E.B. de Bruyn
Profiel
Achternaam: de Bruyn
Roepnaam: Emile
Voornamen: Emile Bonaventura
Geboren: 10-01-1905
Te: Breda
Overleden: 27-11-1999
Te: Málaga
Pseudoniem(en): E.B. de Bruyn gebruikte
de pseudoniemen J.B. de Bruyn, Karel E.
van Reym, Karel Eduard van Reym tot Maat, Mark van Reym Kzn. en
E.B. van IJpelaar.
Voor tweedehands boeken | Ook van E.B. de Bruyn |
Raban Internet Antiquariaat | Klik hier ! |
Werk
Poëzie
- Antiquiteiten (in eigen beheer) (z.j.)
- Vergeelde bladen (in eigen beheer) (1972)
- Bain vapeur (bibliofiel) (1980)
- Lange palavers en korte metten (1996)
Proza
- Het slaapmiddel (bibliofiel, 100 ex.) (1975)
- Uit een leven (1911)
Vertalingen/bewerkingen
- Martialis, Sex en Eros. 300 epigrammen (1979)
Bloemlezingen
Tijdschriften
- E.B. de Bruyn publiceerde in 'Het Nationale Dagblad', 'Maatstaf', 'De Revisor', 'De Tweede Ronde', 'De Parelduiker' (ingezonden brief).
Diversen: (Zonder een schijn van volledigheid)
- 'Uit een leven' verscheen in de reeks Privé-Domein (nr. 175).
Opmerkingen
- Zijn vader was in Breda directeur van 'De Nederlanden'.
- In zijn jeugd werd hij Miel genoemd.
- Hij ging naar een kostschool bij fraters en jezuïeten.
- E.B. de Bruyn groeide op in Breda, aan de Prinsenkade. Hij beschrijft deze periode in 'Uit een leven'.
- Voor de Tweede Wereldoorlog studeerde E.B. de Bruyn aan verschillende universiteiten in Europa.
- E.B. de Bruyn woonde van 1939 tot 1973 in Marokko. Hij werkte er als leraar en als agronomisch vertaler.
- Daarna woonde hij in Malaga.
- Hij publiceerde pas na zijn vierenzeventigste.
Anderen over E.B. de Bruyn
- E.B. de Bruyn is pas op latere leeftijd gaan publiceren. Om die reden zijn beide destijds (en nog steeds) ongepubliceerde bundels in 1972 geplaatst in een archiefdoos niet-letterkundigen, die bij de verhuizing van het museum van de Juffrouw Idastraat naar de Prins Willem-Alexanderhof op een verkeerde plaats in het depot is terechtgekomen. Bij de voorbereidingen voor een door de groeiende collectie noodzakelijke aanpassing van het depot is deze doos onlangs boven water gekomen. In de doos bevonden zich de doorslagen van twee typescripten van E.B. de Bruyn: Antiquiteiten. Gedichten uit de nalatenschap van wijlen Karel Eduard van Reym tot Maet, dat gedichten uit de periode 1923-1955 bevat, en Vergeelde bladen. Gedichten (onder het pseudoniem E.B. van IJpelaar) met gedichten uit de jaren 1923-1945. Gedichten uit beide bundels heeft De Bruyn in 1971-1972 in enkele gevallen herzien. Beide typescripten zijn inmiddels op de studiezaal van het Letterkundig Museum opvraagbaar (signatuur B.9284 H.1). (Sjoerd van Faassen, Nieuw Letterkundig Magazijn. Jaargang 18)
- De Bruyn heeft een voorliefde voor versluierend, plechtig en gezwollen taalgebruik, maar als het om de seks gaat, doet hij er meestal nog een schepje bovenop. (Janet Luis, NRC, 14-02-1999)
- Door het langdurig verblijf in het buitenland is hij vervreemd van zijn vaderland en moedertaal. Het Nederlands dat hij hanteert doet ons enigszins archaïsch, maar tevens weldadig aan. (Thera Boon-Corthals, Literaire wandelroute Breda, blz. 28)
Mijn favoriete citaat
De Laatste
Je waakte aan zijn sterfbed. Plots een zucht
met enig stemgeluid. Je dacht hij gaf de geest.
Geroerd boog je het hoofd. -Maar wat een lucht!
Was dat zijn laatste adem wel geweest?
(E.B. de Bruyn, Lange palavers & korte metten, blz. 95)
Links
Bronnen o.a.
- Literaire wandelroute Breda (1997)
- Website van de Koninklijke Bibliotheek (januari 2022)