Sonja Witstein
Profiel
Achternaam: Witstein
Roepnaam: Sonja
Voornamen: Sonja Fortunette
Geboren: 22-05-1920
Te: Rotterdam
Overleden: 11-07-1978
Te: Alphen aan den Rijn
Pseudoniem(en): Sonja Witstein gebruikte in het COC het pseudoniem Tine van der Velde (het was in die periode in het COC niet ongebruikelijk om vanwege veiligheidsredenen een pseudoniem te gebruiken).
Voor tweedehands boeken | Ook van Sonja Witstein |
Raban Internet Antiquariaat | Klik hier ! |
Werk
Proza
- Bekentenis aan Julien Delande (1946)
- Bekentenis aan Julien Delande (heruitgave, met uitleg door Aad Meinderts) (1986)
Brieven
- Ik schrijf het je grof-eerlijk. Briefwisseling van Anna Blaman met Emmy van Lokhorst en Sonja Witstein (door A. Meinderts) (1988)
- Is dit ernst of flirt?, Vier brieven van Sonja Witstein aan Anna Blaman, 1950-1951, in: Jaarboek Letterkundig Museum 5 (1996)
Overige non-fictie
- Bronnen en bewerkingswijze van de ontleende gedeelten in Rodenburghs 'Eglentiers poƫtens borst-weringh'(1619): het proza-betoog en de emblemata (1964)
- De verzencommentaar in 'Het Theatre' van Jan van der Noot: bronnen en bewerkingswijze (1965)
- Funeraire poëzie in de Nederlandse renaissance, enkele funeraire gedichten van Heinsius, Hooft, Huygens en Vondel, bezien tegen de achtergrond van de theorie betreffende het genre (proefschrift) (1969)
- Het erotisch-ethische referentiekader in Bredero's Stommen Ridder, en de betekenis daarvan voor het handelingsverloop van dit spel (1974)
- Bredero's Ridder Rodderick (1975)
- Een Wett-steen vande Ieught: verzamelde artikelen (samengesteld door Ton Harmsen en Ellen Krol) (1978)
Bloemlezingen
Tijdschriften
- Sonja Witstein was redacteur van het 'Amsterdams tijdschrift voor letterkunde'.
- Sonja Witstein gebruikte in 'Vriendschap' het pseudoniem Tine van der Velde.
- Sonja Witstein publiceerde in 'Proloog', 'Het Woord', 'Kompas der Nederlandse Letterkunde' en 'Maatstaf'.
- Sonja Witstein besprak boeken voor 'De Nieuwe Taalgids'.
Over Sonja Witstein
- Een bijdrage van Hannemieke Stamperius over Sonja Witstein: 'Ik stel mij tevreden met een kleine kring' in 'Schrijfsters in de jaren vijftig', samengesteld door Margriet Prinssen en Lucie Th. Vermij (1991)
- G.L. Durlacher beschrijft in het hoofdstuk 'Sonja' in 'Niet Verstaan' (1995) zijn relatie tot Sonja Witstein (die ook in haar arm een getatoeëerd nummer had).
- 'Marijke Spies over Sonja F. Witstein' in 'Literatuur' (maart/april 2001)
Diversen: (Zonder een schijn van volledigheid)
- 'Twaalf studies' door W. A. P. Smit; met een lijst van zijn wetenschappelijke publikaties door S.F. Witstein (1968)
- In 'Ik schrijf het je grof-eerlijk' staat een brief in handschrift van Sonja Witstein.
Literaire prijzen
Sonja Witstein was lid van de jury voor de volgende prijzen:
- P.C. Hooft-prijs 1955
- Anne Frank-prijs1957
- Dr. Wijnaendts Francken-prijs 1977
Opmerkingen
- Haar vader, Jacob Samuel Witstein was een joodse confectiehandelaar in Rotterdam.
- Sonja Witstein ging naar de middelbare school in Den Haag en Amersfoort (gymnasium).
- Sonja Witstein maakte (enthousiast) deel uit van de 'Wevers', een kunstzinnige kring die eens in de twee maanden bijeenkwam in Leusden.
- Ze moest in 1942 onderduiken. Ze werd in 1944 verraden en met haar ouders op transport gezet naar Auschwitz. Ze overleefde als enige van haar familie het concentratiekamp.
- Ze zat in hetzelfde transport naar Auschwitz als Anne Frank en haar familie. In Auschwitz heeft ze Margot en Anne sprookjes en verhaaltjes verteld om de tijd door te komen.
- 'Bekentenis aan Julien Delande' werd gepubliceerd zonder dat ze hiervan wist.
- Vanaf september 1945 studeerde zij Nederlandse taal- en letterkunde in Utrecht, o.a. bij W.A.P. Smit, bij wie ze vanaf 01-11-1951 assistente werd in het vak Nederlandse literatuurgeschiedenis.
- Tijdens haar studie raakte ze bevriend met G.L. Durlacher, veel later bekend om zijn boeken over zijn oorlogs- en kampervaringen.
- In 1952/1953 was Sonja Witstein lid van het hoofdbestuur van het COC.
- In september 1954 werd zij lerares Nederlands aan het Stedelijk Gymnasium te Utrecht.
- In 1956 werd ze wetenschappelijk ambtenaar aan het 'Instituut De Vooys voor Nederlandse taal- en letterkunde' in Utrecht.
- In 1964 werkte ze aan het 'Instituut voor vergelijkend literatuuronderzoek' in Utrecht.
- Sonja Witstein was bevriend met Anna Blaman.
- Sonja Witstein was een kenner van de Nederlandse renaissance-poëzie.
- Sonja Witstein promoveerde op 10-01-1969 bij prof. dr. W.A.P. Smit op een studie over zeventiende-eeuwse Funeraire poëzie.
- Ze was vanaf 1975 hoogleraar Neerlandistiek in Leiden.
- Ze overleed in 1978 aan leverkanker.
Anderen over Sonja Witstein
- Haar wetenschappelijk werk, haar publicaties waren in zekere zin heel streng van opzet. Ze deed alles zeer consciëntieus, er mochten geen steekjes vallen. Ze had een grote afkeer van gebrek aan integriteit. En van geestelijke slonzigheid. Ze was bijvoorbeeld erg op een figuur als John Stuart Mill gesteld. Ze hing een zeker liberalisme aan, maar dan een liberalisme in de allerbeste zin van het woord. Haar gevoel voor verantwoordelijkheid ging zo ver dat ze regelmatig dieren uit het asiel haalde. Dieren die door anderen waren opgegeven, daar diende je voor te zorgen, vond ze. Dat verantwoordelijkheidsgevoel ging wel eens te ver. Het perkte haar leven in. Zo gebeurde het wel eens dat ze nauwelijks van huis kon, omdat ze voor een paar invalide honden moest zorgen. (G.L. Durlacher, VN, 01-11-1986)
- Bekentenis aan Julien Delande is een on-Nederlands verhaal, geïnspireerd door André Gide en niet los te zien van het opkomend existentialisme. Een psychologische novelle, geschreven in een zeer zorgvuldige stijl en verrassend door de grote vormbeheersing, zoals ook door Hermans werd opgemerkt. (Wim J. Simons, UN, 14-11-1986)
- Sonja Witstein schreef dit voor die tijd nogal gedurfde verhaal in een aanval van creativiteit - ruim 60 pagina's geconcentreerd proza, vol denkwerk en met maar weinig relatie tot de werkelijkheid. (Hans Vervoort, n.a.v. de heruitgave van 'Bekentenis aan Julien Delande', NRC, 28-11-1986)
- Zij beschouwde ieder ogenblik dat haar na het concentratiekamp nog gegund werd als een geschenk. Dat werd vooral duidelijk tijdens de laatste gesprekken in het ziekenhuis in Alphen aan den Rijn: de moedige manier waarop zij afscheid nam van het leven verbaasde iedereen. (Ton Harmsen, Levensbericht, Internet)
- In Leiden kwamen Sonja en ik elkaar weer tegen. Toen ze stierf liet ze mij haar exemplaar van Ram Horna na. Ik herinner me hoe ze, in de auto op weg naar Alphen, in herfstlicht rijdend langs het water, vertelde dat zij de natuur via de indirecte weg van de natuurpoëzie had leren liefhebben. Toen vond ik het vreemd, dat het iemand makkelijker viel gevoelens via literatuur te beleven dan rechtstreeks uit het echte leven. Nu ben ik zelf over een paar jaar zo oud als zij was toen ze stierf, en merk dat ik steeds vaker naar poëzie grijp als ik op zoek ben naar innerlijke rust. (Hannemieke Stamperius, Column, Internet)
Bronnen o.a.
- NRC (28-11-1986)
- Nederlandse literaire prijzen 1880-1985 (1986)
- Schrijfsters in de jaren vijftig (1991)
- Oosthoek lexicon Nederlandse & Vlaamse literatuur (1996)
- Website van de Koninklijke Bibliotheek (januari 2024)