Dirk de Witte
Profiel
Achternaam: de Witte
Roepnaam: Dirk
Voornamen: Desideratus Johannes Maria
Geboren: 15-03-1934
Te: St.-Amands-aan-de-Schelde
Overleden: 27-12-1970
Te: Kessel-Lo
Pseudoniem(en): Voor zover mij bekend
heeft Dirk de Witte niet onder pseudoniem gepubliceerd.
Voor tweedehands boeken | Ook van Dirk de Witte |
Raban Internet Antiquariaat | Klik hier ! |
Werk
Proza
- Het glazen huis geluk (verhalen) (1964)
- De vlucht naar Mytilene (1965)
- De formule van Lorentz (verhalen en teksten) (1969)
- Ernie Wever (bibliofiel, 1500 ex.) (1982)
Overige non-fictie
- 7 over Karel Jonckheere (met anderen) (1967)
- De sport in de literatuur (met E. van den Eynde) (1968)
Bloemlezingen
Tijdschriften
- Dirk de Witte publiceerde o.a. in 'Komma', 'Nieuw Vlaams Tijdschrift', 'Kultuurleven', 'Kunst- en Cultuuragenda', 'De Nieuwe' en 'Elseviers literair supplement'.
Over Dirk de Witte
- Marnix Gijsen, 'Dirk de Witte', in 'Weer thuis. Bedenkingen bij de dingen van onze dagen' (1972)
- 1 hoofdstuk: 'Dirk de Witte, 1934-1970. Ik heb onder mijn voeten niets dan drijfzand' in 'De laatste deur' van Jeroen Brouwers (1983)
- Een bijdrage over Dirk de Witte in 'Kritisch Lexicon van de Nederlandstalige Literatuur na 1945' door Phil Cailliau (februari 1984)
- Andries Van den Abeele, 'Epitaaf voor Dirk De Witte: Sint-Amands aan de Schelde 15 maart 1934, Kessel-Lo 27 december 1970' (biblioiel, 500 ex.) (2002)
Diversen: (Zonder een schijn van volledigheid)
- 'De vlucht naar Mytilene' verscheen in de Zilverschoonreeks.
- In de roman 'Hoe heette de hoedenmaker?' van Loekie Zvonik (1975) is in de hoofdpersoon Dirk de Witte te herkennen. Loekie heeft samen met Dirk de Witte gestudeerd.
Literaire prijzen
- August Beernaert-prijs 1968-1969 voor 'De formule van Lorentz'.
- A. Merghelinck-prijs van de Koninklijke Vlaamse Academie 1970.
Opmerkingen
- Dirk de Witte groeide op in een burgermansgezin. Hij was er een nakomertje. Op de lagere school kreeg hij les van zijn (veel) oudere broer.
- Dirk de Witte studeerde Germaanse filologie in Gent.
- Na zijn studie werd hij leraar. Hij werkte aan het Koninklijk Atheneum in Aarschot.
- Dirk de Witte trouwde met Anneke Hoegaerts. Ze lieten een huis bouwen in de gemeente Kessel-Lo (bij Leuven). Het huwelijk bleef - tot hun verdriet - kinderloos. Als compensatie haalden ze talrijke zwerkatten en zwerfhonden in huis.
- Dirk de Witte maakte in 1969 een reis naar Zuid-Afrika met een werkbeurs van het ministerie van Cultuur. Hij trok zich de ellende in de wereld zeer aan en dit werd na deze reis nog erger.
- Dood en droom zijn terugkerende thema's in zijn werk. Hij bezat een uitgebreide 'zelfmoordbibliotheek'.
- Dirk de Witte schilderde en maakte metaalsconstructies.
- Dirk de Witte pleegde in 1970 zelfmoord. Hij werd op 27-12-1970 rond 17.00 uur dood aangetroffen in zijn auto, in de garage bij zijn woning. Hij was door de uitlaatgassen van de wagen gestikt. Hij had studie gemaakt van zelfmoord van schrijvers. Zijn eigen dood lijkt sterk op die van de Zweedse schrijver Stig Dagerman. Hij beschrijft deze manier van zelfdoding ook in zijn opstel 'Al de dieren die ik doodde...'.
- Zeven maanden later pleegde zijn vrouw op identieke wijze zelfmoord. Ze liggen beiden begraven op het kerkhof van de Vlierbeekabdij in Kessel-Lo.
- Begin 2001 werd Jeroen Brouwers beschuldigd van plagiaat. 'De Standaard' meldde dat er bewijs zou zijn dat 'Joris Ockeloen en het wachten' gebaseerd is op de nooit verschenen roman 'Dichotomie van een geboorte' van Dirk de Witte. Jeroen Brouwers zou inzage gehad hebben in het manuscript van De Witte. Dirk de Witte kreeg vervolgens zijn boek niet gepubliceerd, omdat het teveel op dat van Brouwers leek. Een week later trok de krant, nadat Brouwers met een aanklacht wegens smaad en eerroof had gedreigd, de beschuldiging weer in.
Anderen over Dirk de Witte
- Wat nog het meest in hem trof was de ernst waarmee hij zijn beroep van auteur uitoefende. Hij was zich volkomen bewust van zijn talent en van zijn ernst maar dit was voor hem geen aanleiding om over zijn collega's van uit de hoogte te spreken. Hij keek genadig neer op een aantal clowns en luidruchtige aanstellers. Hij was een goed mens, een knap en gewetensvol schrijver. De goden hebben hem, helaas, bemind want hij stierf jong. (Marnix Gijsen, Dirk de Witte in 'Weer thuis. Bedenkingen bij de dingen van onze dagen', blz. 33)
- Hij debuteerde in onze literatuur in 1965 met de sterk opgemerkte verhalenbundel 'Het glazen huis geluk'. De zes verhalen uit deze bundel hebben alle de eenzaamheid en het streven van de mens naar geluk tot onderwerp. Zij worden gekenmerkt door de geheimzinnige sfeer en de dramatische ontknoping. (De Vlaamse Gids, januari 1971)
- De schrijver Dirk de Witte behoorde niet tot de 'zeer begaafden' en was niet een Heinrich von Kleist, al heeft hij zich nogal eens met deze dichter vereenzelvigd. Zou hij gewoon zijn gestorven, in plaat van door zelfmoord, hij zou als schrijver zijn bijgezet in een afgelegen hoekje van de uitgestrekte urnentuin der letteren en wellicht nooit meer ter sprake zijn gekomen. Men herinnert zich zijn naam niet vanwege de literatuur die hij heeft gemaakt, maar vanwege zijn zelfmoord. (Jeroen Brouwers, De laatste deur, blz. 455)
- Schrijven was voor De Witte ordenen (zie zijn verhaal 'De anti-Midas'), een zoeken naar het ik, naar communicatie en naar het verborgene. Het was een heel ernstige bezigheid. Na verloop vvan tijd werd het voor hem duidelijk dat de communicatie en het bestaan schijn en volkomen zinloos waren. Het pessimisme was maximaal. (Phil Cailliau, Kritisch literauur lexicon, februari 1984)
Mijn favoriete citaat
Alleen de avondstudie had hij graag.
Hij leerde zijn lessen grondig
om zijn leraren te kunnen vernietigen met hun eigen kennis.
(Dirk de Witte, Ernie Wever, blz. 7)
Links
Bronnen o.a.
- Spectrum Nederlandstalige auteurs (1985)
- De Vlaamse Gids (januari 1971)
- Jeroen Brouwers, De laatste deur (1983)
- Kritisch literauur lexicon (februari 1984)
- Website van de Koninklijke Bibliotheek (april 2021)