Koos Schuur
Profiel
Achternaam: Schuur
Roepnaam: Koos
Voornamen: Jacobus Gerardus
Geboren: 04-10-1915
Te: Veendam
Overleden: 01-12-1995
Te: Almere-Haven
Pseudoniem(en): Koos Schuur gebruikte het pseudoniem Barbuul.
Voor tweedehands boeken | Ook van Koos Schuur |
Raban Internet Antiquariaat | Klik hier ! |
Werk
Poëzie
- Windverhaal (270 ex.) (1941)
- Novemberland (100 ex.) (1943)
- De Zes Vlyghen (met anderen) (200 ex.) (1943)
- De 7 vloeken: poëtisch pamflet (1944)
- De zeemeermin (1944)
- Harten-zeven: verzen (met anderen) (1945)
- Regenherberg (1945)
- Herfst, Hoos en Hagel (verzamelbundel) (1946)
- Om wat ik van de liefde weet (vouwblad) (1951)
- Fata morgana voor Nederlanders en andere gedichten (1956)
- Gedichten 1940-1960 (1963)
- Vijf gedichten voor Jan G. Elburg' (bibliofiel, 25 ex.) (1970)
- Waar het was (1980)
- Signalen: een keuze uit de gedichten 1930-1988) (1990)
- Novemberland (met schilderijen van Geert Schreuder) (1998)
|
|
Proza
- En de Kookaburra lacht... Brieven van een emigrant (1953)
- Piëdestal voor een gastvrouw (bibliofiel, 100 ex.) (1985)
Brieven
- ...Met opzet voor de kast... (2001)
- Koos Schuur en Jan G. Elburg, Een halve eeuw vriendschap: twee vijftigers in brieven, 1943-1992 (bezorgd door Siem Bakker) (2012)
- 1 brief aan Koos Schuur in 'Bleib gesund! Brieven' van Heere Heeresma (2015)
Overige non-fictie
- De dichter (bibliofiele uitgave) (1945)
- Het herinnerde landschap (kerstgeschenk uitgever) (1965)
- Tekst gesproken bij het afscheid van Annette de Jong-Bigot (vouwblad) (1978)
Koos Schuur schreef een nawoord voor
- Harry Brander, En dit is de reden (1966)
Vertalingen/bewerkingen
Koos schuur maakte veel vertalingen uit het Engels, maar vertaalde ook Nederlands werk (bijv. 'De Vis' van Ed. Hoornik) in het Engels.
- J.B. Priestley, Drie mannen in burger (1946)
- Arthur Koestler, Nacht in de middag (1946)
- Heinrich Heine, Het boek le grand (1946)
- Arthur Koestler, Dieven in de nacht: de kroniek van een experiment (1947)
- Arthur Koestler, De Yogi en de volkscommissaris (1947)
- Evelyn Waugh, De dierbare: een anglo-Amerikaanse tragedie (1949)
- Honoré de Balzac, Eugénie Grandet (1949)
- Arthur Koestler e.a., De God die faalde: ervaringen met het communisme (1950)
- 1 vertaald gedicht: 'Het karakter der liefde gezien als een zoeken naar de verlorenen' van Kenneth Patchen in 'Losse planken van het tienjarig Podium' (1956)
- Vertalingen van o.a. Ezra Pound, David Gascoyne en Dylan Thomas in 'Fata Morgana voor Nederlanders en andere gedichten' (1956)
- Koos Schuur vertaalde gedichten, bijv. 'De roeier' van Paul Valéry en 'Dansfiguur'van Ezra Loomis Pound, opgenomen in de 'De muze kent geen Babel', Poëzie uit alle werelddelen in vertaling' (1959)
- Stephen Crane, De vuurdoop van Henry Fleming (1957)
- Günter Grass, De blikken trommel (1964)
- William Styron, Dit huis in vuur (1964)
- Günter Grass, Hondejaren (1965)
- Peter Weiss, Afscheid van mijn ouders (1968)
- Damon Runyon, De "guys" en "Dolls" van Broadway, New York, U.S.A. (1973)
- Edith Holden, De vreugde van het landleven (1979)
- Patrick White, De vivisector (1980)
- Stephen Crane, Het teken van moed (heruitgave van 'De vuurdoop van Henry Fleming') (1984)
- Koos Schuur vertaalde gedichten van Gerrit Kouwenaar, Jan G. Elburg, Gust Gils (te vinden in James Holmes and William Jay Smith, 'Dutch interior: Postwar Poetry of the Netherlands and Flanders', 1984)
- Hardy Krüger, Jonge Unrast (1984)
- William Styron, Ontaard (heruitgave van 'Dit huis in vuur') (1985)
- Charles Berlitz, Atlantis: het verdwenen continent (1986)
- Derek Lambert, De Judas code (1986)
- Michael Hartland, Zeven stappen naar het verraad (1987)
- Genevieve Lyons, Ook dromen hebben een prijs (1987)
- Fred Mustard Stewart, Wie machtig is sterft alleen (1987)
- Ian Wilson, Voorbij deze wereld: paranormale ervaringen en bovennatuurlijke verschijnselen (1988)
- Joy Smith Aiken, Solo's zwerftocht (1988)
- Charles Berlitz, Speurtocht naar de Ark van Noach; een mysterie onthuld (1988)
- Ian Wilson, Voorbij deze wereld (1988)
- John Nichols, Bloed en scherven (1989)
- Craig Thomas, Nachtaanval (1990)
- Ron Flesch, De vuurdoop (1990)
- Charles Wheeler, De zon op mijn gezicht (1991)
- Barbara Neil, Rode rozen, kleine leugens (1991)
- Frank Camper, Doden of sterven (1992)
- Ellen Tanner Marsh, De roes van de hartstocht (1992)
- James W. Hall, In koelen bloede (1993)
- Barbara Neil, De rug van de hand (1994)
- Barbara Neil, Het meisje in het midden (heruitgave van 'Rode rozen, kleine leugens') (1994)
- Molly Cochran & Warren Murphy, In de greep van de schorpioen (1994)
- Günter Grass, Dantzig (De blikken trommel/Kat en muis/Hondenjaren) (1997)
Bloemlezingen
Tijdschriften
- Als leerling werkte Koos Schuuur mee aan het schoolblad 'Pomp'.
- Vanaf 1938 publiceerde Koos Schuur in diverse tijdschriften, o.a. in 'Den Gulden Winckel' en 'Groot Nederland'. Vanaf de instelling in de oorlog van de Kultuurkamer verscheen er werk van hem in de illegale pers.
- Na zijn schooltijd werkte hij bij 'De Noord-Ooster' (1935-1942).
- In 1940 verscheen er een gedicht van Koos Schuur in 'De Gids'. Het was (zonder dat Schuur het wist) opgestuurd door A. Marja.
- Koos Schuur publiceerde 'Jonge dichters worden mondig' in 'De Groene Amsterdammer' van 14-07-1945.
- Koos Schuur was vanaf 1946 redacteur (met Adriaan Morriën) van 'Uit de korf: huisorgaan van de Uitgeverij c.v. De Bezige Bij u.a.'.
- Koos Schuur was (met Ferdinand Langen en Jan Elburg) oprichter en redactielid van 'Het Woord', waarin hij tot 1952 veel publiceerde.
- In Australië publiceerde Koos Schuur in 'The Bulletin' en 'Meanjin'.
- Koos Schuur publiceerde in 'Proloog', 'Centaur', 'Ad Interim', 'Litterair Paspoort', 'Nieuw Vlaams Tijdschrift', 'Schrijfkrant/Filmkrant', 'Gedicht', 'De Zingende Zaag', 'Podium', 'Litterair paspoort', 'Soma' en 'Bzzlletin'.
Over Koos Schuur
- C.A.G. Planije, 'Een kwartiertje met Koos Schuur' in 'Columbus' (maart 1946)
- Hendrik de Vries, 'Koos Schuur over beeldvorming' in 'Critisch Bulletin' (juli 1947)
- Een hoofdstuk: 'De mythologie van de dichter' in 'Concurreren met de sterren' van Adriaan Morriën (1959)
- Een interview met Koos Schuur in 'Te gast bij Nederlandse auteurs' van José de Ceulaer (1966)
- Wim Schouten, 'Waar het was voor Koos Schuur' (fotobiografie in eigen beheer) (1981)
- Jan G. Elburg besteedt in 'Geen letterheren. Uit de voorgeschiedenis van de Vijftigers' (1987) aandacht aan Koos Schuur, o.a. in het hoofdstuk 'Maandblad het Woord'.
- 1 anekdote over Koos Schuur in 'Het literair anekdoten boek', samengesteld door John Müller (1988)
- 1 herinnering aan Koos Schuur in 'Buddingh' van A tot Z: ontmoetingen met Nederlandse en Vlaamse letterkundigen', verzameld door Ares Koopman (1990)
- 1 privé-foto met begeleidende tekst in 'De gevoelige plaat', redactie Lisa Kuitert en Mirjam Rotenstreich (1995)
- Een bijdrage over Koos Schuur in 'Kritisch Lexicon van de Nederlandstalige Literatuur na 1945' door Siem Bakker (augustus 1999)
Diversen: (Zonder een schijn van volledigheid)
- 'Mickery Poëzie-avonden' (LP, met anderen, 225 ex.) (1966)
- Een portret (acryl op doek) van Koos Schuur door Geert Schreuder, gemaakt in 1998 in 'Schrijversportretten', samengesteld door Sjoerd van Faassen, Pauline Bloemsma en Hester Quist (2010)
Literaire prijzen
- Verzetsprijs voor letterkundigen 1945 voor 'Novemberland en andere gedichten'
- Hendrik de Vries-prijs van de stad Groningen 1948 voor 'Herfst, hoos en hagel'
- Tollens-prijs 1988 voor zijn gehele oeuvre
Koos Schuur was lid van de jury voor volgende prijzen:
- Poëzieprijs van de gemeente Amsterdam 1966
- P.C. Hooft-prijs 1967
Opmerkingen
- Koos Schuur was het derde van vier kinderen van Jan schuur en Elisabeth Huurman.
- Zijn vader had in Veendam een naaimachinezaak en rijwielhandel. Zijn grootvader had een kleine boekhandel/bibliotheek, waar Koos Schuur veel en graag gebruik van maakte.
- Koos Schuur volgde de HBS in Veendam. In die tijd schreef hij gedichten die hij aan vrienden stuurde. A. Marja stuurde er één (Spiegelman) door aan 'De Gids' en het werd geplaatst.
- In de jaren voor de Tweede Wereldoorlog kende Groningen een actief literair leven. Koos Schuur was hierbij één van de deelnemers.
- Koos Schuur dook in 1942 onder in Amsterdam om te ontkomen aan tewerkstelling in Duitsland.
- Eind 1944 werd Koos Schuur literair adviseur bij De Bezige Bij.
- Koos Schuur woonde in Amsterdam o.a. op Hobbemastraat 4.
- Koos Schuur verbleef van 1951 tot 1963 met vrouw (Caroline Bigot) en twee zoons (Jan en Kees) in Australië. Hier was hij o.a. huisschilder, letterzetter en corrector bij een drukkerij. Hij kon maar moeilijk wennen aan de levenswijze en vooral aan de sociale omgang in Australië.
- In Australië is Koos Schuur gescheiden en hertrouwd. Zijn tweede vrouw (Marian Wouters) was arts.
- Vanuit Australië stuurde hij veel brieven naar Nederland. Door Jan Elburg en Salvador Hertog werden deze (met toestemming van Schuur) gebundeld tot 'En de Kookaburra lacht... Brieven van een emigrant' (1953).
- Koos Schuur was toen hij terugkwam uit Australië weer literair adviseur bij een uitgeverij. Hij ging toen in Bilthoven wonen.
- Zijn tweede vrouw werd arts in Amerika, ze bleven niet getrouwd.
- Koos Schuur werd in 1962 redacteur voor de ECI-boekenclub.
- In 1968 trouwde Schuur met Tineke Kaspers. Zij kregen drie kinderen: Marie Jeanne, Sophia en David.
- In 1986 ging Koos Schuur in Almere-Haven wonen.
Handschrift koos Schuur
Anderen over Koos Schuur
- Mij is niets bekend omtrent Koos Schuur dan hetgeen zijn werk te verstaan geeft. Hij moet van geboorte een Groninger zijn, blijkens zijn liefde voor de Groninger veenkoloniën, aan welke hij het dichtwerk "Novemberland" opdroeg. Hij moet, blijkens zijn bundel "Windverhaal" een zwervershart bezitten, immer ontvankelijk voor de talloze sprookjes die de natuur, door middel van vogels, bloemen en kindermonden, eeuwigdurend aan zichzelf vertelt. (M. Nijhoff, Vrij Nederland, 23-10-1945)
- Koos Schuur is praktisch gedurende zijn gehele loopbaan als dichter een avant-gardist geweest. In Veendam, in de jaren dertig, was hij het al, vaak op een speelse manier. Later, in Amsterdam, was hij vóór 1950 een Vijftiger, experimenteel in de zin van destijds. (Querido's letterkundige reisgids, blz. 40)
- Koos Schuur mag dan dichter zijn, hij onderscheidt zich in niets van de gewone burger. Hij speelt, als zovelen, graag een partijtje biljart. En verder zegt hij: "Ik ben een eenkenning mens, altijd geweest." (Hans van Straten, UN, 11-11-1980)
- De naam van de dichter Koos Schuur leeft enkel nog bij literatuurkenners. Zijn poëtisch talent werd in het verleden alom erkend. (Lejo Siepe, Parool, 09-08-1986)
- Koos Schuur was dichter van een rijmende poëzie, maar hij vermeed het sonnet dat destijds op hinderlijke wijze in de mode was. Hij bezigde vrij ingewikkelde rijmschema's terwijl de woordkeus en toon van zijn gedichten overwegend romantisch genoemd mogen worden, met een bijklank die naar A. Roland Holst zweemde. (Jan G. Elburg, Geen letterheren, blz. 9)
Mijn favoriete citaat
De zwanen drijven in zichzelf gekeerd
en de fonteinen hebben 't lied verleerd,
dat klaterlachte in de zomernachten.
(Koos Schuur, October (fragm.), Windverhaal, blz. 9)
Handtekening in 'Windverhaal'
Met het bloemetje dat Koos Schuur
meestal bij zijn handtekening zette
Bronnen o.a.
- José de Ceulaer, Te gast bij Nederlandse auteurs (1966)
- Lexicon van de moderne Nederlandse literatuur (1978)
- Querido's letterkundige reisgids (1983)
- Kees Fens, Nou hoor je het eens van een ander (1982)
- Spectrum Nederlandstalige auteurs (1985)
- Nederlandse literaire prijzen 1880-1985 (1986)
- Kritisch Lexicon van de Nederlandstalige Literatuur na 1945 (augustus 1999)
- Website van de Koninklijke Bibliotheek (augustus 2019)