P.M. Boer-den Hoed
Profiel
Achternaam: Boer-den Hoed
Roepnaam: Nel
Voornamen: Petronella Maria
Geboren: 06-07-1899
Te: Leiden
Overleden: 28-01-1973
Te: Amsterdam
Pseudoniem(en): Voor zover mij bekend heeft P.M. Boer-den Hoed niet onder pseudoniem gepubliceerd.
Voor tweedehands boeken | Ook van P.M. Boer-den Hoed |
Raban Internet Antiquariaat | Klik hier ! |
Werk
Naslagwerken
- Zweeds handwoordenboek - deel 1 (1946)
- Zweeds handwoordenboek - deel 2 (1953)
Overig non-fictie
- Hemingsrímur (proefschrift) (1928)
- Iets over de cultuuraanraking van Nederland met Denemarken en Zweden (rede) (1929)
- Zweedsche spraakkunst (1936)
- Zweeds leesboek (1947)
- Pär Lagerkvist: inleiding over auteur en werk (1959)
- De Völuspá: op de grens van twee werelden (inaugurele rede) (1960)
- Raadsel der runen (AO, 1963)
- Oude Germaanse wijsheid (afscheidsrede) (1969)
Vertalingen/bewerkingen
- Hjalmar Bergman, Katka in rok (1937)
- Johannes V. Jensen, Gudrun (1937)
- Kaj Munk, 10 Oxford snapshots: genomen door een tooneelschrijver (1937)
- Gunnar Gunnarson, Advent (1938)
- H.C. Andersen, Sprookjes en vertellingen (met anderen) (1941)
- Rune Lindström, Een spel van een weg die ten hemel voert: zes Dalecarlische tafereelen (1946)
- H.C. Andersen, De rode schoentjes (1948)
- E. Busch, Traumatologie van het zenuwstelsel (1948)
- Frans G. Bengtsson, Rode Orm (1955)
- Meesters der Zweedse vertelkunst (1956)
- Pär Lagerkvist, DE priesteres van Delphi (1957)
- Frans G. Bengtsson, De langschepen: avonturen van een Viking met de naam Rode Orm (met Lia van Strien) (2014)
P.M. Boer-den Hoed schreef een inleiding voor
- J. Buchholtz, De komedie komt (1938)
- Jens Peter Jacobsen, Niels Lyhne (1946)
- Pär Lagerkvist, De dwerg; Barabbas; alsmede Grimmige sproken (1959)
Bloemlezingen
Tijdschriften
- P.M. Boer-den Hoed publiceerde in 'Neophilologus', 'Lingua', 'Spiegel der letteren', 'Scandinavica', 'Jahresbücher für die Germanische Philologie', 'Arkiv', 'Museum', 'Taal en Tongval', 'De Gids'.
Over P.M. Boer-den Hoed
- S. Ferwerda, 'Petronella Maria Boer-den Hoed', Levensbericht in 'Jaarboek van de maatschappij der Nederlandse letterkunde te leiden 1973-1974' (1975)
Diversen
- R.C. Boer, 'Korte Deensche spraakkunst', 3e druk, herzien door P.M. Boer den Hoed (1930)
- Ze was medewerkster voor Skandinavische letterkunde voor de grote encyclopedie van Winkler Prins.
Prijzen
- Ze kreeg een Zweedse ridderorde voor haar Zweeds handwoordenboek.
Opmerkingen
- Haar vader (Aart Abraham den Hoed) was officier in het leger. Het gezin moest daarom vaak verhuizen. Ze woonde in haar jeugd in Leiden, Deventer, Den Haag, Assen en Breda.
- In 1911 ging ze naar het gymnasium in Assen. Het jaar daarna verhuisden ze naar Breda, waar ze in 1917 eindexamen gymnasium deed.
- In 1917 ging ze in Utrecht Nederlands studeren. Vanaf 1920 studeerde ze in Amsterdam Oudgermaans en Oudijslands. In 1923 deed ze haar doctoraal examen Oudijslands.
- Ze studeerde aansluitend met een studiebeurs een half jaar in Denemarken en een half jaar in Zweden.
- In 1927 deed ze haar doctoraal examen Zweeds.
- Vanaf 1925 was ze assistente van prof. Boer o.a. voor moderne Skandinavische talen.
- Ze promoveerde op 05-06-1928 op een proefschrift over een Oudijslandse tekst.
- Vana 1929 tot 1960 was ze in Amsterdam lector Oudijslands. In 1960 werd ze hoogleraar. Ze stopte met werken in 1969.
- In 1931 trouwde ze met Johannes Boer (de zoon van haar leermeester). Hij was huisarts. Ze kregen drie kinderen. Ze scheidden in 1948.
- In 1950-1951 doceerde ze Zweeds aan de Rijksuniversitet in Utrecht.
- Van 1953 tot 1965was ze voorzitter van de Zweeds-Nederlandse Vereniging.
- In 1960 heeft ze een reis naar IJsland gemaakt.
- Ze was aanhangster van de soroptimisten.
- In de jaren '60 werd ze rooms-katholiek.
- Nadat ze gestopt was met werken, gaf ze nog talencursussen aan de Amsterdamse Volksuniversiteit en voor de Deense Vereniging.
- Ze leed aan een hartkwaal.
Anderen over P.M. Boer-den Hoed
- Als persoonlijkheid was zij tegelijkertijd nuchter en diep religieus; op deze wijze benaderde zij ook de literatuur. Hierbij had zij ook voordeel van haar zeer sterke geheugen en haar grote belezenheid; zij had altijd citaten paraat. (S. Ferwerda, Jaarboek van de maatschappij der Nederlandse letterkunde te leiden 1973-1974, blz. 43)
Links
Bronnen o.a.
- Jaarboek van de maatschappij der Nederlandse letterkunde te leiden 1973-1974 (1975)
- Website van de Koninklijke Bibliotheek (april 2022)