Willem Walraven
Profiel
Achternaam: Walraven
Voornaam: Willem
Geboren: 07-06-1887
Te: Dirksland
Overleden: 13-02-1943
Te: Kesilir (Concentratiekamp,
Oost-Java)
Pseudoniem(en): Willem Walraven gebruikte
het pseudoniem Maarten Cornelis,
later M.C.. (Dit waren de voornamen
van zijn jongste zoon) in de Indische Courant. Later (nadat hij
gevangen had gezeten) verschenen zijn bijdragen anoniem in deze
krant.
Het is altijd een nadeel als je in Dirksland geboren bent;
dat kom je nooit meer heelemaal te boven.
(W. Walraven, Brieven, blz. 59, 24-01-1920)
Voor tweedehands boeken | Ook van Willem Walraven |
Raban Internet Antiquariaat | Klik hier ! |
Werk
Proza
- Op de grens: korte verhalen, brieven, kronieken (1952)
- Eendagsvliegen: journalistieke getuigenissen uit kranten en tijdschriften (uitgebreide versie van 'Op de grens') (1971)
- Een maand in het boevenpak (1978)
- Levenslijnen: herinneringen aan Dirksland en Flakkee (bibliofiel, 600 ex.) (1993)
- De Red-star library (nieuwjaarswens) (1997)
- Modjokerto in de motregen: reizen over Java en Madoera (1998)
Brieven
- Op de grens: korte verhalen, brieven, kronieken (1952)
- 17 bladzijden brieffragmenten van W. Walraven in Tirade 85 (januari 1964) (op de omslag een - verkleurde- foto van W. Walraven met vrouw en kinderen)
- Brieven aan familie en vrienden 1919-1941 (door Rob van Nieuwenhuys) (1966, 2e vermeerderde druk in 1992)
- 1 brief van W. Walraven aan J.H.W. Veenstra (12-08-1941) in 'Briefgeheim', samengesteld door René van Stipriaan (1993)
Vertalingen/bewerkingen
Vertaald- Werk van Walraven in 'Memory and agony: Dutch stories from Indonesia (collected and introduced by Rob Nieuwenhuys, translated by Adrienne Dixon) (1979)
Bloemlezingen
Tijdschriften
- In 1925 begon hij als journalist bij 'De Indische Courant', ontdekt door de hoofdredacteur Belonje. In 1935 werd hij full-time journalist.
- Hij schreef voor het vakbondsblad 'De Suikerbond'.
- W. Walraven werkte mee aan 'Kritiek en Opbouw', 'De Fakkel' en aan het begin van de TweedeWereldoorlog kort aan 'De Malanger'.
- Brieven van W. Walraven werden (na 1960) gepubliceerd in enkele nummers van 'Tirade'.
Over Willem Walraven
- Het dubbelnummer augustus/september 1949 van het in Bandung verschijnende maandblad 'Oriëntatie' was een Walraven-nummer.
- Het Tiradenummer 121 (januari 1967) was geheel gewijd aan W. Walraven.
- F. Schamhardt, 'Walraven en de Suikerbond' (1968)
- Een hoofdstuk: 'Willem Walraven: de tragiek van de kolonie' in de 'Oost-Indische Spiegel' van Rob Nieuwenhuys (1972)
- De oudste zoon van W. Walraven, W. Walraven jr. schreef 'De
groote verbittering. Herinneringen aan mijn vader' (1975)
- Hans Vervoort, 1 hoofdstuk: 'Malang III, op zoek naar Willem Walraven' in 'Vanonder de koperen ploert' (1975)
- E.J. Sint, 'De literatuuropvatting van Willem Walraven' (1983)
- Rob van Olm, 'In de schaduw van het licht. Op reis en in gesprek met F. Springer, Tip Marugg, Boeli van Leeuwen, Jacob Vredenbregt en Willem Walraven' (1991)
- Walraven-nummer van 'Het oog in 't zeil', nr. 9 (1992)
- Schrijversprentenboek Willem Walraven (1993)
- Franklin Paul Okker, 'Dirksland tussen de doerians. Een biografie van Willem Walraven' (proefschrift) (2000)
- Corina Engelbrecht, 'Onder de gebroken spanten: kleine portretten uit het album Indië/Indonesië: Van der Tuuk, Walraven, Maria Dermoût, Juultje Verdaasdonk, Margaretha Ferguson, Rendra' (2002)
- Frank Okker, 'Propere lieden contra prolurken: over Willem Walraven en Eddy du Perron' (2004)
- 1 hoofdstuk: 'In Dirksland' over W. Walraven in 'De broek van Brahms' van Lo van Driel (2007)
- Gábor Pusztai, 'An der Grenze: das Fremde und das Eigene: dargestellt an Werken der deutschen und der niederländischen Kolonialliteratur in der ersten Hälfte des 20. Jahrhunderts von C.W.H. Koch, H. Grimm, M.H. Székely-Lulofs und W. Walraven' (2007)
Diversen: (Zonder een schijn van volledigheid)
- Rob Nieuwenhyus presenteerde in april 1964 een aflevering van het tv-programma 'Literaire Ontmoetingen' over Willem Walraven.
- Job Vredenbregt (antropoloog) heeft in Indonesië een Walraven-genootschap opgericht. Het genootschap kent de Walraven-prijs toe. De eerste keer ging de prijs naar Duco van Weerlee.
- In 1995 maakte regisseur J. van den Berg de film 'Gevangen op Java' met de acteur Gerard Thoolen in de rol van Willem Walraven.
- fragmenten uit: 'De groote verbittering' van Wim Walraven jr. in 'Oost-Indische inkt. 400 jaar Indië in de Nederlandse letteren', samengesteld door Alfred Birney (1998)
Opmerkingen
- W. Walraven werd geboren in Dirksland op Flakkee. Zijn vader - Frans Walraven - was kermisreiziger en later kruidenier. Zijn moeder - Antje van Kassel - kwam uit een schippersfamilie. Willem was de oudste van vier kinderen.
- Willem werd liberaal opgevoed. Hij ging naar de openbare lagere school. Hij was een vlotte leerling, maar mocht - zoals de meesten uit zijn milieu - niet naar de HBS. Hij kreeg extra lessen Frans, Duits, Engels en boekhouden en ging in Delft werken als volontair op het kantoor van de handelsonderneming Van Schaik in Delft.
- Bij de grote spoorwegstakingen van 1903 kreeg hij een sterke sympathie voor het socialisme.
- In 1904 kwam hij terug naar Dirksland. Hij raakte verliefd, maakte zijn vriendin zwanger, maar de relatie werd (o.a. door zijn moeder) onmogelijk gemaakt. Hij zag haar niet meer en het kind (een meisje) overleed jong.
- In 1907 ging hij in Rotterdam werken. In november 1907 werd hij lid van de Sociaal-Democratische Arbeiderspartij.
- In 1909 emigreerde hij naar Canada. Hij had er allerlei baantjes, maar kreeg geen vaste betrekking. Hij zwierf vijf jaar door Canada, maar kwam in 1915 terug naar Nederland.
- Willem Walraven heeft een moeilijke jeugd, met veel conflicten. Hij ontvluchtte deze conflicten door in 1915 (onder druk van zijn moeder - hij zou haar dat altijd kwalijk blijven nemen) een driejarig contract voor het Nederlands-Indisch leger te tekenen.
- In Nederlands Indië werd hij telegrafist, later, toen zijn meerderen ontdekten dat hij verstand had van administratieve zaken, deed hij bureauwerk.
- Hier leerde hij, in de garnizoensplaats Tjimahi, zijn vrouw Itih kennen. Zij was een Soendanese.
- In juli 1918 (na afloop van zijn contract) werd hij assistent-boekhouder bij een vestiging van de N.V. Oliefabrieken 'Insulinde' te Banjoewangi. Hij liet Itih overkomen als huishoudster.
- Walraven trouwde in 1918 met Itih. Ze kregen negen kinderen (vier zoons, waavan er één jong overleed, en vijf dochters). Hij leefde al geïsoleerd en vergrootte dit nog door dit huwelijk. In zijn verhaal 'De clan' (in 'Op de grens') vertelt hij over Itih.
- Later was hij zes jaar boekhouder bij een suikerfabriek.
- Hij voelde zich in Indië niet thuis. Dit blijkt vooral uit zijn brieven. Hij bleef naar Nederland en vooral Dirksland verlangen. Hij bleef bijvoorbeeld Hollands eten. De ingrediënten voor erwtensoep liet hij uit Nederland opsturen.
- In 1925 begon hij als journalist bij 'De Indische Courant', ontdekt door de hoofdredacteur Belonje.
- Van 1926 tot 1928 was hij - vanuit een Marxistische gedachtengoed - lid van de vakbond - de 'suikerbond'- Hij was bestuurslid en redacteur van het bondsblad. Na een kritisch artikel over het financieel beleid van de bond werd hij uit het bestuur gezet.
- In juli 1929 kocht Walraven een verlopen hotel in Pasoeroean (een dode kustplaats). Hij verloor hiermee vrijwel al zijn geld. Vanaf dat moment waren er vrijwel doorlopend geldzorgen.
- Hij werkte nog een jaar bij de volkscredietbank.
- In 1931 werd hij definitief freelance journalist. De lezers waardeerden zijn schetsen en artikelen, waardoor hij bijzonder veel vrijheid kreeg van de hoofdredactie. Hij hoefde bijvoorbeeld vrijwel niet op de redactie te verschijnen en mocht werken vanuit zijn huis.
- Walraven woonde in Blimbing, een voorstadje van Malang.
- Walraven was een stevig drinker. Vooral op de dag dat zijn maandelijkse betaling binnenkwam was hij vaak dronken.
- In 1938 leerde hij E. du Perron kennen, deze ontdekte hem als schrijver en moedigde hem aan.
- In 1941 ontmoette hij Jan Greshoff.
- In mei 1941 werd hij veroordeeld wegens vermeende NSB-sympathieën en belediging van de Indo-europeanen. Hij zat een maand gevangen - van 9 oktober tot 7 november - in de Soekamiskin-gevangenis bij Bandoeng. Hij bericht hierover in 'Een maand in het boevenpak' (1978). De veroordeling was belachelijk, maar zijn recente anti-fascistische artikelen, zijn huwelijk, noch de getuigenissen van prominenten konden de rechter overtuigen.
- In juli 1942 werd hij met drie van zijn zoons gevangen gezet in het Japans gevangenkamp Kesilir op Oost-Java. Willem Walraven overleed hier in 1943, uitgeput en apathisch. Hij werd begraven in een anoniem kampgraf.
- Pas na zijn dood werd zijn werk in boekvorm uitgegeven. Uit zijn hele werk spreekt de tragiek van het leven tussen twee werelden.
- Zijn zoon Willem Walraven jr. kwam in 1950 naar Nederland, volgde hier een cursus tot lasser en emigreerde met vrouw en twee kinderen naar Amerika (Californië). Deze Willem jr.schreef de herinneringen aan zijn vader op. Ze werden gepubliceerd in Tirade en in het boek 'De groote verbittering. Herinneringen aan mijn vader' (1977)
- Op de plaats waar zijn geboortehuis in Dirksland stond (straatdijk 18), is
een gevelsteen aangebracht met de tekst: Hier stond het geboortehuis
van Willem Walraven / journalist en schrijver 07-06-1887 tot
13-02-1943 / "En er gaat geen dag voorbij dat ik niet
aan Dirksland denk"
Anderen over Willem Walraven
- 'Deze 128 bladzijden van Walraven - eenige verhalen, boekbesprekingen, brieffagmenten en reisbeschrijvingen - verschenen dankzij de goede zorgen van Rob Nieuwenhuijs als dubbelnummer van het in Bandung uitgegeven maandblad 'Orientatie'.Zij vormen een document humain, dat bizonder schaarsch is in onze letterkunde. (Jacques Gans Het Pamflet, 14-01-1950, blz. 16)
- Hoe hij is, wat hij is, hij ontslaat ons van de plicht een karakteristiek van hem te geven, omdat hij in dit boek leeft, intenser leeft dan menigeen, die met gebruikmaking van indrukwekkender middelen een bewuste poging gedaan heeft zich zelf "onsterfelijk" te maken. (R. Blijstra, Critisch Bulletin februari 1953, blz. 61)
- Wanneer men zoekt naar een andere briefschrijver met wie hij vergeleken zou kunnen worden, dan dringt zich bij mij alleen Tsjechow op, wiens correspondentie ook door Van Oorschot is uitgegeven. Dit is misschien het grootste (helaas postume) compliment dat men Walraven kan maken. (Adriaan Morriën, Parool, 05-11-1966)
- Mijn vader zei over zijn werk: 'Inspiratie door transpiratie', wat zeer wel gezien was, want mijn vader zweette altijd, ondanks zijn jarenlang verblijf in Jan Oost. Hij zweette zoals slechts een Hollander kan zweten hier in Indië, met een overvloedigheid die zijn net hemd, shirt en jas doorweekte en waar wij Indo's met verbazing naar keken. (W. Walraven jr., Tirade nr. 121, blz. 3)
- Ik vermoed dat verdriet, desillusies en zorgen er aanleiding toe gaven dat zijn sprankelende humor ontaardde in wrange spot. De dingen die hij zei, waren zeer waar, doch hij zei en schreef het op zoo'n manier dat verscheidene menschen 'zich in hun eer aangetast voelden' en geweldig 'beleedigd waren'. 'De waarheid wil niet gehoord worden!', hetgeen niets aan het feit afdeed dat mijn vader daardoor zeer veel malen in allerlei verwikkelingen en conflicten geraakte. (W. Walraven jr., Tirade nr. 121, blz. 7)
- Mijn vader was niet geliefd. Er waren menschen die in hem slechts de bruut zagen, die - wanneer hij dronken was - zijn vrouw sloeg, de boel stuk smeet en tot diep in de nacht met ijselijke kreten en vloeken de Inlanders voor het huis deed samenscholen. Zoo waren er menschen die bevreesd waren voor hem om zijn scherpe pen en omdat hij hun de naakte waarheid voor de voeten smeet. Zoo waren er menschen die gniffelden en wien het leedvermaak op de gezichten te zien was, wanneer de deurwaarder weer eens verscheen, of wanneer mijn vader het een of ander niet kon betalen. Deze categorie menschen noemden hem een grootdoener, een protser. Daar waren er die hem een zwartgallige pessimist en een onverbeterlijke kankeraar noemden. Dan waren er ook die hem niet au serieux namen en een beetje medelijdend lachten: 'Die gekke Blanda...' Nee, mijn vader was niet geliefd. (W. Walraven jr., Tirade nr. 121, blz. 9)
- Hij was geen dichter, ofschoon soms een niet onvermakelijk rijmelaar, hij was geen kunstenaar, ofschoon hij een paar meer dan verdienstelijke novellen heeft geschreven. Tot de denkers kan men hem moeilijk rekenen, met zijn half-gekend en half-begrepen vulgair-marxisme, al was hij, in de koloniale Nederlands-Indische samenleving van zijn tijd een van de scherpzinnigste en vooral een van de zeer critische en rebelse figuren, met evenveel juiste en ongenadige oordelen als rare en nare, maar altijd duidelijk geformuleerde vooroordelen. Maar wat een levend mens, in zijn nooit eindigende strijd om zich als onafhankelijk publicist boven zijn maatschappelijk milieu - het Europees kolonialisme - te verheffen en tegelijkertijd dat milieu te raken en te verbeteren. (J. de Kadt, Tirade nr. 121, blz. 56)
- Ik stuur jullie hierbij een boek voor de aardigheid. Die Walraven heb ik erg hoog. Kennen jullie zijn Brieven? Er kijkt geen hond naar om - de 'beroemdheden' zelfs lezen hem niet, maar uitgegeven moest hij wel worden. (G. van Oorschot aan L.H. Wiener, Een handdruk en een vuist, blz. 25, 27-10-1971)
- Je kunt nauwelijk spreken van een literaire gigant als iemands totale oeuvre bestaat uit een boekje met enkele novellen, die na zoveel jaar wat stijfjes aandoen. Willem Walraven (1887-1943) is echter iemand die door de brieven die hij schreef - gebundeld door uitgever Van Oorschot - geheel levend voor je staat met al zijn prettige en minder prettige eigenschappen, en het volmaakt op papier zetten van één personage is een krachttoer die de meeste romanciers hun leven lang vergeefs nastreven (Hans Vervoort, Vanonder de koperen ploert, blz. 176)
- Willem Walraven kwam omstreeks 1915 in Indië terecht, trouwde met een Soendanese, kreeg vele kinderen en bleef uit pure noodzaak in Indië hangen, vervuld van een diep heimwee naar Nederland. Door zijn huwelijk, zijn socialistische opvattingen en algemene eigengereidheid plaatste hij zich buiten de blanke gemeenschap, maar hij was toch te veel Hollander om zich echt in Indië thuis te voelen. Geleidelijk aan werd hij ook vreemdeling in zijn gezin, dat een eigen leven leidde, om de blanke, dikke, zwetende, bierdrinkende driftkop heen. (Hans Vervoort, VN, 06-05-1978)
- Willem Walraven, die in Indië gestrande Dirkslander die in zijn Brieven perfect de opstandigheid en heimwee verwoordt van een intelligente en gevoelige 'totok' die door allerlei omstandigheden (huwelijk, geldnood) vastzit in een tropenland dat nooit zijn land zal worden, en in twee culturen (de Indische en de verwaten Hollandse) waarin hij zich óók al niet thuis voelt. (VN, 26-02-1983)
- Hem heb ik eenmaal in mijn leven gezien. Dat was in de gevangenis; hij had een persdelict vlak voor de oorlog. Daar heeft hij een maand gevangenisstraf voor gekregen. Later schreef hij erover, dat werd zijn boek Een maand in het boevenpak. Ik ben hem gaan opzoeken in de gevangenis. Hij was toen zeer achterdochtig. Ik weet niet wat hij niet vertrouwde, maar hij moest de kat flink uit de boom kijken. Hij was daar terecht gekomen omdat hij was aangeklaagd wegens defaitisme. Zo vlak voor de oorlog uitbrak was iedereen verschrikkelijk bang. Walraven had in de trein, na teveel biertjes, tegen medepassagiers iets gezegd over de verdedigingswerken van bamboe waar de trein langsreed. (Rob Nieuwenhuys, Literatuur, maart-april 1984)
- Nederlands-Indië en tegenwoordig Indonesië is zo'n vervreemdend buitenland. Een paar honderd jaar hebben Hollanders daar gewoond en rondgereisd en veel boekenplanken gevuld met de verslagen van hun ervaringen. De Brieven van Willem Walraven vind ik nog steeds het mooist, het gevecht van een oprechte Hollander tegen het noodlot dat hem in de jaren twintig zonder retourbiljet in Nederlands-Indië bracht. Hij trouwde er met een Javaanse, kreeg vele Indische kinderen, werd journalist en schreef in lange brieven zijn heimwee op naar Dirksland, zijn haat tegen de koloniale maatschappij en zijn vertwijfeling over vrouw en gezin van wie hij hield en die van hem hielden, maar met wie hij als Hollander toch nooit echt contact had. Walraven overleed in een Japans interneringskamp en dat was een verlossing, hij was te veel een mens van twee werelden geworden om ooit ergens gelukkig te kunnen zijn. (Hans Vervoort, VN, 29-04-1989)
- Walraven haatte het idee in Indische grond begraven te liggen, opgevreten door Indische wormen, maar zo is het gegaan. (John Jansen van Galen. Het Parool, 1993)
- Hij was van nature een bohémien, en werkte decennia lang als boekhouder. Hij had een onstilbare honger naar cultuur en intellectuele vriendschappen, terwijl hij zijn leven lang 'in the middle of nowhere' woonde. Hij leefde het grootste deel van zijn leven in de tropen, maar bleef tot aan zijn dood tot aan zijn enkels vastgezogen in de zware klei van Flakkee. Wie zulke tegenstellingen in zich verenigt heeft twee mogelijkheden: hij wordt gek of schrijft een meesterwerk. Willem Walraven deed het laatste, al had dit magnum opus niet de vorm van een roman, filosofisch tractaat of dichtbundel. Zijn meesterwerk waren de vele, meestal zeer lange brieven die hij tussen 1919 en 1941 schreef aan zijn familie en vrienden. (Rob Hartmans, Hervormd Nederland, 13-02-1993)
- Hij kwam altijd te laat. Hij ging te laat in het leger, kocht te laat een hotel, ging te laat de journalistiek in, werd te laat schrijver; maar het mooie is dat hij nu toch voortleeft door zijn werk. (Jan van den Berg, VN, 20-04-1996)
- Ik ben altijd maar op iets, god mag weten wat, aan het wachten, net als Walraven, de Indische Journalist, met wie we veel gemeen hebben. Ik heb nooit rust, doe nooit iets met plezier, doe al mijn werk in een razend tempo, omdat ik nog zoveel anders ook moet doen, en ga dan uren gejacht zitten niets doen. (J.J. Voskuil, Requiem voor een vriend, blz. 184)
- In de biografie over Willem Walraven staat (blz. 152): 'Hoewel zijn zeer forse postuur anders doet vermoeden - hij weegt honderd kilo bij een lengte van één meter drieënzeventig - is Walraven zelf een tamelijk sobere eter.' Prachtige informatie. (Lo van Driel, De broek van Brahms, blz. 148)
Mijn favoriete citaat
Wij allen hebben iets te koop en het is maar de vraag of datgene,
wat wij te koop aanbieden, gewild is bij het publiek,
dat verschijnt voor onze toonbank.
Zelfs de man, die zware arbeid verricht, heeft te ondervinden,
dat de koper van zijn werkkracht terdege let op de prestaties zijner spieren.
En toch is hij, naar mijn mening, nog een benijdenswaardig man.
Want hij verkoopt immers slechts zijn fysieke kracht,
terwijl zovelen van ons hun geestelijke kracht,
hun overtuiging, hun ziel moeten verkopen.
(W Walraven, De Indische Courant, 18-12-1926,
opgenomen in Tirade 121, januari 1967, blz. 39)
Links
- Raban Internet Antiquariaat - voor tweedehands boeken van Willem Walraven
- DBNL - Willem Walraven
- ING - Biografie van Walraven, Willem
Bronnen o.a.
- R. Nieuwenhuys, Bij het scheiden van de markt (1960)
- Tirade 121 (januari 1967)
- Lexicon van de moderne Nederlandse literatuur (1978)
- Spectrum Nederlandstalige auteurs (1985)
- Winkler Prins lexicon van de Nederlandse letterkunde (1986)
- Oosthoek lexicon Nederlandse & Vlaamse literatuur (1996)
- Hans Heesen e.a., Waar ligt Poot? (1997)
- Schrijvers. 2000 auteurs van de 20e eeuw van A tot Z (2002)
- Website van de Koninklijke Bibliotheek (februari 2023)