Hein de Bruin
Profiel
Achternaam: de Bruin Voornaam: Hein Geboren: 22-03-1899 Te: IJlst Overleden: 10-06-1947 Te: Amsterdam Pseudoniem(en): Hein de Bruin gebruikte het pseudoniem H. van Drielst. |
De dag in Friesland dat ik werd geboren,
vermoed ik, had als kleur: blauw, wit met rood,
en als geluid: de hese Sneker boot
afwisselend met de gulle schippershoren.
(Hein de Bruin)
Voor tweedehands boeken | Ook van Hein de Bruin |
Raban Internet Antiquariaat | Klik hier ! |
Werk
Ebben en ivoor |
Job |
Poëzie
- Het ingekimde land (1932)
- Kerstmis (1938)
- Hernieuwd herdenken (1941)
- De brief (clandestiene uitgave) (1942)
- Job (episch gedicht) (1943)
- Ebben en ivoor (1945)
- Het zalig beroep van Pieter Johannes Venemans en Elisabeth Cornelia van der Hammen aanvaard den vijfden Juli van het jaar des Heeren MCMXLVI in de Nederduitsch Hervormde Gemeente te Voorburg in dicht en ondicht, woord en beeld geëerd (bibliofiel, 60 ex.) (1946)
- Nagelaten gedichten (1948)
- Het ingekimde land en andere gedichten (door W. Hazeu) (1976)
Proza
- Wat blijft (1934)
- Schalm en scharnier (1936)
- De verborgen omgang (niet uitgegeven) (1936-1940)
- Man en macht (1938)
- 't Rad der geboorte (1941)
- Van kracht tot kracht (illegaal verschenen, 150 ex) (1943)
- De grote Scheiding (1947)
Brieven
- In 'Vier vrienden' (1971) van J.J. Buskes staat een aantal (fragmenten van) brieven van Hein de Bruin aan J.J. Buskes afgedrukt.
- In 'Schrijversprentenboek 28, Opwaartsche wegen' (1989) staat een brief van Hein de Bruin aan Roel Houwink van 9 maart 1936 afgedrukt.
- In 'Bloknoot' van mei 1992 staan brieven afgedrukt van Hein de Bruin aan Bert Bakker, J.J. Buskes en Gerrit Kamphuis. Ook staan er brieven in aan Hein de Buin van Klaas Heeroma, Gabriël Smit en Gerrit Kamphuis.
Toneel
- Paulus in Efeze: een schouwspel (1946)
Vertalingen
- John Donne, De wonderbare tweestrijd (samen met Fedde Schurer, Gabriël Smit, Pieter Venemans en Theun de Vries) (1939)
- Hein de Bruin vertaalde gedichten van Fedde Schurer (o.a. 'Troost' en 'Taboe') uit het Fries.
- Hein de Bruin vertaalde het gedicht 'Danse Macabre' van Gerben Brouwer uit het Fries.
- In 1942/1943 werkte Hein de Bruin aan de vertaling van 'Great expectations' van Charles Dickens.
- Hein de Bruin vertaalde sonnetten van Shakespeare, o.a. gepubliceerd in 'Ad Interim' (juni 1945)
- Shelley, Juliaan en Maddalo: een gesprek (1947)
- C.S. Lewis, De grote scheiding (1947)
- Charles Dickens, Grote verwachtingen (1952)
- 1 gedicht van Francis Jammes: 'Gebed, met de ezels, om het hemelrijk te mogen binnengaan' in 'Tenzij gij mij zegent', verzameld door J.W. Schulte Nordholt (1960)
Bloemlezingen
Tijdschriften
- In 1928 debuteerde Hein de Bruin in 'Opwaartsche Wegen'.
- Hein de Bruin was van 1932 tot 1936 en van 1936 tot 1940 redacteur van 'Opwaartsche Wegen'.
- Hein de Bruin publiceerde in het personeelsblad van de bank waar hij werkte.
- Hein de Bruin was in 1937 redacteur van 'De Werkplaats'.
- Hein de Bruin was in 1938/1939 redacteur van 'Elckerlyc'.
- Hein de Bruin publiceerde in 'Stuwing', 'De Vriend des Huizes', 'De Delver', 'Het Korenland', 'De Gids', 'De Vrije Westfries', 'Ad Interim' en 'Lectuurgids'.
- Hein de Bruin zou bij het Nationaal Instituut de redactie over het jeugdblad 'Met Vlag en Wimpel' gaan voeren.
Over Hein de Bruin
- 1 hoofdstuk: 'Protestantse poezie' in 'Schuchter en iets luider' van A. Marja (1946)
- 'Ontmoeting' wijdde in juni/juli 1950 een nummer aan Hein de Bruin, hierin werd ook niet eerder gepubliceerd werk opgenomen.
- Hans Barendregt, 'Over 'Job' van Hein de Bruin' in 'Ontmoeting' (mei 1955)
- Dr. J.J. Buskes, 'Vier vrienden' (1971) Over: Hein de Bruin, Henk van Randwijk, Willem Banning en Fedde Schurer.
- 1 gedicht: 'De brief' met een verklaring in 'Geloven in gedichten' van H. van der Ent (1980)
- Jeroen Brouwers wijdt twee hoofdstukken (blz. 349-358 en blz. 359-367) aan Hein de Bruin in 'De laatste deur. Essays over zelfmoord in de Nederlandstalige letteren' (1983)
- 'Bloknoot, christelijk literair tijdschrift' wijdde in mei 1992 een nummer aan Hein de Bruin.
- Krijn de Jong bespreekt het gedicht 'Emmaüsganger' in 'Gedicht gedacht. 58 gedichten met het hart gelezen' (2008)
- Een hoofdstuk: 'Hein de Bruin (1899-1947)' in 'De laatste deur' van Jeroen Brouwers (2017)
Diversen: (Zonder een schijn van volledigheid)
- Het Frysk Letterkundich Museum bezit handschriften (hânskriften) van Hein de Bruin.
- In Schrijversprentenboek 28,'Opwaartsche wegen' (1989) staat het handschrift van het gedicht 'Thomas' afgedrukt.
- Een portret (olieverf op doek) van Hein de Bruin door Henk Krijger, gemaakt in 1942, in 'Schrijversportretten', samengesteld door Sjoerd van Faassen, Pauline Bloemsma en Hester Quist (2010)
Literaire prijzen
- Aanmoedigingsprijs 1941, ingesteld door het Departement van Volksvoorlichting en Kunsten. Hein de Bruin heeft de prijs niet aanvaard
Opmerkingen
- Hein de Bruin was van gereformeerde afkomst. Hij werd als enig kind van Gerben de Bruin (scheepmakersbaas) en Antje Bijlsma geboren in IJlst. Hij gebruikte de Friese naam voor deze plaats (Drylts) voor zijn pseudoniem 'H. van Drielst'.
- Het gezin verhuisde enkele keren, naar Duitsland en naar Enkhuizen.
- Het grootste deel van zijn jeugd bracht hij in Enkhuizen door.
- Na de lagere school wilde hij studeren voor onderwijzer, maar zijn vader zag daar geen toekomst in en hij ging werken op het kantoor van de zaadhandel Sluis en Groot. De wil van zijn vader zou zijn hele leve een grote (dominerende) rol blijven spelen.
- In 1920 verhuisde hij naar Amsterdam. Hier ging hij de Duitse correspondentie doen op het kantoor van de Incassobank.
- In 1922 trouwde hij. Zijn vrouw (Trijntje Ney) was dienstmeisje in Enkhuizen, ze was geboren op Ameland. Ze kregen vijf dochters.
- Terwijl hij op kantoor werkte, studeerde hij 's avonds voor MO-Duits. Hij zakte voor zijn examen, raakte overspannen en moest stoppen met de studie. In de herstelperiode van deze overspannenheid begon hij met dichten.
- In 1928 debuteerde hij met gedichten in 'Opwaartsche Wegen'. In 1932 verscheen zijn eerste bundel: 'Het ingekimde land'.
- Vanaf maart 1933 was Hein de Bruin lid van de Commissie voor de Litteraire Radiolezingen van de N.C.R.V.
- Hij schreef vooral religieuze gedichten, waarin een strijd om zelfbevrijding en zelfverwezenlijking doorklinkt.
- Terugkerende thema's in zijn werk zijn: duisternis, schemering, dood en slapen.
- In 1940 had hij een tweede geestelijke crisis. Het burgerlijke leven met geloof, gezin en maatschappelijke werkkring ging 'knellen' voor de kunstenaar/dichter.
- Hein de Bruin maakte 'uit liefhebberij' kleine schilderijen. Hij werkte aan een roman over het leven van een schilder: 'De verborgen omgang'. Deze roman is nooit gereed gekomen.
- Hein de Bruin droeg zijn tweede bundel 'Het ingekimde land' op aan K. Heeroma.
- 'Job' (1943) werd later geïllustreerd door Henk Krijger.
- In 1944 kwam illegaal 'Het Vrij Nederlandsche Liedboek' uit. Op blz. 112 staat het gedicht 'De ballade van het gilde'. In dit gedicht wordt Hein de Bruin in één adem genoemd met Eekhout, Beversluis, Van Hattum en Houwink. Ze worden 'schurftig en verdord' genoemd. Hij wordt genoemd als een van de schrijvers die met de vijand heulden. Hein de Bruin was hier kapot van. Omdat het een illegale uitgave was, kon deze fout niet rechtgezet worden. Bovendien zou een rectificatie hem bij de Duitsers in een kwaad daglicht zetten. Na de oorlog is hij door de Ereraad gerehabiliteerd.
- Hein de Bruin was ook bestuurlijk actief. Hij was o.a. secretaris van de Christelijk Letterkundige Kring Amsterdam en hoofdbestuurslid van het Verbond van Christelijk Letterkundige Kringen.
- In 1946 nam hij ontslag bij de Incassobank en ging werken bij het Nationaal Instituut. Dit moest een overkoepelend orgaan worden van de nog op te richten provinciale culturele raden. E.e.a. is nooit van de grond gekomen en leverde hem veel - ook financiële - onzekerheid op.
- Hij kreeg een baan voor halve dagen op het 'Dialectenbureau' van P.J. Meertens.
- In 1946 volgde een derde geestelijke crisis. Hij werd opgenomen in de Valeriuskliniek. In februari werd hij hieruit ontslagen. Dit ontslag was voor velen, onder wie J.J. Buskes, een raadsel. Ontredderd pleegde Hein de Bruin op 10 juni 1947 zelfmoord.
- Hein de Bruin werd op 14-06-1947 begraven op Begraafplaats
Zorgvlied aan de Amsteldijk (graf 13-III-203). Het graf is in
2003 geruimd.
- De psychiater weigerde - ook na tussenkomst van Buskes - een verklaring af te geven dat Hein de Bruin ziek was geweest. Hierdoor kon zijn weduwe geen aanspraak maken op de levensverzekering.
- In de jaren zeventig was er opnieuw aandacht voor het werk van Hein de Bruin. Vooral door Wim Hazeu, die in het NCRV-radioprogramma 'Literama' aandacht aan hem schonk én de verzamelbundel 'Het ingekimde land en andere gedichten' (1976) uitgaf.
Op begraafplaats Zorgvlied ligt, direct achter het hek, sinds 2003 een monument voor de hier begraven schrijvers. Het monument bestaat uit een 'gebroken kolom' (een veel gebruikt symbool voor het afgebroken leven) en een 'geblokte vloer' waarin op kleine witte, vierkante tegeltjes de namen van de op Zorgvlied begraven schrijvers staan. Aan de open plekken in de vloer te zien, ontbreken er nog schrijvers, of men houdt nu al rekening met toekomstige begrafenissen.
|
Anderen over Hein de Bruin
- Zijn verzen hebben iets stugs, vooral de eerste, en slechts langzaam rijpt zijn onmiskenbaar talent, - een ontwikkeling die door zijn te vroege dood afgesneden wordt. (H.J.M.F. Lodewick, Literatuurgeschiedenis bloemlezing, blz. 338)
- En ik heb met grote nadruk uitgesproken, omdat in gereformeerde kringen veel vraagtekens worden gezet als iemand een eind aan zijn leven maakt, dat wij een kind van God begraven. Maar een kind van God dat het meer dan vele andere kinderen van God ongelooflijk moeilijk heeft gehad, door de dichterlijke begaafdheid die hij van God had meegekregen (uit grafrede dominee Buskes)
- Jacobse, De Groot en Hein de Bruin zijn de protestantse dichters, die zich in de bezettingsjaren veel en goed hebben geuit. Van De Bruin vestig ik de aandacht op Job, een knappe herdichting naar het gelijknamige Bijbelboek en als uitgave ook te roemen. (G.H. 's-Gravesande, Vergeten en gebleven, blz. 38)
- Hij heeft de genade en de doem van het kunstenaarschap gekend. Zijn leven sta als een teken in ons midden. (K. Heeroma, Jaarboek van de Maatschappij der Nederlandse Letterkunde 1946-1947, blz. 46)
- Zijn veelal op bijbelse motieven gebouwde poëzie kenmerkt zich door een zeer zuivere toon, een solide vormgeving en een vaak voortreffelijke plastiek, en bleef weloverwogen binnen de grenzen van zijn talent. (C. Buddingh', Encyclopedie voor de wereldliteratuur, blz. 96)
- De Bruin was nergens op zijn plaats, De Bruin werd miskend, De Bruin had een moeilijk karakter, De Bruin leed aan depressies. (Jeroen Brouwers, De laatste deur, blz. 359)
- Hein de Bruin, zoals ik hem gekend heb, was een schuchtere, zwaartillende man; bankbediende van beroep en dichter. Hij miste het joyeuse van zijn boezemvriend Fedde Schurer, de dynamiek van Henk van Randwijk. Hein leefde onder wat Abel Herzberg heeft genoemd 'het fatum van de weerloosheid'. (Sjoerd Leiker, Hervormd Nederland, 22-08-1987)
- "Zo is er ook het verhaal over de vader van de bekende
dichter Hein de Bruin, die niets moest hebben van de gedichten
van zijn zoon."
"Jazeker, die vader stuurde Hein de Bruin gewoon de kamer uit als dat onderwerp aan de orde kwam. Toen was Hein al een volwassen man en vader van vier dochters." (Jan H. de Groot, geciteerd in David Mol, 'Het hoge woord', blz. 30) - Hij schreef 'n lange brief aan God om antwoord
op veel vragen en als een boemerang
kreeg hij ze op z'n bureau terug, woord
voor kerngeladen woord: rang, wang, lang, bang.
Hij zweeg en schreef in een veilig wilsoord
vol heimwee: harde kade werd de wang
van een kind, zoals voor zeelui aan boord
watergeklots troost bij sirenenzang
Is God en of mens te beschrijven? Vraag.
Teken. Misschien is het beter te huilen
met woorden en het antwoord vrij te laten.
Maar als de vloedstroom niet meer is te stuiten?
Dan rest het zwijgen.
(Lenze L. Bouwers, Hein de Bruin, Confrontatie, blz. 16)
|
Opdracht in 'Burgers in nood' van Henk van Randwijk voor zijn vriend Hein de Bruin: Voor Hein! ...., en ik moet aanstonds naar de stad vertrekken" Van je vriend Henk. Maart 36. |
Mijn favoriete citaat
Het is avond en de vensters zijn beslagen.
De buitenwereld schemert met wat gloed.
Herinnering waakt nauwelijks op. De dagen
zijn, ondereenvermengd, zuiver en zoet.Alles is zo goed; een klein bezit aan boeken,
- ze hebben hart en zinnen eens gemoeid -
één blik omvat ze nu, de ogen zoeken
even naar een kleur die 't helderst gloeit.
(H. de Bruin, Een avond in januari (fragm.), Opwaartse wegen (bloeml.), bz. 62)
Naar een overzicht van citaten van Hein de Bruin
Uit mijn weblog
24-02-2009
Vandaag mailde ik met een dochter van de dichter Hein de Bruin. Met een andere dochter had ik al eens eerder contact. Die woonde hier in Veenendaal en haar dochter (de kleindochter van De Bruin) was een collega van me op mijn basisschool. In het mailverkeer vroeg ik:
Vorig jaar was ik op Zorgvlied en zocht daar o.a. het graf
van uw vader. We konden dat toen niet vinden (maar het was een
regenachtige dag en we zochten niet heel fanatiek). Klopt het
grafnummer dat ik op mijn site vermeld? (graf 13-III-203)
Wat ik voor mijn internetbladzijde nog leuk zou vinden als aanvulling
is een stukje handschrift (een strofe van een gedicht o.i.d.).
Is dat bij de familie nog in bezit en heeft iemand de mogelijkheid
daar een scan van te maken?
Op die vragen kwam al heel snel antwoord:
1.GRAF
Het grafnummer dat U vermeldde is / was het juiste nummer.
Toen in 1997 mijn vader 50 jaar was begraven en mijn moeder 25
jaar, hebben wij de grafrechten opgezegd om te voorkomen dat de
jaarlijkse kosten niet meer voor onze (hun 5 dochters), maar voor
rekening van de kleinkinderen zouden komen. Het graf is toen echter
niet geruimd,maar men heeft het (voorkennis?) laten bestaan tot
kort na 16 maart 2003. Toen vond in het kader van de boekenweek
2003 (thema Leven en dood in de letteren) een rondgang
plaats langs alle literaire graven, w.o. die van mijn
vader. Kort daarna is het graf geruimd en zijn de (ook door U
getoonde) gedenkstenen geplaatst. Dat U dus het graf van mijn
vader niet kon vinden ligt zeer waarschijnlijk niet aan Uw zoekinspanning.
Van de hierboven beschreven happening op Zorgvlied is een boekje
uitgekomen,waarvan ik U in bijlage een afbeelding toezend.
2.HANDSCHRIFT.
Van het handschrift van mijn vader hebben wij nog vele (vaak
indringende/zeer private) voorbeelden in ons bezit. Wat ik U in
bijlage toezend is de voorste pagina van zijn kleine zakagenda
van 1944. Op de rechterzijde door hem zelf geschreven : naam/adres/
en handtekening. Op de linkerzijde een (waarschijnlijk te memoreren)
strofe van de schrijver/dichter (?) D.H.Lawrence uit diens werk
The Man Who Died.A sermon is so much more to cake
into mud and to close the fountains than is a psalm or a song.
Wat hij daarmee heeft bedoeld te weten/zeggen/of doen is mij niet
duidelijk.
3.EX-LIBRIS
Wat ik U in de derde bijlage toezend is een afbeelding van
het ex-libris van mijn vader met daarbij zijn gedicht VUURTOREN
waarvan een afbeelding is terug te vinden in zijn ex-libris.
13-04-2009
Dit is zo'n bijzonder boek (waar ik vanmiddag tegenaan liep):
Hein de Bruin. 't Rad der Geboorte (1941)
Boeken van Hein de Bruin zie je maar heel zelden en al helemaal
niet genummerd en gesigneerd. Van dit boek zijn er 300 gedrukt.
Ze zijn allemaal genummerd en de eerste 25 nummers zijn bovendien
gesigneerd door de schrijver én door de illustrator (Henk
Krijger).
Helaas is de stofomslag op de rug beschadigd, maar het boek zelf
is gaaf (je kunt niet alles hebben).
Voor zo'n vondst rijd ik graag heen en weer naar Bredevoort!
Links
- Raban Internet Antiquariaat - voor tweedehands boeken van Hein de Bruin
- DBNL - Hein de Bruin
- Ed Nieuwenhuys - Hein de Bruin
- Nederlandse Poëzie Encyclopedie - Hein de Bruin
Want elk mens, ook op de weg afzijds van het domme eigengerief,
heeft zichzelf en de medemens tegen.
(Hein de Bruin, Werk, bloemlezing, 1936)
Bronnen o.a.
- Clara Eggink e.a., Kompas der Nederlandse letterkunde (1947)
- Ontmoeting (juni-juli 1950)
- C. Buddingh', Encyclopedie voor de wereldliteratuur (1954)
- J.J. Buskes, Vier vrienden (1971)
- Lexicon van de moderne Nederlandse literatuur (1978)
- Querido's letterkundige reisgids van Nederland (1982)
- Jeroen Brouwers, De laatste deur (1983)
- Spectrum Nederlandstalige auteurs (1985)
- Hun laatste rustplaats (1985)
- De Nederlandse en Vlaamse auteurs van middeleeuwen tot heden (1985)
- Nederlandse literaire prijzen 1880-1985 (1986)
- Winkler Prins lexicon van de Nederlandse letterkunde (1986)
- Hervormd Nederland (22-08-1987)
- Schrijversprentenboek 28, Opwaartsche wegen (1989)
- Bloknoot (mei 1992)
- Oosthoek Lexicon Nederlandse & Vlaamse auteurs (1996)
- Internet (zie 'links')
- Hans Heesen e.a., Waar ligt Poot? (1997)
- Website van de Koninklijke Bibliotheek (januari 2020)