Hélène Swarth
Profiel
Achternaam: Lapidoth-Swarth
Roepnaam: Hélène
Voornamen: Stéphanie Hélène
Geboren: 25-10-1859
Te: Amsterdam
Overleden: 20-06-1941
Te: Velp
Pseudoniem(en): Voor zover mij bekend
heeft Hélène Swarth niet onder pseudoniem gepubliceerd.
Ze gebruikte wel een enkele keer de naam Lapidoth-Swarth.
Indien gij weet wat leven is en lijden,
en welk een zee van weedom in een traan ligt,
laat mij die holle weg in 't woud vermijden,
verg niet, dat ik mijn schreden naar die laan richt!
(Hélène Swarth, De weg in 't woud, fragment)
Voor tweedehands boeken | Ook van Hélène Swarth |
Raban Internet Antiquariaat | Klik hier ! |
Werk
Poëzie
- Fleurs du rêve (1879)
- Les printanières (1882)
- Eenzame bloemen (1883)
- Blauwe bloemen (1884)
- Beelden en stemmen (1887)
- Sneeuwvlokken (1888)
- Rouwviolen (1889)
- Liederen en gedichten (1890)
- Passiebloemen (1891)
- Poëzie (1892)
- Verzen (1893)
- Blanke duiven (1895)
- Diepe wateren (1897)
- Stille dalen (1898)
- Najaarsstemmen (1900)
- Premières poésies (Fleurs du rêve/Les printanières/Feuilles mortes) (1902)
- Gedichten (1902)
- Octoberloover (1903)
- Nieuwe verzen (1906)
- Bleeke luchten (1909)
- Herfstdraden (1910)
- Avondwolken (1911)
- Thea Lelie (1913)
- Eenzame paden (1916)
- Late liefde: liederen en sonnetten (1919)
- Keurbundel van honderd gedichten. Door de dichteres zelve gekozen (300 ex.) (1919)
- Nieuwe verzen (1920)
- Late rozen (1920)
- Octobre ne fleur (1921)
- Episoden (1924)
- Al onder de boomen (1927)
- Morgenrood (1929)
- Late rozen (1929)
- Avonddauw (1930)
- Natuurpoëzie (1930)
- Vrouwen (1935)
- Wijding (1936)
- Sorella: nagelaten dichtbundel van de dichteres (1942)
- Het zingend hart (bloemlezing door J.C. Bloem) (1952)
- Een mist van tranen (verzameld door Hans Roest) (1973)
- De mooiste gedichten van Hélène Swarth (Verzameld door Sipke van der Land) (1989)
- Weemoed (bibliofiel, 40 ex.) (1991)
Proza
- Kindersprookjes (1886)
- Fioretta: verhalen uit het meisjesleven (1890)
- Kleine schetsen (1893)
- Sprookjes (1894)
- Van vrouwenleven (1896)
- Van vrouwenleed (1897)
- Van vrouwenlot (1897)
- Profieltjes (1899)
- Ernst (1902)
- Louise (1907)
- Verzwegen leed (1908)
- Villa Vrede (1909)
- Schimmetje (1912)
- Hermelijntje (1923)
- Eenzamen (1924)
- Dagen (1924)
- Beeldjes uit vrouwenleven (1938)
Brieven
- Brieven aan Pol de Mont (door Herman Liebaers) (1964)
Toneel
- Dolorosa; Mara (1911)
Vertalingen/bewerkingen
- Hélène Vacaresco, Roemeensche volksliederen en balladen (1909)
- Alfred de Musset, De nachten: Meinacht, Decembernacht, Augustusnacht, Octobernacht (1912)
- Rachilde, Haar lente (1913)
- Elizabeth Barrett Browning, Portugeesche sonnetten (1915)
- Madame de la Fayette, De prinses de Clèves: een zielkundige roman (1915)
- Victor Hugo, Hernani, of De Castillaansche eer: drama in vijf bedrijven (1918)
- Hans Bethge, De Chineesche fluit: lyrische Chineesche gedichten (1921)
- Camille Lemonnier, Twee vrouwen (1922)
- 1 vertaling: Alfred de Musset 'De meinacht' in 'Oogst der tijden, Keur uit de werken van schrijvers en dichter aller volken en eeuwen', red. Johan Winkler (1940)
- 1 vertaling 'De echtgenote' (Roemeens volkslied) in 'Oogst der tijden, Keur uit de werken van schrijvers en dichter aller volken en eeuwen', red. Johan Winkler (1940)
- Sonette (Duitse vertaling door Otto Hauser) (1914)
- Lieder und Elegien (Duitse vertaling door Otto Hauser) (1917)
Hélène Swarth schreef een inleiding/inleidend gedicht voor
- Jan Feith, Ons eigen land (1910)
Bloemlezingen
Tijdschriften
- Hélène Swarth was medewerkster van 'De Nieuwe Gids'.
- Hélène Swarth publiceerde in 'Opwaartsche wegen', 'De Kroniek', 'Lelie- en Rozeknoppen' en 'De Gids'.
Over Hélène Swarth
- Een hoofdstuk over Stephanie Hélène Swarth in 'Studiën en critieken' van W.G. van Nouhuys (1897)
- 2 hoofdstukken: 'Frederik van Eeden - Hélène Swarth - Julius Vuylsteke' en 'Hélène Swarth' in 'Nieuwere Literatuur-geschiedenis, deel 2' van Willem Kloos (1904)
- 1 hoofdstuk: 'Hélène Lapidoth-Swarth' in 'Nieuwere Literatuur-geschiedenis, deel 3' van Willem Kloos (1905)
- J.B. Schepers, 'Schilders-met-de-pen: Herman Gorter, Jacques Perk, Hélène Swarth, Jacob Winkler Prins, Jacobus van Looy, Willem Kloos en anderen' (ca. 1910)
- 1 hoofdstuk over Hélène Swarth in 'Geschreven portretten' van Is. Querido (1912)
- 1 hoofdstuk: 'Hélène Lapidoth-Swarth - Giza Ritschl' in 'Nieuwere Literatuur-geschiedenis, deel 5' van Willem Kloos (1914)
- Een hoofdstuk over 'Kinderjaren' van Helene Swarth en 'Het kind dat wij waren' van Edgar du Perron in 'Vers tegen vers' van Hendrik de Vries (1949)
- 2 hoofdstukken: 'Hélène Swarth, Albert Verwey, Jan Prins' en 'Bij den zeventigsten Verjaardag van Hélène Swarth' in 'Verzamelde beschouwingen' van J.C. Bloem (1950)
- Annie Salomons besteedt in 'Herinneringen uit den ouden tijd: over schrijvers die ik persoonlijk heb gekend' aandacht aan Hélène Swarth (1960)
- Herman Liebaers, 'Hélène Swarths Zuidnederlandse jaren' (1964)
- Een hoofdstuk: ''k Weet niet wie mijn lied zal gedenken. Rondom de dood van Hélène Swarth' in 'Kladboek' (1979) van Jeroen Brouwers.
- Jeroen Brouwers, 'Hélène Swarth. Haar huwelijk met Frits Lapidoth. 1894-1910' (1985)
- Anneke Reitsma, ''Ik heb niets dan de stem van mijn hart'. Hélène Swarth (1859-1941)' in 'Bzzlletin 129' (oktober 1985)
- 1 in memoriam: 'Hélène Swarth' door Ina Boudier-Bakker in 'Hij is reeds aan de overzijde. Necrologieën van schrijvers', samengesteld door Jeroen Brouwers (1986)
- Jeroen Brouwers, 'De schemerlamp van Hélène Swarth: hoe beroemd zij was en in de schemer verdween' (1987)
- 1 hoofdstuk: 'Hélène Swarth (1859-1941): 'Ik heb niets dan de stem van mijn hart' in 'Het woord te vondeling. Een eeuw Nederlandse poëzie in zeventien portretten', van Anneke Reitsma (2002)
- Liselotte Vandenbussche, 'Het veld der verbeelding: vrijzinnige vrouwen in Vlaamse literaire en algemeen-culturele tijdschriften (1870-1914)' (proefschrift) (2008)
- Gerrit Komrij becommentarieert het gedicht 'De stem' van Hélène Swarth in 'Tussen hemel en aarde' (2013)
- A.H. Huussen jr', 'De poëzie van Hélène Swarth (1859-1941) als inspiratiebron voor Nederlandse componisten: bio-bibliografisch overzicht' (2018)
Partituren
- 'Lieder', für eine Singstimme mit Klavierbegleitung, Ary van Leeuwen, bevat 'Oud Liedeken' van Hélène Swarth (z.j.)
- 'Scoonslaepsterken', gedicht van Hélène Swarth, muziek van S. van Milligen (z.j.)
- 'Liederen', voor een zangstem: met pianobegeleiding, Karel August Textor, bevat 'Pensées' van Hélène Swarth (z.j.)
- 'Twee liederen', voor zang en klavier van Karel Textor, bevat 'Zomerlied' van Hélène Swarth (z.j.)
- 'Twee gedichten van Hélène Swarth', op. 12, muzikaal bewerkt voor eene zangstem met pianobegeleiding door L.Adr. van Tetterode (z.j.)
- 'Vogelijn', gemengd koor, f kl.t., Simon van Millingen, tekst van Hélène Swarth (z.j.)
- 'Avond', gemengd koor, Es gr.t., Simon van Millingen, tekst van Hélène Swarth (z.j.)
- 'Voorjaar', gemengd koor, Es gr.t., Frans Coenen, tekst van Hélène Swarth (z.j.)
- 'Najaar', gemengd koor, F gr.t., Frans Coenen, tekst van Hélène Swarth (z.j.)
- 'Winterdag', gemengd koor, Es gr.t., Frans Coenen, tekst van Hélène Swarth (z.j.)
- 'Zwerven', gemengd koor, F gr.t., Frans Coenen, tekst van Hélène Swarth (z.j.)
- 'Zes gedichten', van Hélène Swarth: opus 5, gecomponeerd door Anton Averkamp (z.j.)
- 'Drie liederen', voor eene zangstem met klavierbegeleiding: opus 4, Henri G.W. van Nieuwenhoven, bevat 'Wiegelied' en 'Eerste liefde' van Hélène Swarth (z.j.)
- 'Tien liederen', Fémine Schults, bevat 'Oud liedeken' van Hélène Swarth (z.j.)
- 'Avondlied', Bernard Zweers, tekst van] Hélène Swarth (z.j.)
- 'Twee minnezangen', voor gemengd koor met klavierbegeleiding: op. 16, woorden van Hélène Swarth, muziek van P.A. van Antwerpen (ca. 1875)
- 'Vijf liederen', voor eene zangstem, met pianobegeleiding, door Henriette J. van den Brandeler (z.j.)
- 'Liederen', zangstem, piano, middenstem, Cornelis Andriessen, bevat 'Zomerlied' van Hélène Swarth (z.j.)
- 'Mijn troost, mijn oogenlust = Dreaming', op. 50, Jan Mulder, gedicht van H. Lapidoth Swarth (z.j.)
- 'Gedichten van Hélène Swarth, George Muller, voor sopraan (of tenor) en piano / voor alt (of bariton) en piano (z.j.)
- 'Oud liedeken', gedicht van Hélène Lapidoth-Swart, gecomponeerd door Marie de Roodt (z.j.)
- 'Meinacht', zangstem, piano, middenstem, Alphons Joannes Maria Diepenbrock (ca. 1885)
- 'Drie liederen', voor eene zangstem met piano, Henri Völlmar, bevat 'Voorheen' van Hélèn Swarth (189?)
- 'In 't donker', op. 21, woorden van Hélène Swarth, muziek van B.A. (189?)
- 'Drie liederen', voor eene zangstem met pianobegeleiding: op. 18, Bart Verhallen (189?)
- 'Mijn liefde', Cornelie van Oosterzee, gedicht van Hélène Swarth (1893)
- 'Drie liederen', voor eene zangstem met piano, door Henri Völlmar, bevat 'Voorheen' en 'In 't donker' van Hélène Swarth (1895?)
- 'Liederen', zangstem, piano, vier liederen, middenstem, Cornelis Andriessen (1895)
- 'In mei', C. van Oosterzee, gedicht van Hélène Swarth (1896)
- 'Lied', woorden van Hélène Swarth, muziek van Bernard Zweers (1897)
- 'Zijn dood', lied voor mezzo-sopraan, Kor Kuiler, tekst van Hélène Swarth (1899)
- 'Rouwviolen', drie liederen voor een vrouwenstem, door A.D. Loman, tekst van Hélène Swarth (ca. 1900)
- '6 liederen', voor eene altstem, op. 17, Ulfert Schults, bevat 'Mijn naam' van Hélène Swarth (z.j.)
- 'Twee liederen', voor eene zangstem met pianobegeleiding, op. 2, door Bart Verhallen, tekst van Hélène Lapidoth-Swarth (z.j.)
- 'Drie liederen', voor eene altstem met begeleiding van pianoforte, door Henri Vink, Tekst van lied 1 en 2 van Hélène Swarth (z.j.)
- 'Ghasel', voor een zangstem en klavier, tekst van Hélène Swarth, getoonzet door Henri Zagwijn (z.j.)
- 'Lied', woorden van Hélène Swarth, muziek van Bernard Zweers, Diep in het dennenbosch, A gr.t. (z.j.)
- 'Sterren en Heidelied', woorden van Hélène Swarth, muziek van Bernard Zweers (1897?)
- 'Van 't kind, de herders en de ster: twintig kerstliederen', voor een zangstem met pianobegeleiding, bewerking en toonzetting door Leo Mens. Bevat van Hélène Swarth 'O verblijdende' (z.j.)
- 'Kom mee', opus 48, gedicht van Hélène Lapidoth Swarth, voor vierstemmig mannenkoor a capella door Bart. Verhallen (z.j.)
- 'Twee liederen', voor een altstem met pianobegeleiding, gecomponeerd door P.A. van Westrheene, tekst van Hélène Lapidoth-Swarth (1900)
- 'Gedichten van Hélène Swarth', getoonzet door George Muller (z.j.)
- 'Twee liederen', voor één zangstem, getoonzet door Sam. Vlessing, bevat van Hélène Swarth 'Mei-verlangen' (z.j.)
- 'O liefste met uw godenlach', woorden van Hélène Swarth, muziek van Marie Anten-De Roodt (z.j.)
- 'Twee verzen van Hélène Swarth', voor tenor met klavierbegeleiding, Tom de Vries (z.j.)
- Verzen van He´le`ne Swarth ; [tenor]
- 'Rouw', voor eene altstem met piano-begeleiding, poëzie van Hélène Swarth, muziek van Ant. Averkamp (z.j.)
- 'In mei', op. 16 no. 1, tekst van Hélène Swarth, muziek van Kor Kuiler (z.j.)
- 'Vijf liederen', voor eene zangstem, met pianobegeleiding, door Henriette J. van den Brandeler, tekst van Hélène Lapidoth-Swarth (z.j.)
- Liederen, zangstem, piano, 1906. Liedeken van vrouwenleven/4f kl.t. (z.j.)
- 'Meidroom', lied voor eene zangstem met klavierbegeleiding, für eine Singstimme mit Begleitung des Pianoforte, Frans L. Vink (z.j.)
- 'Twee guitige liederen', voor zang en piano, van P.L. Tobé, tekst Hélène Swarth (z.j.)
- 'Avond', gemengd koor, woorden van Hélène Swarth, muziek van Ary Bouman (z.j.)
- 'Herfst', voor gemengd koor, muziek van J.A. Maassen, tekst van Hélène Lapidoth-Swarth (z.j.)
- La-Ksu-Feng, 'De drie princessen' (metrisch naar de bewerking van H. Bethge vertaald door Hélène Swarth, muziek van Jan Nieland) (z.j.)
- 'Licht geluid', F. Eyrich, bevat van H. Swarth 'Wiegelied' (z.j.)
- 'Lentewind = (Frühlingshauch)', mannenkoor, gedicht van Hélène Lapidoth-Swarth, deutsch von J.W. Kuiper, muziek van Georg Rijken (1904)
- 'Lied', gedicht van Hélène Swarth, muziek van L.P.J. Michielsen (1905)
- 'Mijn naam', lied voor middenstem, op. 29, no. 1, Hélène Swarth, Kor Kuiler (ca. 1905)
- 'Lenteknoppen', Op. 7, no. 2, gedicht van Hélène Swarth, muziek van H.W.G. van Nieuwenhoven (1905)
- 'Liederen', zangstem, piano, middenstem, Willem Andriessen, woorden van H. Lapidoth-Swarth (1906)
- 'Liederen', met klavierbegeleiding, Anna Stibbe, tekst van H. Lapidoth-Swarth (1907)
- 'Klein lied', gedicht van Hélène Swarth, muziek van Ferd. Grimberg (1907)
- 'Avondlied', Bernard Zweers, tekst Hélène Swarth (1908)
- 'Drie liederen', voor eene zangstem met pianobegeleiding, door Kees Andriessen, woorden van Hélène Lapidoth-Swarth (ca. 1910)
- 'Twee liederen', voor eene zangstem met pianobegeleiding, door Kees Andriessen, woorden van Hélène Lapidoth-Swarth (ca. 1910)
- 'Sterren', zangstem, piano, G gr.t., Daniel de Lange (1911)
- 'Voorjaar', Frans Coenen, woorden van Hélène Swarth (ca. 1911)
- 'Nu is de lucht zoo grijs en vaal', gemengd koor (1914)
- 'Lentekus', voor vier mannenstemmen, gedicht van Hélène Swarth, muziek van Bernard Diamant (ca. 1915)
- 'Kinderjaren', voor sopraan met pianobegeleiding, door Marie van Essen, tekst van Hélène Swarth (1917)
- Werk van Hélène Swarth in 'Liederen', zangstem, piano, C gr.t. (1921)
- 'Liederen', W. de Iongh, bevat 'Offerande' van Hélène Swarth (1924)
- 'Twee liederen: voor eene zangstem met pianobegeleiding' (Lentweemoed/O liefste met uw godenlach), woorden van Hélène Lapidoth-Swarth, muziek van J. Zwolsman (1925)
- 'De goudfazant = Der Goldfasan', bariton, tekst van Sang-Sli-Po, Hollandsche vertaling van Hélène Swarth, naar Duitsch van H. Bethge, muziek van Clara Wildschut (ca. 1925)
- 'De omkransde boot', op. 105, Jac. Bonset, oorspronkelijke tekst van Tung-Liu-Fan, vertaald door Hélène Swarth (1925)
- 'De keizer: (Thu-fu)', voor mannenkoor: op. 107, tekst uit "De Chineesche fluit" van Hans Bethge, gecomponeerd door Jac. Bonset, vertaald door Hélène Swarth (1926)
- 'Het fluitlied van den herfst', voor contra-alt en piano, Clara Wildschut, Chineesch van Thu-Fu, Nederlandsch van Helena Swarth (1928)
- 'Wiegelied', zangstem, piano, F gr.t., 1914, Josephus Cornelius de Klerk (1929)
- 'De vreemdelinge = Die Fremde', naar het Chineesche gedicht van Pe Khiü-Y (771-846), deutsche Uebersetzung von Hans Bethge, Nederlandsche vertaling van Hélène Swarth, gecomponeerd voor mannenkoor door Fred. J. Roeske (1930)
- 'Liederen', zangstem, piano, Lied uit Passiebloemen (1931)
- 'Avondgoud' en 'Regen en wind', gedichten van Hélène Swarth; deutsche Übersetzung von Charlotte Eckhardt, in 'Liederen, zangstem, piano, op.26; hoge stem', Alphons Vranken (1933)
Diversen: (Zonder een schijn van volledigheid)
- Het handschrift van het gedicht 'In donker doolbosch' staat afgedrukt in 'Schrijversprentenboek 28. Opwaartsche Wegen' (1989)
- Een portret (olieverf op doek) van Hélène Swarth door Rosa Spanjaard, gemaakt in 1919 in 'Schrijversportretten', samengesteld door Sjoerd van Faassen, Pauline Bloemsma en Hester Quist (2010)
Werk van Hélène Swarth geciteerd in een overlijdensbericht
Volkskrant, 29-05-1996
Opmerkingen
- Hélène Swarth werd geboren in Amsterdam, op Prinsengracht 395.
- Haar vader, Eduard Swarth, was koopman en enige tijd consul van Portugal.
- Hélène Swarth kreeg een Franse opvoeding in België (Brussel en Mechelen), waar ze van haar zesde jaar tot 1893 woonde.
- Ze debuteerde ook met een bundel Franse poëzie. Op aandringen van Pol de Mont ging ze ook Nederlandse poëzie schrijven.
- Veel van haar gedichten gaan over de natuur en over het geloof en hebben een weemoedige, romantische inslag.
- Ze moet in België verloofd zijn geweest met een - ook gedichten schrijvende - jongen (Maurice Warlomont. Hij dichtte onder het pseudoniem Max Waller). De beide families lieten deze verloving niet doorgaan, omdat ze een verschillende godsdienst hadden. De jongen stierf kort na het verbreken van de verloving in 1889. Hélène Swarth schreef voor hem haar bundel 'Rouwviolen'.
- In 1891 verloofde ze zich met Hendrik Wolfgang van der Mey. Hij schreef voor de 'Spectator'. In mei 1892 verbraken ze de verloving.
- Kloos en Van Deyssel waren onder de indruk van haar eerste Nederlandstalige bundels. Hélène Swarth werkte mee aan 'De Nieuwe Gids', maar heeft niet tot de 'Tachtigers' behoord.
- Ze trouwde in 1894 met de journalist/schrijver Frits Lapidoth. Ze was teleurgesteld in dit huwelijk, getuige een brief aan Pol de Mont in 1910, het jaar van hun scheiding.
- Van 1921 tot 1939 woonde Hélène Swarth 's zomers in Velp (Pinkenbergseweg 9) in pension bij de familie Salemink en 's winters in Den Haag.
- In 1939 kwam zij definitief in Velp wonen.
- Hélène Swarth had te kennen gegeven begraven te willen worden in Rozendaal, maar door een misverstand werd ze op 24-06-1941 begraven op de begraafplaats 'Heiderust' van Worth-Reden, Lentsesteeg 21 (graf 1-bg-223).
- Er zijn in diverse steden straten naar haar genoemd, o.a. in Groningen, 's-Hertogenbosch, Hillegom, Oegstgeest, Uithoorn, Utrecht en Zwolle.
Handschrift Hélène Swarth
Anderen over Hélène Swarth
- Dat is schilderen met woorden. Hoe geven deze eenigjuiste woorden aan zulke stillevens en tafereeltjes een ongelooflijke realiteit! Nieuw noch verrassend zijn zulke woorden, maar ze verstaan en vertolken het eeuwig-oude en eeuwig-nieuwe lied dat sluimert in alles om ons heen. Welk een groot en warm gevoel voor het leven heeft deze schrijfster! Mogen wij klagen dat dit haar zoo ernstig, zoo weemoedig stemt? Want weemoed is de stemming waarin deze schetsen ons brengen. (G.F. Haspels, Onze Eeuw, 1910)
- Willem Kloos noemde haar, vanwege de weemoedigheid van haar gedichten in de bundel 'Sneeuwvlokken', 'het zingende hart van onze letterkunde'.
- De miskenning van Hélène Swarth is tot op een zekere hoogte wel te begrijpen, hoewel niet te verontschuldigen. Zij heeft te veel en vooral vaak te sentimenteel geschreven. Maar die miskenning is er niet minder grof en onverdiend om. Met uitzondering van Albert Verwey heeft geen van haar tijdgenoten een zo omvangrijk werk van zo hoog gehalte geschapen. Haar dichtkunst is misschien niet in de eerste plaats diepzinnig of subtiel, maar van een bewonderenswaardige persoonlijkheid en echtheid. (J.C. Bloem, Persoonlijke voorkeur van J.C. Bloem, blz. 38/39)
- Dat in Nederland een vrouw dat doet en zich zo in oprechtheid geeft aan de menschen, dat is iets heel bijzonders waarop met nadruk gewezen moet worden. (Lodewijk van Deyssel, geciteerd in Femina, deel 3, blz. 254)
- M'n eerste literaire liefde was Hélène Swarth. Ik liep met haar dikke, donkerblauwe bundel 'Poëzie' de laan voor ons huis in, op een stille zomerse avond en ik kwam als een ander mens terug. Haar stem had iets in me aangeraakt, dat tot nu toe onberoerd was gebleven. En nóg, als ik in die oude bundel blader, gaat er een betoverde wereld voor me open. (Annie Salomons, Herinneringen uit de oude tijd, blz. 11)
- u zag hoog boven 't sterfelijke hoofd,
waar eens 't geloof een hemel had beloofd,
onsterfelijke sterren. Smart op smart:
ze worden alle één voor één gedoofd.
(Jan Kal, Het zingend hart van onze letterkunde (fragm.), in: Het schrijvershuis, bz. 15) - Aangenaam gezelschap moet deze dame niet geweest zijn. Relativeringsvermogen was bepaald niet haar voornaamse eigenschap. (René T'Sas, HN, 12-04-1986)
- Het moet een hele sjouw zijn geweest Hélène Swarth daar te krijgen waar men voor haar de kuil had gedolven. Het is nogal ver van het toegangshek. Ze was erg dik. Ze at veel taart, zegt men, - hoewel anderen zeggen dat ze nimmer taart at, maar wel altijd taart in huis had als er visite kwam en de visite veel taart liet eten, welk schransen zij goedkeurend knikkend, met een glimlach om de bejaardedamesmond, zat gâ te slaan, terwijl zijzelf niets van de patisserie gebruikte. Aan de Universiteit van Amsterdam, faculteit Letteren, dient men een werkgroep te vormen teneinde dit na te vorsen. (Jeroen Brouwers, Kladboek, blz. 114)
- Het is dat kerkgangers haar naam nog wel eens onder ogen komt, als vertaalster van Lied 444: Grote God, wij loven U. Anders zou Hélène Swarth volkomen vergeten zijn. Zelfs in 1941, toen ze stierf, dachten velen dat ze al jaren dood was. Een halve eeuw eerder was ze een literaire sensatie geweest. Willem Kloos, het zelfgeproclameerde geweten van de Tachtigers, voorspelde in 1887 'dat aan Hélène Swarth de toekomst onzer dichtkunst behoort.' (Peter Bak, voor Protestant.nl, 18 april 2011)
Mijn favoriete citaat
Met zachter gloren glijdt de middaggloed
Door 't sappig groen der zongedrenkte blaadren
En kust de golfjes van de snelle beek
Die, koel en klaar, langs 't lommerlaantje wegvliet.
(Hélène Swarth, De beek (fragm.), Aangename uren II, blz. 28)
Bronnen o.a.
- P. van Renssen, Nieuwe Nederlandsche lyriek (1927)
- Femina (1962)
- Querido's letterkundige reisgids van Nederland (1982)
- Spectrum Nederlandstalige auteurs (1985)
- Hun laatste rustplaats (1985)
- Winkler prins lexicon van de Nederlandse letterkunde (1986)
- Behoudens deze steen. Een gids langs schrijversgraven in Nederland en Vlaanderen (2004)
- Website van de Koninklijke Bibliotheek (november 2018)