Ed. Hoornik
Profiel
Achternaam: Hoornik
Roepnaam: Ed. (Eddie)
Voornamen Eduard Jozef Antonie Marie
Geboren: 09-03-1910
Te: Den Haag
Overleden: 01-03-1970
Te: Amsterdam
Pseudoniem(en): Ed. Hoornik gebruikte
het pseudoniem Jan van Heusden.
Voor tweedehands boeken | Ook van Ed. Hoornik |
Raban Internet Antiquariaat | Klik hier ! |
Werk
Poëzie
- Het keerpunt: sociale en andere verzen (1936)
- Dichterlijke diagnose (1937)
- Achter glas (1937)
- Drie op één perron (met Jac. van Hattum en Gerard den Brabander) (drie delen, 1938, 1941, 1960)
- Mattheus: een episch gedicht (1938)
- Beelden (1938)
- Geboorte: een lyrische cyclus en andere gedichten (200 ex.) (1938)
- Requiem (1938)
- Geboorte gevolgd door Mattheus en andere gedichten (1939)
- Steenen (500 ex.) (1939)
- De erfgenaam (1940)
- Een liefde (1941)
- Mijn dochter en ik (rijmprent) (1941)
- Tweespalt (750 ex.) (1943)
- Orpheus (1947)
- Ex tenebris (1948)
- Verzamelde gedichten (1950)
- Het menselijk bestaan (1952)
- Na jaren (1955)
- Nederland (rijmprent) (1955)
- Achter de bergen (1000 ex.) (1955)
- Tot de doden (vouwblad) (1956)
- Letters (rijmprent) (1957)
- De vis gevolgd door In de vreemde (1962)
- De dubbelganger (Mattheus/Geboorte/Requiem/De dubbelganger/Achter de bergen/Nederland) (1962)
- Hebben en zijn (bibliofiel, 200 ex.) (1963)
- De overweg (1965)
- Mattheus gevolgd door Uit gemis. Een beschouwing over eigen werk (1965)
- Vijf gedichten (Mattheus/Geboorte/Requiem/De vis/De overweg) (1966)
- Op school stonden ze (vouwblad) (1966)
- In de vreemde (bibliofiel, 35 ex.) (1968)
- Ed Hoornik, Het is maar tien uur sporen naar Berlijn (bloemlezing door Mies Bouhuys) (1985)
- Het kindsche vrouwtje (1986)
- Drie tegen één op 'n Perron (met Gerard den Brabander, Jac. van Hattum, E. du Perron) (bibliofiel, 110 ex.) (1995)
- Denkend aan Holland.. (met H. Marsman) (1996)
Proza
- Momentopnamen (1953)
- Voor altijd Dachau (1966)
- De overlevende (1968)
- De vingerwijzing (1969)
- Verhalend proza (Verzameld werk, deel 2) (1973)
Voor kinderen:
- Joosje (met Wim Hora Adema) (1940)
- Zal ik vertellen? Een boek voor jonge menschen (met Wim Hora Adema) (1941)
- Tussen de anderen (met Wim Hora Adema) (1942)
Toneel
- De bezoeker: toneelspel in drie bedrijven (1952)
- Briefgeheim (met Manuel van Loggem, Tone Brulin, W.F. Hermans) (1953)
- De zeewolf: toneelstuk in drie bedrijven (1955)
- Kains geslacht: toneelspel in drie bedrijven (1955)
- Het water: toneelspel in drie bedrijven (1959)
- De derde (1960)
- Dramatisch werk (Verzameld werk, deel IV) (1975)
Hoorpsel
- Retour afzender (VARA, 1953)
Brieven
- 'Brief aan Aafjes' in 'Over en weer' (1962)
- Journalistiek proza en brieven (verzameld werk, deel 3) (1974)
- 1 brief van Jan Hanlo aan J. Bernlef en E. Hoornik (07-09-1961) in Jan Hanlo, 'Brieven 1931-1962' (1989)
- Gerrit Achterberg, Briefwisseling met Ed. Hoornik (bezorgd door R.L.K. Fokkema) (1990)
- Gerrit Achterberg, 'Drie brieven' (bibliofiel, 85 ex.) (1990)
- 1 brief van Gerrit Achterberg aan Ed. Hoornik (05-03-1941) in 'Briefgeheim', samengesteld door René van Stipriaan (1993)
- 1 brief van Ed. Hoornik aan Mies Bouhuys (20-09-1962) in 'Briefgeheim', samengesteld door René van Stipriaan (1993)
- Geld verdienen zal ik er nooit aan. Briefwisseling Ed. Hoornik en A.M.M. Stols 1938-1954 (bezorgd door Anky Hilgersom) (1999)
- 1 brief aan Eduard Hoornik in 'Gerard Walschap Brieven 1951-1965' (2002)
Overige non-fictie
- De jongste generatie over J. Greshoff (met Adriaan van der Veen en H.A. Gomperts) (1938)
- J. Greshoff, dichter en moralist (toespraak) (1939)
- Tafelronde: studies over jonge dichters (1940)
- Doodenherdenking in Dachau (toespraak) (1945)
- Dit is Walcheren (reportage - met Jef Last en A. den Doolaard) (1945)
- De heraut van het schone (1949)
- Toetssteen (1951)
- De man in de stad (1952)
- 24 uur Amsterdam (tekst bij foto's van Kees Scherer) (1957)
- Over en weer: beschouwingen over poëzie (heruitgave van 'toetssteen') (1962)
- Het kind in de poëzie (1967)
- Journalistiek proza en brieven (verzameld werk, deel 3) (1974)
- Verzameld werk: Kritisch proza (1978)
Vertalingen/bewerkingen
- In 'De muze kent geen Babel, Poëzie uit alle werelddelen in vertaling'(1959) staan door hem, samen met W.A. Braasem vertaalde gedichten van Bagirmi (Soedan), Quiché (Guatemala), van de Navaho's (Noord-Amerika) en van de Eskimo's (Oost-Groenland).
Vertaald:
- De poëziebundel 'Geboorte' werd in het Duits vertaald: Geburt (1939, vertaald door Wolfgang Cordan)
- Koos Schuur vertaalde poëzie van Ed. Hoornik in het Engels.
- In het Hongaars vertaalde gedichten van Ed Hoornik verschenen
in het Hongaarse tijdschrift 'Nagyvilág'.
Ed. Hoornik schreef een inleiding voor
- Twee lentes. De beste gedichten uit Werk 1939 en Criterium 1940 (1941)
- Theun de Vries, Wij waren getuigen (1946)
Bloemlezingen
Tijdschriften
- Ed. Hoornik debuteerde in april 1929 met het geidcht 'Mist' in het 'Roomsch Studentenblad'
- Ed. Hoornik publiceerde verhalen in de 'Zondagscourant van De Maasbode'.
- Op 1 september 1929 werd hij journalist bij 'De Tijd'.
- Ed. Hoornik werkte van 1933 tot 1942 als redacteur binnenland bij het 'Algemeen Handelsblad'.
- In 1938 werd hij toneelmedewerker bij 'Het Hollandsche Weekblad' in Brussel.
- Ed. Hoornik publiceerde in 'De Katholieke Illustratie', 'Opwaartsche wegen', 'De Publieke Opinie', 'Forum', 'Proloog', 'De Gemeenschap', 'De Nieuwe Eeuw', 'Maatstaf', 'De Vlaamse Gids'.
- Ed. Hoornik was mede-oprichter van 'Werk' en 'Criterium'.
- Ed. Hoornik was redacteur van 'Centauer' en 'Haagsch Dagblad'.
- Ed. Hoornik was van 1954 tot 1970 redacteur van 'De Gids'.
- In 1958 was Hoornik mede-oprichter en redactie-secretaris van 'Delta'.
- Ed. Hoornik schreef op verzoek van Jan Greshoff poëziekronieken voor 'Groot-Nederland'.
- Ed. Hoornik schreef literaire kritieken voor 'Vrij Nederland'.
Televisie
- Roerig Amsterdam (met Mies Bouhuys)
Over Ed. Hoornik
- 1 hoofdstuk: 'Ed. Hoornik. Dichterlijke diagnose / De erfgenaam' in 'Gewikt en gewogen' van D.A.M. Binnendijk (1942)
- Twee hoofdstukken over Ed. Hoornik in 'Muiterij tegen het etmaal, deel 2: poëzie en essay' van Simon Vestdijk (1947)
- 1 hoofdstuk: 'Ed. Hoornik' in 'Verzameld werk IV - Critisch proza' van H. Marsman (1947)
- 1 hoofdstuk: '/Uit gemis. Overeigen werk' in 'Toetssteen' van Ed. Hoornik (1951)
- Een hoofdstuk 'Twee perioden' in 'Triptiek' van G. Stuiveling (1952)
- 1 hoofdstuk: Ed. Hoornik - Mattheus' in '1905-1955 van jaar tot jaar van boek tot boek. Hoogtepunten uit vijftig jaar nederlandse letterkunde', uitgezocht en ingeleid door dr. J. Hulsker en Dr. G. Stuiveling (1956)
- 2 hoofdstukken over Ed. Hoornik in 'Onderzoek en vertoog 2' van Victor E. van Vriesland (1958)
- 1 hoofdstuk, 'Ed Hoornik' in 'Gegist bestek deel 1: Benaderingen en ontmoetingen' van C.J.E. Dinaux (1958)
- 1 hoofdstuk: 'Ed. Hoornik' in 'Verzameld werk. Poëzie proza en critisch proza' van H. Marsman (1960)
- Een interview met Ed. Hoornik in: Piet Calis, 'Gesprekken met dichters' (1964)
- 1 hoofdstuk: 'De vis' in 'Keurschrift uit de hedendaagse Noord- en Zuidnederlandse letteren' van Willem Brandt (1964)
- 1 hoofdstuk: 'Albert Helman: Nexico zingt / Ed. Hoornik: Mattheus' in 'Kroniek der poezie' van Marnix Gijsen (1965)
- H.U. Jesserun d'Oliveira, 'Visfilet (over 'De Vis') in 'Merlyn' (mei 1965)
- Een hoofdstuk over Ed. Hoornik: 'Voltooid voor Dachau' in 'Twintig poëziekritieken' van Martien J.G. de Jong (1966)
- 1 hoofdstuk: 'Visfilet (Over Ed. Hoornik's 'De vis') in 'Vondsten en bevindingen. Essays over nederlandse poëzie' van H.U. Jessurun d'Oliveira (1967)
- Een interview met Ed. Hoornik in 'Schrijven of schieten' van Fernand Auwera (1969)
- 1 hoofdstuk: 'Ed. Hoornik - De zwaan' in 'Het Nederlandse gedicht na 1880' van Martien J.G. de Jong (1969)
- 'De Gids' bracht in 1970 (jaargang 133, nr. 3) een In Memoriam Ed. Hoornik-nummer uit.
- Martien J.G. de Jong, 'Eén perron maar drie treinen' (Den Brabander, Van Hattum, Hoornik) (1970)
- 1 hoofdstuk: 'God worden en het meest belachelijke wat er bestaat' in 'Flierefluiters apostel' van Martien J.G. de Jong (1970)
- Gerrit Borgers e.a., 'Ed Hoornik. Schrijversprentenboek 17' (1973)
- G.P.F. Buddingh, 'Ed Hoornik 2 x op het appèl' in 'Levende talen' (augustus 1974)
- 1 hoofdstuk: 'Ed Hoornik' (over Verzameld werk') door Wim Ramaker in 'Uitgelezen 2. Reakties op boeken' (1975)
- 1 hoofdstuk: 'De bezoeker van Ed. Hoornik' in 'Al wat in boeken steekt' van P.H. Ritter jr. (1982)
- Mies Bouhuys, 'Het is maar tien uur sporen naar Berlijn. Mies Bouhuys over Ed. Hoornik. Met een keuze uit zijn werk' (1985)
- 1 in memoriam: 'Blik op de dichter dood' door Harry Mulisch in 'Hij is reeds aan de overzijde. Necrologieën van schrijvers', samengesteld door Jeroen Brouwers (1986)
- 1 anekdote over Ed Hoornik in 'Het literair anekdoten boek', samengesteld door John Müller (1988)
- Martien J.G. de Jong, 'Liever waarheid dan sensatie: met een eerherstel voor Ed. Hoornik en andere slachtoffers van valse geschiedschrijving over de Tweede Wereldoorlog' (1000 ex.) (1990)
- 1 herinnering aan Ed Hoornik in 'Buddingh' van A tot Z: ontmoetingen met Nederlandse en Vlaamse letterkundigen', verzameld door Ares Koopman (1990)
- Martien J.G. de Jong, 1 hoofdstuk: '18 januari 1934: Het weekblad De nieuwe eeuw publiceert een gedicht vvan Ed. Hoornik over de terechtstelling van Marinus van der Lubbe. Literatuur en engagement in de jaren dertig' in 'Nederlandse literatuur, een geschiedenis' (1993)
- Een gedicht: 'Pogrom' (+ opdrachten) in 'Literatuur lezen in de tweede fase' van Ruud Kraaijeveld (1996)
- 1 hoofdstuk: 'Het dichterlijk bestaan' in 'Brood op de plank. Verzameld Kritisch Proza I' van Adriaan Morriën (1999)
- 1 hoofdstuk: 'Dichter Ed. Hoornik: altijd gefascineerd door de dood' in 'Brood op de plank. Verzameld Kritisch Proza 2' van Adriaan Morriën (1999)
- Een bijdrage over Ed. Hoornik in 'Kritisch Lexicon van de Nederlandstalige Literatuur na 1945' door Martien J.G. de Jong (november 2000)
- Krijn de Jong bespreekt drie gedichten van Ed Hoornik in 'Gedicht gedacht. 58 gedichten met het hart gelezen' (2008)
- A. Marja, 'Rethoornika' in 'Het scherp van de snede. De Nederlandse literatuur in 100 en enige polemieken', samengesteld door Pierre Vinken & Hans van den Bergh (2010)
- Martien J.G. de Jong bespreekt twee gedichten van Ed. Hoornik in 'Brand van Mars en vuur van Venus: Geloven in gedichten' (2010)
- Een analyse van het gedicht 'Ik ben de kleine dochter van' van Ed. Hoornik in 'Zo werkt poëzie! Techniek en thematiek in 60 moderne Nederlandse gedichten' van Lambert Wierenga (2011)
- 1 hoofdstuk: 'Achterberg, Hoornik, de dood' in 'Is het werkelijk? Verkenningen van dichters' van Dirk Kroon (2015)
- 'In het licht van Ed. Hoornik: Dachaulezing : 9 maart 2017, 14:30 uur, Literatuurmuseum, 's Gravenhage' (2017)
- 1 herinnering aan Ed. Hoornik in 'Het rimpelperspectief' van Hans Dorrestijn (2018)
Diversen: (Zonder een schijn van volledigheid)
- Ed. Hoornik was redacteur van de 'Helicon-reeks' en van 'De zonnewijzer'.
- J. Bernlef, 'Het strikken van een das: voor Ed. Hoornik' (in eigen beheer, 3 ex.) (1965)
- Ed. Hoornik schreef een scenario voor 'De vliegende Hollander', een film over Anthony Fokker door Gerard Rutten.
- Het gedicht 'Mijn dochter en ik' van Eduard Hoornik wordt op de lp 'Zegge en schrijve... zestien. Gedichten voor het onderwijs' gelezen door Ton Lutz.
- Zijn 'Verzameld werk' verscheen in vijf delen tussen 1972 en 1978.
- 'De overlevende' verscheen als 'Bulkboek nr. 72' in 1978.
- 1 jeugdfoto (3 jaar, met broer Peter) in: 'Zoals ze waren.... Miesje Bouwman Jantje Wolkers en nog 179 zeldzame jeugdfoto's van beroemde (en beruchte) Nederlanders' (z.j.).
- In het theaterprogramma 'Purper 8' van Purper 'bracht' Ina van Faassen het gedicht 'In Middelharnis is een kind verdronken' van Ed Hoornik.
- Er staat een gedicht van Ed. Hoornik in basalt op de dijk bij Urk (sinds 1996).
- Een steen met het gedicht: 'Friesland' van Ed. Hoornik, in de Tweebaksmarkt in Leeuwarden, in het kader van 'Poëzie op straat'.
- Regisseur Peter Schmitz verfilmde Hoorniks gedicht 'Gesprek in de nacht'. Het werd in januari 2005 door de VPRO uitgezonden.
- 1 portret van Ed. Hoornik '222 schrijvers. Literaire portretten' van Eddy en Tessa Posthuma de Boer (2005), met het citaat '... 't Is ál licht wat ik zie / Poëzie, poëzie.'
Literaire prijzen
- C.W. van der Hoogt-prijs 1939 voor 'Mattheus'
- Mr. H.G. van der Vies-prijs 1956 voor 'Het water'
- Jan Campert-prijs 1963 voor 'De vis en In den vreemde'
Ed. Hoornik was lid van de jury voor de volgende prijzen:
- Reina Prinsen Geerligs-prijs 1947, 1948
- Lucy B. en C.W. van der Hoogt-prijs 1950, 1951, 1952, 1953, 1954, 1955, 1956, 1960, 1961, 1962, 1963, 1964
- Poëzieprijs van de gemeente Amsterdam 1951, 1954, 1956, 1963, 1964
- Gids-prijs 1955
- Koepel-prijs 1955, 1959
- Prozawedstrijd Teisterbant 1957
- Prijsvraag televisiespel 1962
- Prijs voor Meesterschap 1964
- P.C. Hooft-prijs 1964
- Mr. H.G. van der Vies-prijs 1967
- Poëzieprijs Culemborgse eeuwfeesten 1969
Werk van Ed. Hoornik geciteerd in overlijdensberichten
Volkskrant, 16-11-1985
Volkskrant, 30-12-1988
NRC Handelsblad, 11-08-1989
Volkskrant, 27-05-1994
Biografische opmerkingen
- Ed. Hoornik was de zoon van Pieter Anthonie Hoornik (zelfstandig werkend stoelenmatter) en Petronella Allegonda Vogel.
- De zus van zijn vader - Clasina Maria Hoornik - stond model voor Vincent van Goghs 'Sorrow' en komt in Van Goghs brieven voor als 'Sien'. Vincent van Gogh tekende de grootmoeder van Ed. Hoornik in 1882.
- Zijn moeder overleed toen hij zeven jaar was.
- Ed. Hoornik ging naar de R.K. lagere school in de Van der Duynstraat en naar die in de Paramaribostraat.
- Na de lagere school ging hij naar het Sint-Aloysiuscollege in Den Haag. In 1927 wordt hij - wegens wangedrag - van deze school verwijderd. Hij ging toen naar de gemeentelijke HBS. Hier deed hij in 1928 eindexamen. Hij woonde toen bij pleegouders.
- Ed. Hoornik studeerde medicijnen en letteren. Tijdens zijn studie woonde hij in een tehuis voor vrijgezellen in Den Haag.
- In 1929 werd hij journalist bij 'De Tijd;.
- Op 14 augustus 1934 trouwde hij met Elisabeth (Liesel) Theodore Nussbaum. Ze gingen in Amsterdam aan de Stadionstraat 25 II wonen. In 1935 werd hun dochter Marianne Ingrid geboren. In 1937 werd de tweeling Eva Maria en Erika Maria geboren. Ze scheidden in 1957.
- Ed. Hoornik behoorde met Jac. van Hattum en Gerard den Brabander tot de Amsterdamse School. Samen publiceerden zij de bundel 'Drie op één perron' (1938, 1941, 1960 3 dln.). Dit perron verwees naar E. du Perron, die ze gezamenlijk bewonderden.
- In zijn gedichten sprak hij al in de jaren dertig zijn afschuw uit over jodenvervolging en over andere zaken in Nazi-Duitsland.
- In 1941 werd de krant waar hij werkte, 'Het Algemeen Handelsblad' door de Duitsers 'gelijkgeschakeld'. Hoornik ging van de redactie-binnenland naar de kunstredactie. In 1942 nam hij ontslag.
- In 1942 zat Ed. Hoornik enkele maanden ondergedoken in Hoorn.
- Ed. Hoornik werd op 19 augustus 1943 door de Gestapo gearresteerd. Hij wordt gevangen gezet in Vught en later - tot het eind van de Tweede Wereldoorlog - in het concentratiekamp Dachau.
- Ed. Hoornik was - ook in zijn werk - sterk sociaal bewogen. Na de Tweede wereldoorlog kreeg zijn werk een sceptische en wat bittere ondertoon. De confrontatie met de dood ging zijn werk beheersen.
- In 1949 ging hij werken voor de Sticusa (Stichting voor culturele samenwerking met Indonesië, Suriname en de Nedelrandse Antillen). Hij werkte mee aan een programma van de wereldomroep, gericht op Suriame en de Antillen.
- In Amsterdam woonde hij in de jaren vijftig aan Willemsparkweg 200 en Oranje-Nasseulaan 67.
- Ed hoornik trouwde op 10-07-1957 met de kinderboekenschrijfster Mies Bouhuys. Hij had haar in 1947 leren kennen en ze woonden sinds 1949 samen. Ze woonden aan de Prinsengracht 390 in Amsterdam, waar het een ontmoetingspunt voor vele schrijvers werd.
- Hun tweelingdochters Eva en Erica trouwden met de schrijvers J. Bernlef en K. Schippers.
- Ed. Hoornik overleed aan een hartaanval. Hij ligt begraven op de Nieuwe Oosterbegraafplaats in Amsterdam (graf AA-25-126).
- In de jaren tachtig beschuldigde Adriaan Venema Hoornik van een 'soort collaboratie' met de Duitsers, o.a. omdat hij niet snel genoeg zijn baan bij 'Het Algemeen Handelsblad' opgezegd zou hebben. Deze beschuldigingen bleken ongegrond te zijn.
Handtekening Ed. Hoornik
Anderen over Ed. Hoornik
- Op Vasalis en Aafjes na (en Hoekstra) is hij zowat de laatste geweest van Criterium, een wat rampzalige generatie van te vroeg gestorvenen of te schielijke zwijgers. Ook in die zin is hij een overlevende geweest. Hij is niet de grootste dichter van Criterium, maar zeker de meest complete. (Fons Sarneel, VN, 07-03-1970)
- Bij Hoornik leidt zelfopgelegde vormdwang telkens weer tot het overbodige woord, de overbodige regel, het overbodige gedicht. Hij is een minor poet, die zich niet heeft neergelegd bij zijn beperkte mogelijkheden. Hij hijgt op tegen het Dichterschap maar haalt het zelden. Een mooie regel moet meteen een Gedicht worden, erger nog: een Vers. Vooral in zijn vooroorlogse Scheppingsperiode vult hij de dreun met dichterlijke praat. (Pim Lukkenaer, VN, 29-04-1972)
- Ed. Hoornik is een van de meest fascinerende figuren in de Nederlandse literatuur van deze eeuw. Hij heeft naam gemaakt en erkenning gevonden als dichter, toneelschrijver, journalist, tijdschriftredacteur en prozaïst. Zijn werk vertoonde van meet af aan het karakter van de begaafde en integere literator. (J. van Doorne, Trouw, 22-06-1973)
- Iedere avond was zijn huis vol dichters, schrijvers, schakers, komponisten, architecten, journalisten, politici; akties werden beraamd, tijdschriften samengesteld, andermans vrouwen opgevreeën, stukken in de kraag gedronken, toneelstukjes geïmproviseerd, gruwelijke spelletjes gespeeld, sinistere raadsels opgegeven, vuurwerk afgestoken, en soms sloegen de stoppen door in het narrenschip en er waren geleerden die naar buiten holden en in de gracht sprongen, om naderhand bij de kachel op te drogen, in het grote ondergoed van de dichter. (Harry Mulisch in: Jeroen Brouwers, Zachtjes knetteren de letteren, blz. 223)
- Hoewel er later, en zelfs nog in 1960, vervolgdelen van dit curieuze collectief-dichtbundeltje zijn verschenen, mag worden vastgesteld dat de dichters van 'De Amsterdamse School' weliswaar vertrokken van hetzelfde sociaal-anekdotische 'perron', maar dat ze naar totaal verschillende bestemmingen zijn gereisd. (Martien J.G. de Jong, Kritisch Lexicon van de Nederlandstalige Literatuur na 1945, november 2000)
Mijn favoriete citaat
Ik weet zeker dat het geen verschil maakt,
of ik Dachau of de wereld zeg,
en dat is wat mij kwelt en stil maakt,
en al blijf ik, ik ging liever weg.
(Ed. Hoornik, Ex tenebris IV (fragm.), dubbelganger, blz. 109)
Bronnen o.a.
- P.H. Dubois, hedendaagse nederlandse kunst, letterkunde (1956)
- Helmut Olles letterkundig lexicon (vert. Theun de Vries) (1964)
- Schrijversprentenboek 17 (1973)
- Lexicon van de moderne Nederlandse literatuur (1978)
- Spectrum Nederlandstalige auteurs (1985)
- Hun laatste rustplaats (1985)
- Nederlandse literaire prijzen 1880-1985 (1986)
- Winkler Prins lexicon van de Nederlandse letterkunde (1986)
- Oosthoek Lexicon Nederlandse & Vlaamse literatuur (1996)
- Kritisch Lexicon van de Nederlandstalige Literatuur na 1945 (november 2000)
- Poëzie op straat. Poëzieroute Leeuwarden (2004)
- Behoudens deze steen. Een gids langs schrijversgraven in Nederland en Vlaanderen (2004)
- Website van de Koninklijke Bibliotheek (september 2020)