Wies Moens
Profiel
Achternaam: Moens
Roepnaam: Wies
Voornamen: Aloisius Cesar Antoon
Geboren: 28-01-1898
Te: Sint Gillis-bij-Dendermonde
Overleden: 05-02-1982
Te: Geleen
Pseudoniem(en): Vies Moens gebruikte het pseudoniem G.L. Dijkman.
Voor tweedehands boeken | Ook van Wies Moens |
Raban Internet Antiquariaat | Klik hier ! |
Werk
Poëzie
- De boodschap (1920)
- De tocht (1920)
- Verzen (De boodschap/De tocht) (1921)
- Opgangen (750 ex.) (1922)
- Landing (1923)
- Poëzie 1918-1925 (1930)
- Een vlag waait open .. : spreekkoor bij gelegenheid van den 2de Landdag van het Verdinaso, 1933 (1933)
- Golfslag (500 ex.) (1935)
- Het vierkant (1938)
- Dietsche jeugd: een spreekkoor voor jonge mannen (bewerking van 'Een vlag waait open ...') (1938)
- Het spoor (200 ex.) (1944)
- De verslagene (1963)
- Gedichten 1918-1967 (1968)
- Laat me mijn ziel dragen in het gedrang (bibliofiel, 124 ex.) (1982)
- Gedichten 1918-1974 (1974)
- Expressionistisch dichtwerk (bezorgd door Els van Damme en Yves T'Sjoen) (2019)
Proza
- Proza I (1969)
- Proza II (1970)
- Proza III (1972)
- Proza IV (1973)
- Memoires (1996)
Brieven
- Celbrieven (1920)
- Wij moeten inzien dat wij hier een mekaar vreemde taal spreken: de correspondentie tussen Paul van Ostaijen en Wies Moens (bezorgd door Matthijs de Ridder en An Blommaert) (2010)
Dagboeken
- Dertig dagen oorlog (1940)
Overig non-fictie
- Contardo Ferrini, De kerstnovene (1923)
- Dietzenschmidt, Compostella: legendespel in drie bedrijven (1923)
- G.K. Chesterton, S. Franciscus van Assisi (1924)
- Molière, Pachter Dandin: klucht in drie bedrijven (1924)
- Anton Wildgans, Kaïn: een mythies gedicht (1924)
- Cheon Henry, De klucht van de gestrafte met den koorde: mirakelstuk in drie bedrijven (1927)
- Laurence Housman, Van Sint Franciscus : negen taferelen uit het leven van de poverello (250 ex.) (1929)
- F.J. Weinrich, De danser van Onze Lieve Vrouw : een klein mirakelspel (1930)
- Arthur Luther, Kalewala, het epos der Finnen, naar de Duitsche bewerking van Arthur Luther (1938)
- Hölderlin, 1770-1843: tien gedichten (1943)
- Clemens Brentano, Het bitter lijden van onzen Heer Jezus Christus. Naar het verhaal van Anna-Catharina Emmerch (1948)
- Hugo Marti, Het kerkje van zeven wonderen (1949)
Vertalingen
- Contardo Ferrini, De kerstnovene (1923)
- Dietzenschmidt, Compostella: legendespel in drie bedrijven (1923)
- G.K. Chesterton, S. Franciscus van Assisi (1924)
- Molière, Pachter Dandin: klucht in drie bedrijven (1924)
- Anton Wildgans, Kaïn: een mythies gedicht (1924)
- Cheon Henry, De klucht van de gestrafte met den koorde: mirakelstuk in drie bedrijven (1927)
- Laurence Housman, Van Sint Franciscus : negen taferelen uit het leven van de poverello (250 ex.) (1929)
- F.J. Weinrich, De danser van Onze Lieve Vrouw : een klein mirakelspel (1930)
- Arthur Luther, Kalewala, het epos der Finnen, naar de Duitsche bewerking van Arthur Luther (1938)
- Hölderlin, 1770-1843: tien gedichten (1943)
- Clemens Brentano, Het bitter lijden van onzen Heer Jezus Christus. Naar het verhaal van Anna-Catharina Emmerch (1948)
- Hugo Marti, Het kerkje van zeven wonderen (1949)
Vertaald:
- In het Duits vertaald werk van Wies Moens in 'Zu Gottes stiller Flut: Flämische Gedichte unseres Jahrhunderts' (1972)
Bloemlezingen
Tijdschriften
- Wies Moens was oprichter van 'Pogen' (1923-1925) en 'Dietbrand' (1933-1939)
- Wies Moens werkte mee aan 'Ruimte'.
- Wies Moens was na 1926 correspondent voor 'De Tijd' in Amsterdam.
- Wies Moens publiceerde in 'De Stem', 'Opgang', 'Roeping', 'Vlaamsche Arbeid', 'Gudrun', 'Dietsland-Europa', 'Notre Flandre', 'Dietsche Warande & Belfort', 'De Gemeenschap', 'De Nieuwe Gids', 'Vlaanderen'.
Over Wies Moens
- Willem Noë, 'Wies Moens, de ontwikkelingsgang van een volks dichter' (1943)
- 'Gudrun' bracht in 1957 een themanummer over Wies Moens uit.
- 'Dietsland- Europa' bracht in 1958 een themanummer over Wies Moens uit.
- Een hoofdstuk over Wies Moens in 'Kulturbilleder: studier og strejftog' van Georg Brandes (1932)
- 'Were-Di-Jeugdbrief' bracht in 1968 een themanummer over Wies Moens uit.
- Erik Verstraete, 'Wies Moens' (1973)
- Een hoofdstuk over Wies Moens in 'Oostvlaamse literaire monografieën IV' van André Demedts e.a. (1981)
- Erik Verstraete (samensteller), 'Wies Moens, 1898-1982: gedenkboek' (1984)
- Erik Verstraete, Edwin Truyens (redactie), Wies Moens (1898-1998): van celbrieven tot politiek vluchteling: catalogus bij de tentoonstelling "100 jaar Wies Moens", Antwerpen, 3 tot 30 oktober 1998 (1998)
Diversen
- 'Het lied der Vlaamse meisjes', gedicht van Wies Moens; muziek van Emiel Hullebroeck (1920)
- 'De eerste oudejaarsavond', wiegelied van W. Moens; muziek van M.C. v.d. Rovaart (z.j.)
- 2 Liederen (waaronder 'Als over mijn hoofd...' van Wies Moens), Han van Koert (z.j.)
- 'De boodschap: lyriese suite met deklamatie: op. 31' (gedichten van Wies Moens; muziek van Arthur Meulemans) (1921)
Opmerkingen
- Wies Moens was het enig kind van Karel Moens en Johanna Moreels (er werd zes jaar na hem een zusje geboren, maar dat overleed jong).
- Zijn vader was bakker. Zijn moeder had een kruidenierswinkel.
- In 1910 ging hij naar het H. Maagdcollege in Dendermonde.
- Wies Moens studeerde van 1916 tot 1918 Germaanse filologie aan de universiteit van Gent.
- Van 1918 tot 1921 zat Wies Moens gevangen vanwege zijn politiek activisme. In deze periode schreef hij 'Celbrieven' (1920)
- Wies Moens wordt gerekend tot het humanitair expressionisme en was binnen deze stroming een toonaangevende figuur.
- Uit zijn eerste dichtbundels spreekt een groot idealisme en hoop op een betere wereld.
- Vam 1922 tot 1926 was Moens secretaris van het avant-gardistische Vlaamsche Volkstooneel.
- In 1938 ging hij in Asse (Zuid-Brabant) wonen.
- Tijdens de Tweede Wereldoorlog had Moens een hoge positie bij de zender-Brussel. Bij veel aanhangers van de Grootnederlandse gedachte groeide de voorkeur voor het fascisme.
- Na de Tweede Wereldoorlog vluchtte Wies Moens naar Nederland om een doodvonnis wegens collaboratie te ontlopen. Hij woonde o.a. bij de dichter Haimon in Heerlen.
- Wies Moens kreeg de leiding van de Volksuniversiteit van Geleen.
- Zijn vrouw Grietje overleed op 23-10-1968.
- In december 1968 werd hem Particuliere gratieverlening verleend. Hij wees dit af.
- Wies Moens overleed na een zwaar ziekbed in het St.-Odiliaziekenhuis in Geleen.
handtekening Wies Moens
Anderen over Wies Moens
- Zelden heb ik iemand gehoord die zo kon redevoeren. Hij was een groot kenner van de poëzie. Over kranten deed hij altijd minachtend. (Leo Herberghs, De Groene Amsterdammer, 26-08-2000)
- Wies Moens (de Belgische dichter die de twijfelachtige eer genoot fout te zijn geweest in beide wereldoorlogen). (Boudewijn Büch, Steeds verder weg, blz. 166)
Mijn favoriete citaat
Niets van wat overal de velen noemen
geluk en welvaart, heeft mij ooit bekoord.
Slechts op dit ene wil ik gaarne roemen:
geen enkle Macht te hebben toebehoord,
die 't mensenhart houdt voor een koopbaar ding.
(Wie Moens, Kort manifest, fragment)
Links
- G.H. 's-Gravesande - Al pratende met ...Wies Moens (uit Den Gulden Winckel)
- DBNL - Wies Moens
- Schrijversgewijs - Wies Moens
Bronnen o.a.
- Keesings Historisch Archief (10-09-1982)
- Spectrum Nederlandstalige auteurs (1985)
- Oosthoek Lexicon Nederlandse & Vlaamse literatuur (1996)
- Website van de Koninklijke Bibliotheek (juli 2023)