P.C. Boutens
Profiel
Achternaam: Boutens
Initialen: P.C.
|Voornamen: Pieter Cornelis
Geboren: 20-02-1870
Te: Middelburg
Overleden: 14-03-1943
Te: Den Haag
Pseudoniemen: P.C. Boutens heette
tot 1898 Bouters. Hij gebruikte
ook het pseudoniem Andries de Hoghe.
Ik peins
Ik peins - mijn hart erkent niet -
Hoe alle wezen eenzaam is,
Hoe uit bezit en uit gemis
Dezelfde moeheid overschiet,
Die van al wat zij heeft doorkend,
Die van al wat zij heeft begeerd,
Haar grondelozen glimlach keert
Naar doods onpeilbaar donkren wand...
(P.C. Boutens, uit: Lentemaan)
Voor tweedehands boeken | Ook van P.C. Boutens |
Raban Internet Antiquariaat | Klik hier ! |
Werk
Poëzie
- Een boek voor Wout en Daniël; ter herinnering aan veel lijden en veel troost (niet uitgegeven, 1893/1894)
- XXV verzen (ib eigen beheer, 100 ex.) (1894)
- Verzen (1898)
- Praeludiën: verspreide gedichten (1902)
- Naenia: tot de nagedachtenis van Willem van Tets (12 ex.) (1903)
- Stemmen (1907)
- Verzamelde sonnetten (60 ex.) (1907)
- Beatrijs (1908)
- Vergeten liedjes (in eigen beheer, 60 ex.) (1909)
- Alianora (1910)
- Carmina (1912)
- Lente-maan (1916)
- Strophen uit de nalatenschap van Andries de Hoghe (1919)
- Sonnetten (heruitgave van 'Verzamelde sonnetten') (1920)
- Liederen van Isoude (1921)
- Zomerwolken (1922)
- Oud-Perzische kwatrijnen (125 ex.) (1926)
- Nieuw Zeeuwsch Geuzenlied: naar aanleiding van het zoogenaamde Nederlandsch-Belgisch Verdrag (pamflet) (1927)
- Morgengedachten op den vijtigsten geboortedag van Wilhelmina van Oranje-Nassau Koningin der Nederlanden (1930)
- Gedichten van P.C. Boutens gekozen uit zijn lyrische werk van 1894-1929 (door J.W.F. Werumeus Buning) (160 ex.) (1930)
- Bezonnen verzen (1931)
- Strophen en andere gedichten uit de nalatenschap van Andries de Hoghe (1932)
- Honderd Hollandsche kwatrijnen (1932)
- Achttien verzen bij werken van W.A. van Konijnenburg (1933)
- Oudere verzen (in eigen beheer, 20 ex.) (1936)
- Aan Prinses Juliana der Nederlanden bij haar huwelijk met Prins Bernhard van Lippe-Biesterfeld (Rijmprent, 07-01-1937)
- De Emmaüsgangers: Johannes Vermeer en Rembrandt (met A.M. Hammacher) (1938)
- Kerstlied (299 ex.) (1940)
- Een lied van Isoude (1941)
- In den keerkring: zeven gedichten (1942)
- Tusschenspelen (1942)
- Gegeven keur (bloemlezing) (1942)
- Verzamelde werken:
- Eerste deel: Verzen; Praeludiën; Naenia; Stemmen; Sonnetten; Beatrijs (1943)
- Tweede deel: Vergeten liedjes; Carmina; Lente-maan; Liederen van Isoude; Zomerwolken (1948)
- Derde deel: Bezonnen verzen; Hollandsche kwatrijnen; Achttien verzen; Tusschenspelen; Verspreide gedichten; Spel van Platoons leven; Alianora; Middelburgs overgang; Omar Khayyam; Sapfo; Louïze Labé; Oud-Perzische kwatrijnen (1951)
- Vierde deel: Aischylos; Smeekelingen; Perzen; Zeven tegen Thebai; Prometheus geboeid; Agamemnoon; Doodenoffer; Eumenieden (1947)
- Vijfde deel: Elektra; Koning Oidipoes/Sofokles. Drinkgelag; Phaidoon; Phaidros/Platoon (1951)
- Zesde deel: Odyssee/Homeros (1951)
- Zevende deel: Veertien boeken van Homeros' Ilias [onvoltooid]; beginregels in de deelen I-III; bibliografie (1954) - Reizang van burgers, terugkeerend uit de ballingschap (1944)
- De wraak: een Chineesch sprookje (1949)
- Een bloemlezing uit zijn gedichten (bloemlezing door Adriaan Morriën) (1959)
- Mijn hart wou nergens tieren (bloemlezing door Hans Warren) (1959)
- Altijd zing ik 't zelfde lied (bloemlezing door Karel de Clerck) (1963)
- Verzamelde lyriek (2 delen) (door J.B.W. Polak en P. van Eeten) (1968)
- Bezit is als een bloem zoo broos... (bibliofiel, 4o ex.) (1978)
- In de Manteling bij Domburg (bibliofiel, 10 ex.) (1981)
- Kerst-kind (1992)
- Nu ging ter ruste (vouwblad, 150 ex.) (1993)
- Uit den ban van duur en tijd. Bloemlezing uit de lyriek van P.C. Boutens (1870-1943) (samengesteld door Jan Nap e.a.) (1993)
- Zeven zangen uit Zeeland (nieuwjaarsuitgave) (1995)
- Een boek met verzen. P.C. Boutens en Omar Khayyam (door Marco Goud) (bibliofiel) (2000)
- Een boek voor Wout en Daniël: ter herinnering aan veel lijden en veel troost (bibliofiel, 90 ex.) (2006)
- Gedichten voor de Maastunnel te Rotterdam (met Jan Prins) (bibliofiel, 100 ex.) (2008)
Brieven
- Marco Goud, 'Een ondraaglijke drukfout. De ontstaansgeschiedenis van P.C. Boutens' Naenia, gevolgd door acht brieven van Boutens aan Joh. Enschedé en Zonen' (bibliofiel, 300 ex.) (2005)
- 3 brieven aan P.C. Boutens in 'Een varend eiland. Brieven' van J. Slauerhoff (2016)
- De Koninklijke Bibliotheek bezit originele brieven van P.C. Boutens.
Toneel
- De doorgehakte doodbidder of Odysseus' thuiskomst (1895)
- Spel van Platoons leven (1908)
- Tafereelen uit het leven van lorenzo de' Medici (1908)
- Alianora. Spel van het huwelijk van Reynalt van Nassaw hertog van Gelre en Alianora van Engeland (1910)
- Middelburg's overgang in 1574 (1924)
Overige non-fictie
- Exercitationes criticae in scholia ad Aristophanis Acharnenses (proefschrift) (1899)
- Tafereelen uit het leven van Lorenzo de' Medici (1908)
Vertalingen/bewerkingen
- Plato, Symposion (1888)
- Plato, Drinkgelag (in eigen beheer, 40 ex.) (1901)
- Aischylos, Het treurspel van Agamemmoon (in eigen beheer, 40 ex.) (1903)
- Plato, Phaidoon (in eigen beheer, 50 ex.) (1905)
- Dante Gabriël Rossetti, Vijf gedichten (in eigen beheer, 32 ex.) (1906)
- Goethe, Iphigeneia in Tauris (1908)
- Plato, Phaidros (in eigen beheer) (1909)
- Oscar Wilde, Een Florentijnsch treurspel (in eigen beheer) (1909)
- Oscar Wilde, Salome´, en Een Florentijnsch treurspel (1910)
- Oscar Wilde, Salome (in eigen beheer, 50 ex.) (1911)
- Oscar Wilde, De Profundis (1911)
- Aischylos, Prometheus geboeid (1912)
- Omar Khayyám, Rubaiyat. Honderd kwatrijnen van Omar Khayyám (1913)
- Oscar Wilde, Individualisme en socialisme (1914)
- Uren met Novalis: een keur van stukken uit zijne werken (met Dirk Coster) (1915)
- J.W. von Goethe, Torquato Tasso (1919)
- Aischylos, Doodenoffer: treurspel (1919)
- Sofokles, Elektra (1920)
- Aischylos, Eumenieden (1922)
- Louize Labé, De sonnetten van Louize Labé (tweetalige uitgave) (1924)
- Sofokles, Koning Oidipoes (1926)
- Aischylos, Zeven tegen Thebai (1928)
- Aischylos, Perzen (1928)
- Sapfo, Oden en fragmenten van Sapfo (150 ex.) (1928)
- Aischylos, Smeekelingen: drama, naar het Grieksch van Aischylos (1930)
- Homeros, Het XIde boek van Homeros' Odyssee (in eigen beheer) (1935)
- Homeros, Odyssee, in Nederlandsche hexameters overgebracht (1937)
- Homeros, Het XIde boek van Homeros' Ilias (in eigen beheer) (1939)
- Agamemnoon, Offerplengsters
- Novalis, De genius van de zang (met Dirk Coster) (1941)
- Goethe, Iphigenie
- 1 vertaald gedicht(met vragen): 'NedGeestelijk lied' (van Novalis) in 'Nerlands na 1600' van J. Karsemeijer en G. Kazemier (8e druk, 1948)
- Homerus Odyssee VI 149-185, Sophocles Oedipus Rex 1186-1207 (1958)
- Aischylos, Doodenoffer & Eumenieden (1963)
- Aischylos, Oresteia (Agamemnoon/Doodenoffer/Eumenieden) (1964)
- Novalis, De genius van de zang (met Arnold Kaat e.a.) (1981)
- Alfred Douglas, De doode dichter (vouwblad, eindejaarsgeschenk) (1991)
- Omar Khayyám, Een schoone waanzin van de hoogste dichterlijke soort. Tien kwatrijnen van Omar Khayyám (bibliofiel, 200 ex.) (1995)
Vertaald:
- H.J.C. Grierson, The Flute. With other Translations and a Poem by H.J.C. Grierson (bevat 3 vertaalde gedichten van Boutens) (1931)
- The Christ-child. A Poem: translated from the Dutch of P.C. Boutens by H.J.C. Grierson (bibliofiel, 152 ex.) (1938)
- Three poems by P. C. Boutens (vertaald door Herbert Grierson) (1938)
- Henry R. Wildermuth vertaalde werk van Boutens.
- Béatrice (Franse vertaling van 'Beatrijs' door André Priem) (1954)
- In het Friulisch/Italiaans vertaald werk van P.C. Boutens in 'Melopee: siet poets neerlandês' (2014)
Bloemlezingen
Tijdschriften
- P.C. Boutens debuteerde in de 'Utrechtse Studenten Almanak' in 1891.
- Zijn eerste poëzie verscheen in 1895 in 'Tweemaandelijks Tijdschrift'.
- P.C. Boutens publiceerde in 'De Gids', 'De Nieuwe Gids', 'Groot Nederland', Elsevier's Geïllustreerd Maandschrift', 'Helikon' en 'De Beweging'.
Over P.C. Boutens
- Een kroniek over P.C. Boutens in 'Hollandsche Bellettrie van den Dag' van C.M. Deventer (1901)
- 1 hoofdstuk: 'P.C. Boutens' in 'Nieuwere Literatuur-geschiedenis, deel 3' van Willem Kloos (1905)
- 1 hoofdstuk: 'J. Hora Adema - P.C. Boutens' in 'Nieuwere Literatuur-geschiedenis, deel 4' van Willem Kloos (1906)
- David Moolenaar, 'Nederlandsche verskunst: kritische studiën dl. 1' bevat 'Over verskunst en hare kritiek; De dichter P.C. Boutens' (1909)
- Jo Landheer, 'Aan P.C. Boutens' (1921)
- Anton Reichling, 'Het Platonisch denken bij P.C. Boutens. Poging tot verklaring van Boutens' wijsgeerig dichten' (1925)
- W. Kramer, 'P.C. Boutens. Een inleiding met bloemlezing (1926)
- A.A.M. Stols, 'Bibliographie van het werk van P.C. Boutens 1894-1924' (1926, aangevuld in 1930)
- S. Eringa, 'Boutens als lyrisch dichter' in 'Christelijk letterkundige studiën', deel III, Dichters na 1880 (1927)
- Herbert Grierson, 'Two Dutch poets' (over P.C. Hooft en P.C. Boutens) (1936)
- Arie Hoekstra, 'De vertaling van Aeschylus' Agamemmon door P.C. Boutens' (proefschrift) (1940)
- Een hoofdstuk: 'P.C. Boutens: Nacht-stilte' in 'Tekst en uitleg II' van D.A.M. Binnendijk (1942)
- D.A.M. Binnendijk, 'Een protest tegen den tijd. Inleiding tot de poëzie van P.C. Boutens' (1945)
- Een hoofdstuk over P.C. Boutens in 'Muiterij tegen het etmaal, deel 2: poëzie en essay' van Simon Vestdijk (1947)
- Hk Mulder, 'Boutens en Bijbel: een studie' (1948)
- 2 hoofdstukken: 'Drie Generaties (Jac. van Looy, P.C.Boutens, Hendrik de Vries' en 'P.C. Boutens' in 'Verzamelde beschouwingen' van J.C. Bloem (1950)
- Een hoofdstuk 'Sprekende met Boutens' in 'Triptiek' van G. Stuiveling (1952)
- Een hoofdstuk(je) over P.C. Boutens in 'Kleine grapjes over grote mensen. Anecdotes van schrijvers' (1953) van Clara Eggink.
- Een beschouwing over het gedicht 'Nacht-stilte' in 'Dichterland. Inleiding tot het genieten van poëzie' van W.M.L.E. van Leeuwen (9e druk, 1956)
- 1 hoofdstuk: 'P.C. Boutens - stemmen' in '1905-1955 van jaar tot jaar van boek tot boek. Hoogtepunten uit vijftig jaar nederlandse letterkunde', uitgezocht en ingeleid door dr. J. Hulsker en Dr. G. Stuiveling (1956)
- Annie Salomons schrijft in 'Herinneringen uit den ouden tijd (aan schrijvers die ik persoonlijk heb gekend)' (1957) een hoofdstuk over P.C. Boutens.
- 1 hoofdstuk: 'P.C. Boutens' in 'Onderzoek en vertoog 1' van Victor E. van Vriesland (1958)
- Een hoofdstuk over P.C. Boutens in 'Nog meer herinneringen uit de oude tijd' van Annie Salomons (1962)
- Karel de Clerck, 'P.C. Boutens' (1962)
- Karel de Clerck, 'Uit het leven van P.C. Boutens' (1964)
- Piet Calis besteedt een hoofdstuk aan P.C. Boutens in 'Daling van temperatuur. Twaalf Nederlandse dichters 1890-1960' (1964)
- 1 hoofdstuk: 'Rijmprent' in 'Loodlijnen' van Kees Fens (1967)
- Eduard Reeser, 'Alphons Diepenbrock en de Elektra-vertaling van P.C. Boutens' in 'Lessen in lezen 1. Essays uit 12 jaargangen Maatstaf' (1967)
- F. Jansonius, 'Boutens in de ban van Gorter' in 'De nieuwe taalgids' (1969)
- 1 hoofdstuk: 'P.C. Boutens - Sponsae aeternae' in 'Het Nederlandse gedicht na 1880' van Martien J.G. de Jong (1969)
- 1 hoofdstuk: 'Hoe langer hoe meer aarde' in 'Flierefluiters apostel' van Martien J.G. de Jong (1970)
- John Irons, 'The development of imagery in the poetry of P. C. Boutens' (1970)
- André Oothoek, 'P.C. Boutens en het nieuw' evangelie' in 'Maatstaf' (september 1970)
- 'Herinneringen aan Lodewijk van Deyssel en P.C. Boutens' in 'In den verleden tijd' (1975) 'Proza 1' (1983) van A. Roland Holst.
- Bryan G. Norton, 'Linguistic frameworks and ontology: a re-examination of Carnap's metaphilosophy' (1977)
- A.A.M. Stols, 'P. C. Boutens als uitgever' (jaarwisselingsgeschenk, 100 ex.) (1977)
- A.A.M. Stols, 'Over P.C. Boutens' (bibliofiel, 60 ex.) (1978)
- W. Blok, Een handschrift van Boutens' Oud-Perzische Kwatrijnen' in 'De nieuwe taalgids' (mei 1978)
- W. Blok, 'P.C. Boutens en de nalatenschap van Andries de Hoghe' (1983)
- Jan Kuijk, 'Het gaat nu eenmaal niet zonder erotiek. Over de rijmprent van P.C. Boutens bij het huwelijk van prinses Juliana en Prins Bernhard' (1987)
- 1 hoofdstuk: 'Mannenmoed en tederheid' in 'Een volmaakt overwoekerde tuin' van Kees Verheul (1987)
- 1 anekdote over P.C. Boutens in 'Het literair anekdoten boek', samengesteld door John Müller (1988)
- 1 gedicht: 'De tombe van P.C. Boutens' in 'Tomben' van Jan Kuijper (1989)
- 1 herinnering aan P.C. Boutens in 'Buddingh' van A tot Z: ontmoetingen met Nederlandse en Vlaamse letterkundigen', verzameld door Ares Koopman (1990)>/LI>
- Jan Nap e.a., 'Ik heb iets bijna schoons aanschouwd. Over leven en werk van P.C. Boutens 1870-1943. Schrijversprentenboek 34' (1993)
- A.L. Sötemann, 'Domburgsch uitzicht van P.C. Boutens' (1993)
- A.L. Sötemann, 'Ter gelegenheid van ... - Kouwenaar en Boutens' in 'Literatuur' (mei-juni 1994)
- R.M. Rijkse, 'De P.C. Boutens-collectie van de Zeeuwse Bibliotheek te Middelburg' (1997)
- Een bijdrage over P.C. Boutens in 'Kritisch Lexicon van de Nederlandstalige Literatuur na 1945' door Marco Goud (augustus 2000).
- Jan J. van Herpen (samenstelling), Rozen in december: herinneringen van Kitty H.R. de Josselin de Jong aan Willem Kloos, P.C. Boutens, Albert Schweitzer, Ina Boudier-Bakker, Top Naeff, Annie Salomons, Henriette L.T. de Beaufort en andere schrijvers (2000)
- 1 gedicht: 'Aan P.C. Boutens' in 'Verzamelde gedichten' van Willem de Mérode (2001)
- Remco Campert, 1 column: 'Meimaand' over Boutens in 'CaMu jaaroverzicht 2000' (2001)
- Een hoofdstuk over P.C. Boutens in 'Dichters die nog maar namen lijken' van A.L. Sötemann (2003)
- Marco Goud, 'Ziende verbeelding: over zien en (on)zichtbaarheid in poëzie en poëtica van P. C. Boutens' (2003)
- Marco Goud, 'Een ondraaglijke drukfout. De ontstaansgeschiedenis van P.C. Boutens' Naenia, gevolgd door acht brieven van Boutens aan Joh. Enschedé en Zonen' (bibliofiel, 300 ex.) (2005)
- 'Twee meesters en hun métier: Boutens en Van de Woestijne in manuscripten en bibliofiele uitgaven' (catalogus, 100 ex.) (2006)
- Jan Prins, 'Sinterklaas: uit het Liber Amicorum voor P.C. Boutens' (bibliofiel, 250 ex.) (2010)
- Wilma Schuhmacher (samenstelling), 'P. C. Boutens: 100 bijzondere boeken' (2011)
- 1 hoofdstuk: 'P.C. Boutens - Carmina' door Piet Kralt in 'Lexicon van Literaire Werken' (september 2011)
Diversen: (Zonder een schijn van volledigheid)
- 'Dat liet van den Rhijnscen wijn: voor mannenkoor', woorden uit 'Alianora' van P.C. Boutens (z.j.)
- 'Dat liet van Alianora: dec. 1946', tekst van P.C. Boutens, muziek van Oscar van Hemel (z.j.)
- 'Zes liederen (mezzo-sopraan), op teksten van P.C. Boutens, Anthonie Donker, R.M. Rilk, muziek van B. Roest Crollius' (z.j.)
- 'Liederen' (Kom niet de verre wegen), Carl Smulders, gedicht van P.C. Boutens (1905)
- 'Liederen: met klavierbegeleiding' (Nachtstilte), Henriette J. van den Brandeler, tekst van P.C.Boutens (1908)
- 'Nachtstilte', tekst van P.C. Boutens, muziek van Jeanne Beyerman Walraven (z.j.)
- 'Werken' (Invocatio Amoris, Maanlicht), Bernard Zweers, woorden van P.C. Boutens (1909)
- 'Vrede', tekst van P.C. Boutens, muziek van H.J. v.d. Brandeler (ca. 1910)
- 'Aan de schoonheid: voor soli, gemengd koor en orkest', Bernard Zweers, gedicht van P.C. Boutens (1910)
- 'Werken' (Laat mij nimmermeer: voor hooge stem, een oud lied voor hooge stem), Bernard Zweers, tekst van P.C. Boutens (1911)
- 'Uit gewijde stilte: drie gezangen voor vrouwenkoor', gedichten van P.C. Boutens, getoonzet door Henri Zagwijn (1911)
- P.C. Boutens bezorgde de eerste volledige uitgave van 'De heilige tocht' van Arij Prins (72 ex.) (1912)
- 'Liederen: met klavierbegeleiding' (En kwam er morgen, Vrede, Oog in oog), Henriette J. van den Brandeler, tekst van P.C. Boutens (1916)
- 'Eenzame nacht' (mezzo-sopraan en piano), Alex. Voormolen, tekst van P.C. Boutens (1920)
- 'Beatrijs' (P.C. Boutens), muzikale illustratie voor piano door Alexander Voormolen (1921)
- 'In den nacht', sopraan (mezzo) en piano, Alex. Voormolen, tekst van P.C. Boutens (1922)
- 'Drie liederen van Isoude: voor altstem en piano: (1921)', Alex. Voormolen, gedicht van P.C. Boutens (1923)
- 'Avond-licht: voor gemengd koor' gecomponeerd door Bernard Zweers, tekst van P.C. Boutens (1924)
- 'Rozen: lied voor gemengd koor en orkest', door Bernard Zweers, tekst van P.C. Boutens (1925)
- 'Eenzame nacht' (Eenzame nacht/Egidius, waer bestu bleven?/Oud Driekoningen-lied/Schlaflied für Mirjam/Venezia), muziek van Willem F. Breman, tekst van P.C. Boutens (1927)
- 'Hymne voor Bas-solo en Orkest', muziek van Willem Pijper, tekst van P.C. Boutens (1943)
- Er is een (grijs metalen) legpenning (6,0 cm.) uitgegeven met het portret van Boutens op de voorzijde, met links daarvan zijn naam en rechts de jaartallen '1870' en '1943'. Op de achterzijde staat een phoenix met de tekst 'daar is geen dood maar enkel leven'. Een andere (bronzen) legpenning (ook 6,0 cm.) werd in 1943 uitgegeven door Koninklijk Begeer, met op de voorzijde een portret en profil en de tekst 'Doctor Pieter cornelis Boutens 1870 1943'. Op de achterzijde staat een duif met de tekst 'onsterfelijk is des harten schal'.
- 'Drie liederen: op teksten uit 'Lente Maan' van P.C. Boutens', voor alt met begeleiding van fluit, klarinet in bes, viool, viola, violoncel: (1931), Henk Badings (1948)
- 'Leeuwerik: voor sopraan', tekst van] P.C. Boutens; muziek van Henri Zagwijn (1948)
- 'Herdenken', tekst van P.C. Boutens, muziek van Henriëtte Beneker (1953)
- 'Geluk: voor zang en piano', Henri Zagwijn; op tekst van P.C. Boutens (1956)
- 'Laat mij nimmermeer...: voor bariton of mezzo-sopraan met piano', Henri Zagwijn; tekst van P.C. Boutens (1956)
- 'Odyssee VI 149-185, Homerus. Oedipus Rex 1186-1207 / Sophocles; gesproken in een gereconstrueerde oudgriekse uitspraak door B.A. van Groningen en in de vertaling van P.C. Boutens voorgedragen door Han Bentz van den Berg' (lp, 1960)
- Albert C. Moennoz, 'à P. C. B.', bezorgd door Harry G.M. Prick (bibliofiel, 42 ex) (1985)
- 'In nachtschaduw: lied voor sopraan en orkest: opus 2: 1940', Lex van Delden, tekst van P.C. Boutens (1992)
- Een parodie door Cees van der Pluijm op 'Goede dood' van P.C. Boutens in 'Ik ben geboren in Apeldoorn. Groot parodieënboek' (samenstelling Rody Chamuleau en J.A. Dautzenberg) (1994)
- 'Nooit te laat: 45 (eigen)zinnige varianten op Boutens' Liefdes uur', eindredactie Willem van de Vrande (2003)
- De Stichting Literaire Activiteiten Utrecht presenteerde in maart 2008 de Utrechtse Literaire Canon. P.C. Boutens stond op plaats 88.
- Een portret (olieverf op paneel) van P.C. Boutens door W.A. van Konijnenburg, gemaakt in 1914 én een portret (olieverf op paneel) van P.C. Boutens door Karel van Veen, gemaakt in 1927, in 'Schrijversportretten', samengesteld door Sjoerd van Faassen, Pauline Bloemsma en Hester Quist (2010)
Literaire prijzen
- Tollens-prijs 1913 voor zijn gehele oevre
- Nieuwe Gids-prijs 1914 voor 'Carmina'
- Prijs voor Meesterschap van de Maatschappij der Nederlandse Letterkunde 1925 voor 'Zomerwolken'
- Het derde kabinet Ruys de Beerenbroeck weigerde hem in 1930 koninklijk te onderscheiden vanwege geruchten over zijn homoseksualiteit
Werk van P.C. Boutens geciteerd in overlijdensberichten
Volkskrant, 09-10-1984
Volkskrant, 17-01-1992
NRC Handelsblad, 16-02-1996
Volkskrant, 05-11-2022
Opmerkingen
- P.C. Boutens werd streng protestants opgevoed. Zijn vader (Pieter Cornelis Boutens) had een aardewerkwinkel in Middelburg. Hij was de derde zoon in het gezin.
- Door ziekte in zijn jeugd begon hij pas aan het gymnasium (in Middelburg) toen hij 14 was. Hij volgde het gymnasium van 1884 tot 1890 en bleek er heel goed te zijn in de klassieke talen.
- Na het gymnasium ging hij in Utrecht klassieke talen studeren. Dit was tegen de zin van zijn vader, die gewild had dat hij theologie ging studeren. Hij promoveerde in 1899.
- P.C. Boutens was leraar aan het instituut Noorthey (jongenskostschool) in Voorschoten van 1894 tot 1904. In deze tijd woonde hij ook in Voorschoten. In 1904 nam hij ontslag wegens ziekte.
- Na een rustkuur in Zwitserland ging hij in Den Haag wonen. Hier gaf hij privé-lessen en richtte zich verder op zijn literaire werk. Hierbij werd hij financieel ondersteund door vrienden.
- Vanaf 1908 woonde hij samen met Cornelis van Duyvenbode.
- De bewerking die P.C. Boutens in 1908 van de 'Beatrys' maakte is mooi, maar heeft weinig met het middeleeuwse gedicht te maken. Het werd (met 'Vergeten liedjes' wel zijn populairste en meest herdrukte werk. 'Beatrijs' werd meer dan vijftig keer herdrukt.
- In 1916 ging Boutens aan de Laan Copes van Cattenburgh (nu Burgemeester Patijnlaan nr. 49) in Den Haag wonen.
- P.C. Boutens verzamelde schilderijen en tekeningen.
- P.C. Boutens werd beïnvloed door de tachtigers. Later ging hij zijn eigen weg.
- Terugkerend thema bij Boutens is de verheerlijking van de schoonheid en de liefde.
- Poëzie was voor hem een openbaring van de 'ziel', maar dit wel binnen de vaste dichtvormen.
- P.C. Boutens was vanaf 1918 voorzitter van de Vereniging van Letterkundigen en (ere)voorzitter van de P.E.N-club.
- Boutens beheerde vanaf 1919 het Willem-Kloos-fonds, bedoeld voor noodlijdende kunstenaars.
- Er wordt aangenomen dat Boutens de dichter is van 'Strophen uit de nalatenschap van Andries de Hoghe'. In deze bundel staan homo-erotische gedichten, geschreven na de zelfmoord in 1908 van Jan S. van Drooge in 1908, nadat Boutens negatief gereageerd op de hem toegestuurde gedichten. Boutens zelf heeft steeds ontkend deze bundel geschreven te hebben.In de 'Verzamelde lyriek' (1968) werden ze wel opgenomen.
- Er ontstond rumoer over de rijmprent van Boutens t.g.v. het huwelijk van prinses Juliana en prins Bernhard in 1937. De rijmprent was bedoeld voors schoolkinderen, maar zelfs volwassenen begrepen het gedicht niet. Boutens ergerde zich aan de commotie en zei in een interview met Garmt Stuiveling "Ik begrijp dat niet. De mensen kunnen eenvoudig niet lézen, geen vijf procent weet wat werkelijk lézen is!"
- Veel van zijn werk werd eerste uitgegeven in een zeer kleine, in perkament gebonden uitgave op duur papier. De gewone uitgave verscheen vaak pas later.
- De zee komt in zijn poëzie vaak voor, misschien logisch voor een Zeeuw, maar de zee heeft bij hem ook een diepere betekenis. Ze staat symbool voor de oneindigheid, 'de blik op de zee is een blik in de ziel'.
- Tijdens de Tweede Wereldoorlog boden de Duitsers hem een pensioen aan. Boutens weigerde dit.
- Op 12-02-1943 werd Boutens met spoed opgenomen in het ziekenhuis. Hij bleek een gezwel aan de dikke darm te hebben.
- P.C. Boutens had graag in Zeeuwse grond begraven willen worden, maar door de oorlog was dit niet mogelijk. Hij werd op 18-03-1943 begraven op Oud Eik en Duinen (graf D7 I - 4565) in Den Haag. Op zijn grafsteen staat: 'En alleen is leven leven als het tot den dood ontroert'.
- Omdat Boutens lid was van de Kultuurkamer was er ook een Duitse afvaardiging op de begrafenis. Een aantal schrijvers/letterkundigen weigerde daarom zich bij de stoet aan te sluiten.
- Latere dichters als J.C. Bloem en A. Roland Holst werden door P.C. Boutens beïnvloed.
- Een tijd lang was het mode om te 'botaniseren', d.w.z. te dichten in de trant van Boutens.
- In particulier bezit werd in 2001 het handschrift van 'Een boek voor Wout en Daniël; ter herinnering aan veel lijden en veel troost' gevonden. Een bundel gedichten uit zijn studententijd (1893/1894). De bundel werd afgedrukt in 'Jaarboek Letterkundig Museum' (2001)
handtekening P.C. Boutens
Anderen over P.C. Boutens
- "Ik ben geen beminnelijk man", placht hij te zeggen met zijn kiezen op elkaar. Dat was hij ook niet, maar wel boeiend en oorspronkelijk. Als hij zich geroepen voelde iemand af te kraken, bleef er geen botje aan hem heel, maar hij deed het alleen als hij vond, dat die man zich aan de kunst vergrepen had. Hij was een gedrevene, een bezetene. Ik zou op het ogenblik niemand weten van zijn formaat. (Annie Salomons, Herinneringen uit den ouden tijd, blz. 24)
- Voor P.C. Boutens
De tembaren zijn jong al oud en poover -
Niet gij: in u gaat zeewind nog met loover
zielsgraag te keer, en - stort uw wereld in -
te stralender houdt gij het leven over.
(A. Roland Holst, In gevaar, blz. 79) - De poëzie van Boutens zou men wellicht het best kunnen kenschetsen als bezielde koelheid. Zijn hoogst persoonlijke stijl is in zijn tijd vaak nagevolgd, maar altijd zonder succes. (J.C. Bloem, Persoonlijke voorkeur van J.C. Bloem, blz. 44)
- 's Middags naar de Boutens-tentoonstelling in de Vleeshal in Middelburg, ter gelegenheid van de sterfdag van de dichter op 14 maart 1943. Op die tentoonstelling ligt een krantje, een vergeeld nummer van de Middelburgsche Courant van 22 februari 1870 waarin P. Bouters de geboorte van zijn zoon aankondigt. Die r in Bouters ziet men ook in de handtekening van de vader onder de geboorteacte. En een dochtertje, Cato Bouters, borduurde in 1881 een pracht van een R op haar merklap. Pas in 1898 is de naam in Boutens veranderd. Waarom en hoe? (Hans Warren, Geheim dagboek 1963-1970, blz. 137, 10-03-1968)
- Boutens heb ik in elk geval wèl eenmaal gezien. Ik zat met Nes Tergast en Wim Hussem - in 1941 - in een Haags restaurant. Plotseling zei Wim: 'Daar loopt Boutens.' En daar liep hij, sjokkend en schuifelend, onze toenmalige grote dichter. Ik herinner me alleen een snor, een flambard en een lange flapjas, door een tientallen lichtjes weerspiegeldende ruit. (D.w.z.: herinner dat ik mij dat herinner.) (C. Buddingh', Buddingh' van A tot Z, blz. 29)
- Boutens' wijze van optreden werd vaak bepaald door de twee uitersten van een hoogmoedige reserve en - vooral als hij het over poëzie had - een plotselinge ontroering. Zo sprak hij over de meest vereerde kunstenaars en dichters, ook uit het verleden, bijna steeds als 'die meneer' of 'die juffrouw', maar dan bij gelegenheid ook met letterlijk een brok in de keel over 'die juffrouw Sappho'. (A. Roland Holst in: Jeroen Brouwers, Zachtjes knetteren de letteren, blz. 48)
- In zijn poëzie ziet hij de menselijke hunkering naar bovenaardse volmaaktheid, als een teken van de goddelijke oorsprong van de mens. (Lexicon van de moderne Nederlandse literatuur, blz. 24)
- De poëzie van P.C. Boutens staat te boek als moeilijk. Velen erkenden en bewonderden Boutens' meesterschap, maar vonden zijn poëzie te duister en te verheven. Boutens schreef geen toegankelijke, eenvoudige poëzie voor een groot publiek. Hij schreef daarentegen ingewikkelde verzen, bedoeld voor een kring van ingewijden. (Marco Goud, Kritisch Lexicon van de Nederlandstalige Literatuur na 1945, augustus 2000)
- Dichter. Kwam in 1890 vanuit Zeeland naar Utrecht om hier Klassieke talen te studeren. Publiceerde zijn eerste vijf gedichten in de Utrechtsche Studenten Almanak van 1892. Ze kwamen later in zijn eerste bundel. Schreef bovendien het clublied van roeivereniging Triton. Verhuisde alweer in 1894 om leraar te worden aan een deftige kostschool. (Omschrijving Boutens in Utrechts Literaire Canon)
Gedenkpenning P.C. Boutens, Ontworpen door Jac.J. van Goor, 1943
Mijn favoriete citaat
In den strijd om de vernieuwing van de spelling
[in die jaren ging het om de spelling-Marchant]
was hij een fel en onredelijk tegenstander.
Ik herinner me dat aan een diner, na een fellen woordenstrijd,
Marchant glimlachend zijn glas hief en zei: "Even goeie vrienden."
Maar Boutens wilde zaak en persoon niet scheiden.
"Even Excellentie", antwoordde hij onverzoenlijk
(Annie Salomons, Herinneringen uit den ouden tijd, blz. 25/26
Bronnen o.a.
- P. van Renssen, Nieuwe Nederlandsche lyriek (1927)
- C. Buddingh', Encyclopedie voor de wereldliteratuur (1954)
- Jan van Geelen, auteurs van de 20e eeuw (1966)
- Lexicon van de moderne Nederlandse literatuur (1978)
- Ik probeer mijn pen, Atlas van de Nederlandse letterkunde (1979)
- Spectrum Nederlandstalige auteurs (1985)
- Hun laatste rustplaats (1985)
- De Nederlandse en Vlaamse auteurs van middeleeuwen tot heden (1985)
- Nederlandse literaire prijzen 1880-1985 (1986)
- Winkler Prins lexicon van de Nederlandse literatuur (1986)
- C. Gerritsma, Schrijvers van vroeger (1995)
- Oosthoek Lexicon Nederlandse & Vlaamse literatuur (1996)
- Hans Heesen e.a., Waar ligt Poot? (1997)
- Kritisch Lexicon van de Nederlandstalige Literatuur na 1945 (augustus 2000)
- Hans Heesen e.a., Behoudens deze steen. Een gids langs schrijversgraven in Nederland en Vlaanderen (2004)
- Website van de Koninklijke Bibliotheek (november 2018)