Aleida Schot
Profiel
Achternaam: Schot
Roepnaam: Aleida
Voornamen: Aleida Gerarda
Geboren: 09-07-1900
Te: Amsterdam
Overleden: 08-06-1969
Te: Amsterdam
Pseudoniem(en): Voor zover mij bekend heeft Aleida Schot niet onder pseudoniem gepubliceerd.
Voor tweedehands boeken | Ook van Aleida Schot |
Raban Internet Antiquariaat | Klik hier ! |
Werk
Vertalingen
- I. Boenin, De zaak kornet Jelalgin (1934)
- W.M. Garsjin, De roode bloem; Een nacht (1935)
- Alexander Poesjkin, Schoppenvrouw; De verhalen van Iwan Petrowitsj Bjelkin: Het schot, De sneeuwstorm, De doodkistenmaker, De stationhouder, Het boerenfreuletje (1936)
- Michai¨l Lermontow, Een held van onzen tijd (1939)
- Iwan Toergenjew, Gedichten in proza (1940)
- Alexander Poesjkin, Enkele gedichten (bibliofiel, 150 ex.) (1944)
- A.P. Tsjéchow, Verhalen (1945)
- Alexander Poesjkin, Enkele gedichten (250 ex.) (1945)
- Alexander Poesjkin, De steenen gast (250 ex.) (1945)
- Alexander Poesjkin, Mozart en Salieri (60 ex.) (1945)
- Anton Pawlowitsj Tsjechof, De kus en andere verhalen (1945)
- Tjoetsjew, Tranen (500 ex.) (1945)
- Nikolai Gogolj, De mantel (175 ex.) (1946)
- I.S. Toergenjev, Eerste liefde (1946)
- Alexander Poesjkin, De moor van Peter den Groote (1947)
- Iwan Toergenjew, Hamlet en Don Quichote (1947)
- Iwan Toergenjew, Vaders en zonen (1947)
- Meesters der Russische vertelkunst: Poesjkin, Gogolj, Lermontow, Toergenjew, Korolenko, Tolstoj, Tsjechow, Gorjky, Andrejew, Koeprin, Boenin (bijeengebracht en vertaald) (1948)
- A.P. Tsjechow, De echtgenoot, en andere verhalen (1948)
- Alexander Poesjkin, De verhalen van wijlen Iwan Petrowitsj Bjelkin. Schoppenvrouw. Egyptische nachten (2e druk, 1949)
- Ljef Nikolájewitsj Tolstój, Kinderjaren (1950)
- Iwán Toergénjef, Een koning Lear van de steppe (1951)
- N. Gogolj, vertellingen (1951)
- Ljef Nikolájewitsj Tolstój, Jongensjaren (1952)
- A.P. Tsjechof, Het verhaal van een onbekende (1952)
- Anton Tsjechof, Oom Waanja; De drie zusters; De kersenbongerd (1953)
- Leoníd Andréjew, Groot slem (1954)
- Fjodor Dostojefski, De zachtmoedige: een fantastische vertelling (1954)
- Alexander Poesjkin, De bronzen ruiter: een Petersburgse vertelling (1955)
- Wsewolod Garsjin, De rode bloem ; Attalea princeps (1955)
- Anton Tsjechof, Depressie (1955)
- N.S. Ljeskof, De Lady Macbeth uit Mtsensk (1956)
- Anton Tsjechof, Het verhaal van een onbekende. De boeren (1962)
- De bezetenen (1965)
- Anton Tsjechof, De meeuw; Oom Waanja; De drie zusters; De kersenbongerd (1966)
- Van en over Poesjkin (samenstelling, inleiding, vertaling) (1968)
- A. Tsjechof, De dame met het hondje en andere verhalen (1973)
- Alexander Poesjkin, De Moor van Peter de Grote: romanfragment, gevolgd door De verhalen van wijlen Iwan Petrowitsj Bjelkin, en Schoppenvrouw (1975)
- N. Gogolj, Het portret (bibliofiel, 400 ex.) (1981)
- N. Gogolj, De Njevski Prospekt (bibliofiel, 250 ex.) (1982)
- Anton Tsjechov, Drie zusters (1983)
- Acht vrouwen; klassieke Russische verhalen van Poesjkin, Toergenjev, Leskov, Dostojevski en Tsjechov (1983)
- N. Gogol, Uit het dagboek van een krankzinnige (bibliofiel, 350 ex.) (1983)
- Aleksander Poesjkin, Schoppenvrouw (bibliofiel, 425 ex.) (1985)
- Anton Tsjechov, De kus (bibliofiel, 500 ex.) (1988)
- Anton Tsjechov, De dame met het hondje (bibliofiel, 550 ex.) (1991)
- Anton Tsjechov, Het huis met het bordes: verhaal van een schilder (bibliofiel, 550 ex.) (1992)
- Anton Tsjechov, De vlinder (1993)
Bloemlezingen
Tijdschriften
- Aleida Schot publiceerde in 'Algemeen Handelsblad', 'Maatstaf', 'De Gids'.
Over Aleida Schot
- 'Uitreiking M. Nijhoff-prijs-1955: (aan mejuffrouw Aleida G. Schot en Bertus van Lier)' (1955)
- A. Pitlo, 'Aleida Gerarda Schot. Amsterdam 9 juli 1900 - Amsterdam 8 juni 1969' in 'Jaarboek van de Maatschappij der Nederlandse Letterkunde' (1977)
- Een necrologie van Aleida G. Schot in 'Verzameld werk, deel 3' van Karel van het Reve (2009)
- Charlotte Mutsaers schrijft over Aleida G. Schot im haar essay 'Aleida, een schot in de roos' in de essaybundel 'Pedante pendules en andere wekkers' (2010)
Literaire prijzen
- Martinus Nijhoff-prijs 1955 voor de vertaling van Russische negentiende-eeuwse bellettrie
Sinds 1981 wordt de Aleida G. Schot-prijs eens in de twee jaar
uitgereikt aan een vertaler uit één van de Slavische
talen. De prijs wordt betaald uit haar erfenis.
Opmerkingen
- Aleida Schot was de dochter van Gerardus Johannes Schot (1868-1940) en Gozine Pool (1871-1958).
- Nadat haar ouders gescheiden waren, ging ze bij haar vader wonen. Haar broertje bleef bij haar moeder.
- Aleida Schot ging naar de meisjes-HBS op de Keizersgracht en studeerde daarna Engels in Amsterdam.
- Ze ging Russisch studeren, nadat ze, in haar eerste studiejaar, op de universiteit per ongeluk een verkeerde zaal was binnengelopen en daar professor Bruno Becker ontmoette. Hij hielp haar bij haar studie.
- Vanaf de Tweede Wereldoorlog en na de dood van haar vader woonde ze in een huurwoning (Beethovenstraat 82) in Amsterdam.
- Aleida Schot was docente taalbeheersing aan de universiteit van Amsterdam. Charlotte Mutsaers was daar één van haar studenten.
- Ze gaf in die jaren bijles in Engels en in handwerken.
- Samen met Becker richtte ze na de Tweede Wereldoorlog de studievereniging 'Beseda' op.
- Charles B. Timmer wilde haar niet opnemen in het vertalersteam van de 'Russische Bibliotheek'. Aleida Schot ging hierover in gesprek met Geert van Oorschot (die de serie uitgaf) en bracht hierbij ter sprake dat Yimmer tijdens de Tweede Wereldoorlog niet helemaal zuiver op de graat was geweest.
- In 1950 werd ze op de Universiteit van Amsterdam assistente van Nico Donkersloot en Garmt Stuiveling. In 1956 werd ze wetenschappelijk medewerker eerste klasse en in 1963 hoofdwetenschappelijk medewerker.
- Nadat in 1962 de echtgenote van Bruno Becker overleed, ging ze in 1964 bij hem wonen. Hij overleed in 1968.
- Ze overleed aan de gevolgen van een verwaarloosde griep.
Anderen over Aleida Schot
- Haar uiterlijke verschijning was zonder enige zwier, maar altijd zeer verzorgd. Haar kleding was als haar werk: alle nonchalance was rigoureus gebannen, niets werd aan het toeval of aan routine overgelaten. Zij heeft nooit gefreewheeld. Zij bezat een verfijnd kleurgevoel. (A. Pitlo, Jaarboek van de Maatschappij der Nederlandse Letterkunde , 1976)
- Aleida Schot komt de eer toe het vertalen van Russische literatuur te hebben ontdaan van alle incompetentie en beunhazerij. Voor de Tweede Wereldoorlog zag men er geen been in om Dostojevski, Tolstoj en de andere grootheden van de klassieke Russische literatuur te vertalen op grond van uitgaven in het Engels, Duits of Frans. Na haar uiterst zorgvuldige vertalingen van die klassieke literatuur, in het bijzonder Poesjkin (onder meer De verhalen van Bjelkin) en Tsjechov (al zijn bekende toneelstukken en een groot aantal verhalen), waarvan het merendeel in de jaren na 1945 verscheen, was dat niet meer mogelijk. (Willem G. Weststeijn, VNLex, vertalerslexicon)
Mijn favoriete citaat
Dat goed en verantwoord vertalen aanspraak kan maken op de naam ‘kunst’ behoeft nauwelijks meer toegelicht te worden: de instelling van de Nijhoff-prijs heeft deze aanspraak voorgoed bevestigd. Dat echter een toegewijd vertaler eenzelfde mate van innerlijke spanning, van gekweldheid van geest en van scheppingsvreugde kan ervaren bij zijn werk van ondergeschikt-creatief-zijn als het geval is bij een autonoom-scheppend kunstenaar, met andere woorden dat men hem ook een kunstenaar zou kunnen noemen, is iets dat velen misschien nog aanvechtbaar lijkt.
(Aleida Schot, De Gids, 1957)
Bronnen o.a.
- Lectuur repertorium, 1954, blz.2202)
- Volkskrant (29-05-2010)
- Website van de Koninklijke Biliotheek (januari 2024)