A. Marja
Profiel
Achternaam: Marja
Initiaal: A.
Geboren: 08-03-1917
Te: Oude Leye
Overleden: 10-01-1964
Te: Den Haag
Op 10 januari 1964 stierf hij, 46 jaar oud.
Op 9 januari zat ik bij hem.
Ik moest hem Romeinen 14 : 7-9 voorlezen en met hem bidden.
Enkele dagen tevoren zei hij tegen zijn vriend Klaas de Wit:
"Het hiernamaals zegt mij niet zoveel,
maar rusten in de Heer, jongen, daar ben ik zo verschrikkelijk aan toe."
(J.J. Buskes, Gedichten die mij vergezellen, blz. 47)
Pseudoniem(en): A. Marja was het pseudoniem van Arend Theodoor Mooij. Hij gebruikte ook de pseudoniemen L. Ezer en T. de Ley.
De eerste keer dat hij in het schoolblad 'Pomp' zijn pseudoniem gebruikte was de A. nog 'Arthjo', een samentrekking van Arend Theodoor (zijn naam) en Johanna (de naam van zijn moeder).
Dat er bij het kiezen van het pseudoniem Marja een vrouw
in het spel moet zijn, is wel voor ieder duidelijk. Die vrouw
is mijn moeder, gestorven toen ik veertien jaar was en dus in
de tijd dat ik het schrijven van verzen even belangrijk ging vinden
als het bouwen van kristal-ontvangers of het verzorgen van mijn
konijnen. Daar ik mij noch voor het bouwen, noch voor het verzorgen
schaamde, maar des te dieper voor het dichten, nam ik mijn toevlucht
tot een schuilnaam, als om aan te geven dat ik toch eigenlijk
de beide eerste tijdpasseringen bleef prefereren. Toen later,
in mijn poëzie, de onvermijdelijke slechte vrouwen en drinkgelagen
opdoken, viel het mij zo gemakkelijker tegenover mijn H.B.S.-vlammen
te betogen dat men de mens van de dichter moet weten te scheiden.
Ik bleef dus Marja, ook nadat mijn verzen waren gedrukt en radio
en pluimstaarten helaas het veld hadden geruimd voor de literatuur.
Het pseudoniem als zodanig is niet bijster geslaagd, maar het
staat onder een gedicht toch nog altijd bescheidener dan Mooij:
die naam laat, ondanks de ij op het eind, niets te raden, en Marja
kan men desgewenst immers lezen als: Maar ja .... (A. Marja,
Literair dagboek 1939, Kentering 6, september 1965, blz. 5)
Voor tweedehands boeken | Ook van A. Marja |
Raban Internet Antiquariaat | Klik hier ! |
Werk
Poëzie
- Kleine Symphonie (1936)
- Stalen op zicht (1937)
- Eenvoudig schilderij (1939)
- Omneveld havenlicht (1939)
- Zon en sneeuw (1942)
- Maar ja, Marja (1942)
- Zelfportret voor haar (bibliofiel, 100 ex.) (1944)
- Harten-zeven: verzen (met anderen) (1945)
- Waar ik ook ga (1945)
- De keuze (1947)
- Van mens tot mens. Gedichten 1935-1946 (1948)
- Confidentieel (1952)
- Traject (1955)
- Man van dag en nacht (1956)
- Reislust (1957)
- Zich lekker voelen: vijftien gedichten ofwel bijdragen tot de geestelijke volksgezondheid (1957)
- Wat ik speelde. Gedichten bij de Kinderszenen van Robert Schumann (1959)
- Nochtans een christen. Oude, herziene en nieuwe gedichten (1962)
- Van de wieg tot het graf (1963)
- Steekspel op de wijnkaart (met J.C. Bloem) (bibliofiel, 20 ex.) (1984)
- Ergens halverwege zweven (bloemlezing door Coen Peppelenbos en Nick ter Wal) (2008)
- Groningen: sonnet (bibliofiel, 45 ex.) (2012)
Proza
- Snippers op de rivier (1941)
- In kleine terts (verhalen) (1942)
- Plaatjes draaien (1960)
- Chez Antoine: een Groningse herinnering (bibliofiel, 100 ex.) (1984)
- Brief aan een psychiater (1986)
- Tussen Beerta en Parijs: nagelaten teksten (1989)
Dagboeken
- Zeepbellen in de orkaan: dagboeknotities uit een donker kwartaal (1947)
Brieven
- Gerrit Achterberg: briefwisseling met zijn uitgevers Bert Bakker, A.A. Balkema, C.A.J. van Dishoeck, A. Marja, A.A.M. Stols & Jan Vermeulen (bezorgd door R.L.K. Fokkema en Joost van der Vleuten) (2 delen) (1989)
- Een afdruk van een brief van Annie M.G. Schmidt aan A. Marja in 'Altijd acht gebleven' (1995)
Overige non-fictie
- Schuchter en iets luider: essays en kritische aantekeningen (1946)
- 1 bijdrage: 'De humor van Hendrik de Vries' in 'Hendrik de Vries vijftig jaar' (1946)
- Binnendijks, buitendijks ...: essays, kauserieën en kritische notities (1949)
- Buiten het boekje: geschreven portretten van vrienden en vakgenoten (1954)
- Tussen de gemaskerden. Ver- en onbescheidenheden, meest op letterkundig gebied (1958)
- Poëzieproeven: over dichters, gedichten, beweegredenen, resultaten (1963)
- Herinneringen aan H. N. Werkman (met Martinus Hendrikus Werkman) (bibliofiel, 115 ex.) (1985)
- Geen mooij-schrijverij voor u en mij!: 92 opdrachtexemplaren van A. Marja (verzameld en ingeleid door Nick ter Wal) (bibliofiel, 52 ex.) (2010)
Vertalingen/bewerkingen
- Josef Ponten, Het koor stort in (1943)
- Keur uit Rilke: vertaalde gedichten (1944)
- Oscar Wilde, Bajesballade van Wilde Oscar. Opnieuw gezongen door een nauwelijks aan de bajes ontsnapten en van huis en haard verdreven onderduiker (1945)
- Theodor Plevier, Stalingrad
- Theodor Plevier, Het bezonken hart
- H.E. Bates, De stroper
- Hans Fallada, Ieder sterft in eenzaamheid
- Heinz Liebmann, Der Ausweg (1961)
- W. Heinrich, De holle berg (1961)
- De fatale bres (poezievertalingen) (1962)
- Peter de Vries, The Blood of the Lamb (1963)
- A. Marja vertaalde poëzie van Charles Baudelaire
A. Marja schreef een nawoord voor
- Reinold Kuipers, Rendez-vous met een Remington (1948)
Bloemlezingen
Tijdschriften
- Als leerling werkte A. Marja mee aan het schoolblad 'Pomp'.
- A. Marja debuteerde in 1936 met het gedicht 'De musicus' in 'Opwaartsche wegen'.
- Nadat hij stopte met zijn studie werd Marja leerling-journalist bij de 'Bredasche Courant'. Kort daarna werkte hij voor het 'Algemeen Handelsblad' en eind 1938 voor de Groningse editie van 'Het Volk'.
- Na de Tweede Wereldoorlog werd Marja chef-redacteur van het noordelijke 'Het Parool'.
- A. Marja was redacteur van 'Erica'.
- A. Marja schreef recensies voor het 'Haags Dagblad'.
- A. Marja publiceerde in 'Den Gulden Winckel', 'Groot Nederland', 'Criterium', 'Apollo', 'Proloog', 'Critisch Bulletin', 'Ontmoetig', 'Ad Interim', 'Het Woord', 'Propria Cures', 'Het Korenland', 'Elckerlyc', 'Wereldkroniek', 'De Waarheid', 'Vrij Nederland', 'De Groene Amsterdammer', 'De Nieuwe Stem', 'De Gids', 'Podium', 'Cartons voor Letterkunde', 'Trans' en 'Maatstaf'.
Over A. Marja
|
september 1965, 52 blz. |
Diversen: (Zonder een schijn van volledigheid)
- A. Marja spoorde Annie Salomons aan om haar herinneringen op papier te zetten. Ook sprak hij er Bert Bakker over aan. Dit leidde in 1957 tot 'Herinneringen uit den ouden tijd'.
- In 'Opwaartsche wegen, schrijversprentenboek 28' staat het handschrift afgedrukt van het gedicht 'De musicus'.
- Het gedicht 'Een kind tekent' van Koos Schuur heeft als ondertitel: 'Voor A. Marja'.
- 'Snippers op de rivier' werd uitgegeven in de Zilverschoonreeks.
- Een portret (olieverf op doek) van A. Marja door Willy Rieser (z.j.) in 2005, in 'Schrijversportretten', samengesteld door Sjoerd van Faassen, Pauline Bloemsma en Hester Quist (2010)
Literaire prijzen
- Culturele prijs van de provincie Groningen 1952 voor zijn gehele oeuvre
- Hendrik de Vries-prijs
Als literaire prijzen een maatstaf zijn voor waardering en
belangstelling dan is Marja er zeer bekaaid afgekomen. Buiten
de Hendrik de Vries-prijs en een enkele reisbeurs om, werd hem
weinig "officieels" toegekend. Verwonderlijk wil ik
nu bijvoorbeeld noemen het feit dat Marja, die een lange tijd
in Den Haag woonde, door de Jan Campertstichting nooit "rijp"
werd geacht voor een prijs. In hoeverre hier persoonlijke rancune
van een of meerdere juryleden een rol speelt, kunnen andere personen
, bijvoorbeeld de juryleden zelf, beter beoordelen. (Wim Hazeu,
Kentering, september 1965)
Biografische opmerkingen
- A. Marja groeide op in Winschoten, waar zijn vader predikant was. Ook zijn grootvader was predikant.
- In 1934 ontmoette Marja Koos Schuur, met wie hij bevriend raakte.
- A. Marja deed eindexamen op de christelijke hbs in Groningen. Op deze school ontmoette hij 'puck', zijn jeugdliefde, waarmee hij later (1944) trouwde. Ze kregen vier kinderen.
- In de jaren voor de Tweede Wereldoorlog kende Groningen een actief literair leven. A. Marja was hierbij één van de voortrekkers, o.a. bij de oprichting van kunstkring het 'Drieluik' in 1939/1940.
- A. Marja studeerde enkele jaren Nederlandse letteren in Groningen. In die tijd woonde hij op kamers in de Tuinbouwstraat.
- In de jaren voor de Tweede Wereldoorlog heeft Marja een protestartikel gepubliceerd in een NSB-blad. Op basis hiervan is hij beschuldigd van NSB-sympathieën (o.a. door Theun de Vries). Zijn houding in de oorlog heeft het tegendeel ook wel bewezen. Bovendien had hij op 3 december 1938 al een fel anti-nazigedicht gepubliceerd in de landelijke editie van 'Het Volk'.
- Begin jaren veeritg woonde Marja in Groningen aan de Eeldersingel 8, Herman Colleniusstraat 21a en in de Kleine Leliestraat.
- In 1942 kreeg Marja colitus ulcerosa (dikke darmontsteking). Hij vertrok naar zijn vader in Yerseke en lag enkele dagen in het ziekenhuis in Goes. Van 1942 tot 1944 woonde hij in Yerseke.
- A. Marja was in 1944 met W.H. Overbeek en J.B. Charles (W.H. Nagel) oprichter van de illegale uitgeverij 'In agra occupatis' (het bezette land).
- On de oorlogsjaren was hij actief in Bussum. In het koetshuis achter de voormalige uitgeverij Kroonder (Graaf Wichmanlaan 28) ontstonden de illegale Homerus Pers en de Bayard Pers.
- A. Marja werkte voor de Regionale Omroep Noord.
- In 1946 verhuisde Marja naar het koetshuis van uitgeverij Kroonder aan de Graaf Wichmannlaan in Bussum.
- A. Marja was sociaal ambtenaar bij de huizen van bewaring, directeur van het consultatiebureau voor alcoholisme in Den Haag en directeur van een reclasseringsbureau in Den Haag.
- In november 1953 scheidde hij van Puck. Hij ontmoette 'Wies' met wie hij trouwde.
- In Den Haag woonde hij in de Paul Gabrielstraat.
- In 1956 kreeg Marja een hartaanval.
- In 1958 vroeg hij eervol ontslag aan bij het consultatiebureau vanwege zijn ziekte.
- Voor Reader's Digest kortte Marja romans in.
- In 1962 werd Marja vanwege een vervalste circulaire over Stuiveling geroyeerd door het bestuur van de VVL. Er werd een ledenvergadering uitgeschreven. De meerderheid stemde tegen het royement, waarna het bestuur aftrad.
- Uit zijn poëzie spreekt het gevoel een buitenstaander te zijn en het zoeken naar waarheid.
- A. Marja was misschien wel vooral bekend vanwege zijn practical jokes. Een voorbeeld:
Toch nodigde dit blad (Elsevier's Weekblad) Marja nog een keer uit tot het schrijven van een impressie over zijn woonplaats Den Haag. Hij antwoordde dat hij principiëel niet meewerkte aan bladen als De Telegraaf en Elsevier. Tot zijn verwondering zag hij later dat de betreffende bijdrage verzorgd was door zijn progressieve vriend Paul Rodenko. Hierover telefonisch onderhouden reageerde Rodenko beschaamd met te zeggen dat hij het geld goed had kunnen gebruiken. "Nou ja," zei Marja, "je weet best dat ik die vijfhonderd piek ook heel goed zou kunnen gebruiken." - "Vijfhonderd?" roept Rodenko ziedend, "de rotzakken! Mij hebben ze maar tweehonderdvijftig geboden. Dat neem ik niet." De wraakneming werd nog vervolmaakt doordat Marja Rodenko deed geloven dat Bert Bakker ook zeer ontstemd over deze zaak zou zijn, zodat de nieuwbakken Elsevier-medewerker zich verplicht voelde tekst en uitleg te geven aan zijn "broodheer" , die uiteraard nog nergens van wist... (Klaas de Wit, Kentering 6, september 1965, blz. 31)
- A. Marja overleed aan een erfelijke hartkwaal.
- Na het ANP-bericht zijn dood zouden diverse mensen naar Hilversum gebeld hebben om te informeren of het echt waar was.
- A. Marja werd op 14 januari begraven op Begraafplaats Westduin in Loosduinen. Eerst, vanwege de vorst, in een voorlopig (massa)graf. Later in B vak I nr. 94. Het graf is tien jaar later geruimd.
|
'Protest tegen royement van A. Marja' kopt de krant (Telegraaf?) op 31 januari 1962. Er was een circulaire verzonden (waarin werd vermeld dat Garmt Stuiveling zou aftreden als voorzitter van de Vereniging van Letterkundigen). Dit bleek om een grap te gaan en aangezien A. Marja wel vaker dit soort grappen uithaalde, verdacht men hem ervan.
|
Anderen over A. Marja
- Gisteren sprak ik Marja de dichter. Hij vertelde dat de boekhandel Mensing en Visser, ik meen vooral antiquariaat, gesloten is op last van de kultuurkamer. Als reden daarvoor werd opgegeven dat de firma M. en V. een bundel gedichten van Marja in den winkel had die illegaal gedrukt en uitgegeven is (de bundel Maar ja ... Marja). (Brieven van H.N. Werkman 1940-1945, Aan August Henkels, 26 april 1944, blz. 144)
- Voor A. Marja
Later op de balans kunnen zetten:
geen batig saldo, maar steeds goeder trouw
betaald zonder op de bankroeten te letten.
Leven is werken maar zonder winnen,
redeloos goed zijn voor vriend en vrouw
En sneuvelen op de eigen tinnen.
(E. den Tex, Schipbreuk, blz. 19) - je hebt de verzenen
tegen de prikkels geslagen
je was een moeilijk mens - zei men -
en middelmatig groot
maar niemand heeft
een levenslange dood
zó groot gedragen
(Maria van der Steen, Kentering, september 1965, blz. 17) - Hij droeg zijn zoekende, onvermoeibare geest in een kwetsbare huls; hartgebreken en astmatische aandoeningen bemoeilijkten hem al sinds jaren het bestaan; maar ik heb zelden iemand ontmoet die zijn broosheid met zoveel flair en zelfspot - merkteken van de geestessterken - aanvaardde. Iedereen verheugde zich met hem toen zijn leven nieuw élan kreeg door de vriendschap met de jonge dichteres - ik mag wel zeggen zijn leerlinge-, die hem tot het eind van de weg heeft begeleid en verzorgd. Tineke's toeweiding kon de fysieke dood niet stuiten die Arend Theodoor Mooij had beslopen. De inzinkingen volgden elkaar op. (Theun de Vries, Kentering 6, september 1965, blz. 20/21)
- Nee, geen ja-en-amenknikker! Tot het eind toe bleef Marja een opstandige: tegen de dood, tegen de hypokrisie van het vigerende christendom, tegen de onrechtvaardigheid van de samenleving. (Ad den Besten, Kentering 6, september 1965, blz. 24)
- Je moet veel van Marja houden om van hem te kunnen houden. (Gerrit Achterberg, geciteerd in W. Hazeu, 'A. Marja, dichter en practical joker', blz. 3)
- In 1946 heeft de stad Groningen eens op zijn kop gestaan. Voor de Regionale Omroep Noord zou een harpiste optreden, maar nauwelijks ruisten de eerste akkoorden van haar instrument, of door de dunne wanden van de studio klonk daverende hoempa-muziek: de harmonie van het Leger des Heils maakte haar entree. Paniek bij de omroepmensen, die niet zonder moeite het gedruis tot bedaren brachten. Maar daar draafde alweer een nieuw muziekkorps op, zo mogelijk met nog meer lawaai. Kortom, ze kregen daar achter elkaar vier harmonie-orkesten op bezoek. De harpuitzending viel met een plons in het water, wat precies de bedoeling was van de dichter A. Marja: hij had al dat gedender opgetrommeld om zijn oud-RON-collega Gijs Stappershoef in de boot te nemen. Iedereen lachte, alleen de harpiste is huilend weggelopen. (Hans van Straten in: Jeroen Brouwers, Zachtjes knetteren de letteren, blz. 212)
- De gedichten van Marja zweven, voor zover zij niet in het vage vervallen, tussen de vloek en de verzuchting, zij zijn bovendien, of lijken althans, in een vloek en een zucht geschreven: zij zijn niet bijgeschaafd of opgepoetst, zij lijken ons te bereiken in de toestand, waarin zij oorspronkelijk werden opgetekend. Zij gaan van hart tot hart. Dat maakt de voornaamste bekoring uit van deze gedichten, die meer treffen door hun toon dan door het beeld, dat zij oproepen. (Cola Debrot, Verzameld werk 5, blz. 348/349)
- Gemis aan literaire erkenning, een vastlopende productie, moeilijkheden in de privésfeer, een slechte gezondheid een een ziekelijke drang om fouten en vermeende fouten in karakter of gedrag van anderen op te sporen een aan de kaak te stellen, maakten hem tot een verbitterde querulant, gauw geÏrriteerd en onredelijk agressief. Bij hoeveel ruzies en schandaaltjes is Marja niet betrokken geweest! (Johan van Delden, Liefkensstraat 66, blz. 17)
- Schrijver van heldere, non-conformistische gedichten. Genoot ook faam als paranoïde practical joker. (Gerrit Komrij, Een moederhart, een gouden hart, blz. 164)
- Een strijdbaar non-conformist met een religieus besef, die gevreesd was om zijn polemisch talent en zijn practical jokes. (Oosthoek Lexicon Nederlandse & Vlaamse literatuur, blz. 214)
- Theo was een grote, een beetje norsige man. Hij had een lichte stem en slimme oogjes. Hij was veel aan het woord en er altijd op uit om je met zijn practical jokes een hak te zetten. Ik weet nog steeds niet of hij wraak nam op zijn christelijke opvoeding of dat hij te gemakzuchtig was om over de gevolgen na te denken. (Dolf Verroen, Feestelijk maar vreselijk, blz. 132)
Mijn favoriete citaat
Aangezien ik de misschien niet originele, maar niettemin hardnekkige mening aanhang dat,
sedert de film zich perfectioneerde,
het toneel weinig meer dan een ietwat komisch aandoend anachronisme kan worden genoemd,
dat dan ook enkel nog in het z.g. lichte genre valt te genieten,
bezoek ik de Haagse schouwburg maar hoogst zelden,
ook niet ter gelegenheid van kunstmaanden en andere festivals.
(A. Marja, Portret van Den Haag, in Voor de bijl , blz. 22)
Naar een overzicht van citaten van A. Marja
Bronnen o.a.
- P.H. Dubois, Hedendaagse Nederlandse kunst: Letterkunde (1956)
- Lexicon van de moderne Nederlandse literatuur (1978)
- Querido's letterkundige reisgids (1983)
- W. Hazeu, 'A. Marja, dichter en practical joker' (VN-bijlage, 07-01-1984)
- Spectrum Nederlandstalige auteurs (1985)
- Nederlandse literaire prijzen 1880-1985 (1986)
- Winkler Prins lexicon van de Nederlandse letterkunde (1986)
- Prisma van de pseudoniemen (1992)
- Oosthoek Lexicon Nederlandse & Vlaamse literatuur (1996)
- Hans Heesen e.a., Waar ligt Poot? (1997)
- Website van de Koninklijke Bibliotheek (november 2018)