Martien Beversluis
Profiel
Achternaam: Beversluis
Roepnaam: Martien
Voornaam: Martinus
Geboren: 28-03-1894
te: Barendrecht
Overleden: 18-02-1966
Te:
Veere
Pseudoniem(en): Martien Beversluis gebruikte de pseudoniemen Huib Wouters (voor hoorspelen), Sylvius Berckhout, Reinier Bloemert, Thea de Born (samen met zijn echtgenote Johanna Beversluis-Verstraate), Rob Altena (voor hoorspelen) en M.B. Versluis.
Het lectuur repertorium (1946) draait het om en meldt dat Martien Beversluis het pseudoniem is van M.B. Versluys.
Voor tweedehands boeken | Ook van Martien Beversluis |
Raban Internet Antiquariaat | Klik hier ! |
Werk
portret Beversluis in 'Liederen van den Arbeid' (getekend door Nans Amesz) |
Poëzie
- Troost van boven (z.j.)
- Marschlied der fabrieksarbeiders (z.j.)
- Nooit-meer-oorlog-lied (z.j.)
- Wielrijderslied (z.j.)
- Gebed (1910)
- Paaschlied (1910)
- Zwerversweelde (1921)
- Verzen (1922)
- Canzonen (1926)
- De ballade van de vleermuis (1925)
- Mariken van Nimwegen: lyrische bewerking naar het middeleeuwsch mirakelspel (1929)
- Liederen van den arbeid (1929)
- Aanklacht (1930)
- De beiaardier (1930)
- De bellenblazer (1931)
- De ruitentikker (1935)
- Revolutionaire verzen (1935)
- Verzamelen (1935)
- Ballade van Spanje (1936)
- De witte bloem (1936)
- Solidariteitslied der Internationale Rode Hulp (ca. 1936)
- De cracht van 't landt bestaedt (1937)
- Chimera's (1937)
- De Zeeuwsche Lier (1940)
- Ons aller eigen (1941)
- De ballade van het dagelijksche brood (1942)
- 20 gedichten (bij werk van Han van Meegeren) (1942)
- Uit de wijdte (1943)
- Het zaad: een sonnettenkrans (1944)
- Dialogen met God (1946)
- De krans der uren (1955)
- Stil water (1956)
- Theseus (1958)
- Kruisbogen (1959)
- Doorzichten (1961)
- Simson (1962)
- Gemartelde aarde (1965)
|
|
|
Voor kinderen:
- Het jaartje rond (1928)
Proza
- Thea de Born (met Johanna Beversluis-Verstraate) (1961)
Toneel/Hoorspelen
- De brug die Noord en Zuid vereent (1937)
- Hou stand! revue in 2 bedrijven en 12 tafereelen (1938)
- De molen: symbolisch spel (1938)
- Het lied van den arbeid (1939)
- Wij bouwen een huis (1939)
- Een oud vermaak'lijk ganzenspel (1942)
- Hugo de Groot
- Naerebout
- Rembrandt
- Vondel
- Paaschdeclamatorium
- De Moerdijkbrug
- Driekland der Arbeid
- Mordechai (1943)
- De hamer Gods: Een treurspel in verzen over Girolamo Savonarola (1952)
- De dans met de schaduw: tragedie in drie bedrijven (1954)
- Zie... de mens (Een mysteriespel in drie bedrijven) (1964)
- De tuin in het midden: een spel der seizoenen naar Noordse mythen (bibliofiel, 125 ex.) (1968)
Hoorspelen
- Als de poort opengaat (VARA, 1929)
- De sprekende krant (VARA, 1929)
- Vergetenen (VARA, 1929)
- Weest gewaarschuwd (VARA, 1929)
- Het huisje aan de overweg (VARA, 1930)
- Gevleugelde daden (VARA, 1931)
- V.A.R.A. van A tot Z (VARA, 1931)
- De dolende soldaat (VARA, 1932)
- Eerste consult (VARA, 1932)
- Het geheimzinnige briefje (VARA, 1932)
- Inneming van Den Briel (VARA, 1932)
- Men vindt Hem in een stal (VARA, 1932)
- Het opgezette hondje (VARA, 1932)
- Stemmen achter de klapstoel (VARA, 1932)
- De jeugd in nood (VARA, 1932)
- De paasklok (VARA, 1933)
- De zee roept (met Ernst Busch) (5 delen) (VARA, 1933)
- Nieuwe spoorgids, meneer? (VARA, 1934)
- Multatuli herdacht (1937)
- Hyacinthos (NO, 1941)
- Het vrouwtje van Stavoren (NO, 1941)
- Als de bladeren vallen (NO, 1942)
- Als je maar goed luistert (NO, 1942)
- De boerenwagen (NO, 1942)
- De eik op de Brink (NO, 1942)
- Lappe het hoen (NO, 1942)
- Een mandje met fruit (NO, 1942)
- Oogstspel, NO, 1942)
- Reizende sneeuwvlokken (NO, 1942)
- Rondom de bijen (NO, 1942)
- De Schoolmeester (NO, 1942)
- De strobloem (NO, 1942)
- Het trouwe paard (NO, 1942)
- Van de greppel naar de zee (NO, 1942)
- Een vlam op elk van ons (NO, 1942)
- Wat een geschiedens om zo'n boek (NO, 1942)
- Het zomerstoeltje (NO, 1942)
- Zo'n gewone ploeg (NO, 1942)
- Het avontuur met de verhuiswagen (NO, 1943)
- Het mooie boerenleven (NO, 1943)
- Waarom het eikenblad een ereteken werd (NO, 1943)
- Wandelen in de winter (NO, 1943)
- Wie is de meester? (NO, 1943)
- De zonnewagen (NO, 1943)
Overige non-fictie
- Poëzie en religie (1927)
- De religie in de poësie (1928)
- Kaarten op tafel! Mijn schorsing bij de V.A.R.A. (1935)
- Gebonden kunstenaars (niet gepubliceerd, 1940)
- Het zingende woord: inleiding tot de dichtkunst en haar techniek (1960)
Vertalingen/bewerkingen
- Beversluis vertaalde werk van B. Brecht, K. Tucholsky, E. Toller en E. Kästner.
- C.L. Schleich, De klokken luiden: fantasieën over den zin des levens (1929)
- Arbeiders-Noodlot. Een bloemlezing uit de moderne Duitsche arbeiderspoëzie der laatste jaren (1932)
- Wilde loten. bloemlezing uit geschrapt werk (1934)
- Brandende woorden uit Duitschland (1934)
- Negerliederen (1934)
- De witte bloem. Oorsronkelijke en vertaalde verzen uit het Duitsch (1936)
- 1 vertaling: De stad, een gedicht van Emile Verhaeren in 'Menschen van de straat' (1937)
- Miguel Zamacois, De arke Noachs. Diersatyren (1937)
- Martin Luserke, Hasko, de Watergeus (1938)
- C.L. Schleich, De klokken luiden (1938)
- Emile Verhaeren, Een bloemlezing uit zijn gedichten (1940)
- Alfred Zander, Zwitserland voor de keuze (1942)
- Kurth Herwarth Ball, Germanenstorm: korte geschiedenis der Wikingen (1942)
- Eugen Frieder Bartelmas, Het jonge Rijk. Leven en streven der nieuwe Duitsche jeugd (1943)
- K.H. Ball, Drie kiezelsteenen (1943)
- Wilhelm Dissmann, Wij hebben den Führer gezien! Jongens en meisjes vertellen van de grootste gebeurtenis van hun leven (1944)
- Gerhard Mondt, Herbert Norkus. Uit het dagboek van de Kameraadschap Beusselkietz (1944)
Vertaald:
- 'Aanklacht' verscheen als 'Genoch?' in het Fries, vertaald door J.M. Yestra (1931)
Bloemlezingen
Tijdschriften
- Zijn eerste verzen verschenen in het blad van het Groningse gymnasium.
- In 1919 werd hij leerling-journalist bij de 'Provinciale Groninger Courant'. Daarna werkte hij (ook kort) bij de 'Deventer Courant' en het 'Deventer Dagblad'.
- Martien Beversluis was oprichter van het tijdschrift 'De Bel'.
- Martien Beversluis was redacteur Kunst en letteren van 'De Jonge Gids'.
- Martien Beversluis publiceerde in 'De gids', 'Groot Nederland', 'De Stem', 'De Tijdspiegel', 'Roeping', 'De Gemeenschap', 'Opwaartsche Wegen', 'Vreugde', 'Aristo', 'Onze Eeuw', 'Links Richten', 'De Tribune', 'Het Nationaal Dagblad', 'Sibbe'.
- Martien Beversluis richtte in 1928 het - socialistische - tijdschrift 'De Sikkel' op.
- Martien Beversluis was redacteur van 'Elckerlyc' en van 'De Nieuwe Gids'.
- Martien Beversluis was van 1939 tot 1942 'hoofdopsteller' van het - NSB - tijdschrift 'De Zeeuwsche Stroom'. Ook publiceerde hij in 'De Misthoorn', 'De Schouw' en de 'Zeeländer Wachtposten'.
Over Martien Beversluis
- André Oosthoek, 'Een ellendige kruiper' in 'Maatstaf' (mei 1970).
- Adriaan Venema besteedt in 'Schrijvers, uitgevers & hun collaboratie. Deel 2. De harde kern' (1989) veel aandacht aan Martien Beversluis.
- Peter M. Manasse, 'Boekenvrienden Solidariteit: turbulente jaren van een exiluitgeverij' (1999)
Diversen: (Zonder een schijn van volledigheid)
- Zijn vader (Martinus Beversluis, 1856-1948) schreef 'Het hellend vlak: verhaal van schuld en boete' (1925)
- "De cracht van 't landt bestaedt": nationaal oratorium voor delamatie, koor en orkest (naar de gelijknamige hymne van Martien Beversluis) van Hubert Cuypers (1938)
- 'Moeders handen' (4-stemmig gemengd koor à cappella) tekst van M. Beversluis; gecomponeerd door Willem Wiesehahn (1941)
- 'Han van Meegeren, Teekeningen' (door Van Meegeren en Beversluis) (1942)
- Een portret (olieverf op doek) van Martien Beversluis en zijn echtgenote Dignate Robbertz door Han van Meegeren, gemaakt in 1942, in 'Schrijversportretten', samengesteld door Sjoerd van Faassen, Pauline Bloemsma en Hester Quist (2010)
Literaire prijzen
- Zijn declamatorium 'De brug die noord en zuid vereent' (1937) werd bekroond
Martien Beversluis was lid van de jury voor volgende prijzen:
- Nieuwe Gids-prijs 1940
- Dichtwedstrijd 'Het jonge hart' 1942
Werk van Martien Beversluis geciteerd in een overlijdensbericht
Volkskrant, 04-11-1986
Opmerkingen
- Hij was de zoon van Martinus Beversluis, Nederlands hervormd predikant, en Elisabeth Catharina van der Hucht.
- In 1907 werd zijn vader beroepen in het Friese Veenwouden, een jaar later in Zuidwolde bij Groningen.
- Het gezin verhuisde naar Groningen. Hier ging Martien Beversluis naar het gymnasium. Hij maakte de school niet af, omdat hij in 1914 werd gemobiliseerd.
- In 1919 werd hij leerling-journalist bij de 'Provinciale Groninger Courant'.
- Op 10-09-1919 trouwde hij met Nellie Schuitemaker, ze kregen een dochter en een zoon. Ze verhuisden naar Hilversum, waar hij een jaar werkte als inspecteur bij een levensverzekeringsmaatschappij. Na dat jaar was hij werkeloos en werden ze onderhouden door familie. Later woonden ze in Blaricum.
- In 1921 werd hij lid van de SDAP.
- Hij maakte de middelbare school (alsnog) af en studeerde enkele jaren Nederlandse taal- en letterkunde in Utrecht. Hij maakte deze studie niet af, maar zette wel 'letterkundige' in zijn briefhoofd.
- Hij was enige tijd vertegenwoordiger in thee.
- Martien Beversluis werd in 1928 literair medewerker van de VARA. Hij schreef voor de VARA pacifistische gedichten. Deze werden gebundeld in 'Aanklacht' (1930, deze bundel haalde tien drukken en een totale oplage van dertigduizend exemplaren). Hij verzorgde ook het radioprogramma 'Internationale Socialistische Poëzie'. In 1934 werd hij ontslagen na diverse moeilijkheden vanwege het 'oproerige karakter' van zijn bijdragen. De SDAP royeerde hem. Hij werd actief in de Communistische Partij Nederland, het is onduidelijk of hij ook lid is geweest.
- Martien Beversluis was in de jaren '30 een belangrijk medewerker van de uitgeverij Solidariteit Boekenvrienden.
- Op 28-01-1937 scheidde hij van Nellie Schuitemaker. Beversluis hertrouwde op 27-02-1937 met Johanna Verstraate, zij schreef onder het pseudoniem Dignate Robbertz populaire streekromans. Met haar ging hij in oktober 1939 in een huis in de duinen bij Vrouwenpolder (Zeeland) wonen. In deze periode publiceerde hij christelijk-religeus werk.
- In 1940 was hij aanwezig bij de oprichting van Nationaal Front.
- Martien Beversluis werd in 1941 lid van de NSB. In zijn Dagboekbladen, gepubliceerd naar aanleiding van brieven en vragen over mijn toetreding tot de NSB (Zeeuwsche stroom 1 (1941-1942) 11) geeft hij zijn beweegredenen daarvoor. In 1942 sloot hij zich als begunstigend lid aan bij de Germaansche SS.
- Martien Beversluis werd in 1943 nationaal-socialistisch burgemeester van Veere en later ook van Vrouwenpolder.
- Op Dolle Dinsdag bleef hij op zijn post, waarvoor hij door Reichskommissar Seyss-Inquart beloond werd met het Kruis van Verdienste der 2e klasse. Bij het oprukken van de geallieerde legers vertrok hij naar Drenthe.
- Na de oorlog was hij tot 1947 geïnterneerd in Vught. Na zijn vrijlating op medische en psychiatrische gronden werd hij ontslagen van rechtsvervolging. Wel kreeg hij een publicatieverbod. Hij mocht drie jaar niet actief zijn op literair gebied en twintig jaar niet werken als journalist.
- Martien Beversluis werd beïnvloed door Frans Bastiaanse.
- De laatste jaren van zijn leven was hij op Walcheren een opvallende figuur. Hij reed met wapperende witte haren op een oude brommer en 'speelde' de dichtersfiguur. Een vriend moet gezegd hebben, dat, als hij van de trap zou vallen, hij dat nog op rijm zou doen.
- Hij werd op 23-02-1966 begraven op het kerkhof (graf C1) van Gapinge (Walcheren). In 1986 werd zijn echtgenote bij hem begraven.
Het is op een herfstige woensdag in oktober 2005 even zoeken naar het graf van Beversluis. Het ligt wat weggedrukt in een hoekje. | De zerk staat ook wat scheef. Het groen dringt op en het lijkt er niet op dat iemand recent nog de aandrang heeft gehad om iets op het graf te plaatsen of te planten. Ik ben niet zo thuis in symbolen en tekens, maar de vlam op de zerk zal toch geen toeval zijn. |
Vanaf deze kant gezien lijkt het graf wat minder weggedrukt, maar links is nog de rij struiken te zien die het aan het gezicht onttrekt. | In ieder geval is de tekst nog behoorlijk leesbaar. |
Anderen over Martien Beversluis
- De wonderen zijn de wereld niet uit en de poëten getuigen ervan. Martien Beversluis, bekend als respectievelijk pleitbezorger der natuurlyriek, pacifist, socialist, kommunistisch agitator, treedt na een korte zwijgzame periode voor de dag met een tam-nationalistisch getint declamatorium en een bewerking van volkomen onschuldige Franse dierfabels, beide verschenen bij een uitgever van protestantse huize. (A. Marja, Literair dagboek (1937) in Kentering, september 1965, blz. 2)
- Hij gebruikte het woord 'vaderland' (ook na 'Volk en Vaderland') niet graag: 'Ze hebben gezegd dat Beversluis zijn vaderland verraden heeft. Wilt u, meneer, mij maar volgen, dan zal ik u laten zien wat ik mijn vaderland acht.' Hij stond bij zo'n gelegenheid groot op, gleed de onderdeurtjes langs en sprak op de stoep van De Veste' met zijn eeuwige pijp wijzend naar de drie vierkante meters voortuintje: 'Dit is, meneer, mijn vaderland. Wilt u mij maar volgen.' (André Oosthoek, Maatstaf, meinummer 1970, blz. 65)
- Het is heel moeilijk om tegenover het werk van Beversluis een bepaalde houding aan te nemen, want terwijl het telkens meevalt stelt het ook telkens weer teleur. Hij schrijft verzen, daar is geen twijfel aan, hij schrijft er zelfs teveel, en teveel die met geladen opzettelijkheid verzen zijn (man spürt die Absicht und man ist verstimmt), - maar is hij een dichter?, ik weet het niet, ik zeg u, ik weet het niet. Ik durf ook niet met beslistheid neen zeggen. Want er zijn zoveel aanwijzingen van talent, er is een zo grote hoeveelheid van poëzie-materiaal, er is zoveel uiterlijkheid, er is zo'n uitbundigheid van poëtische vondsten, van hamerende ritmen en klinkklare rijmen, er is zoveel, in 't kort, dat door technische knapheid verbluft doet staan, dat we alleen na beslissend bewijs zouden willen aannemen dat dit alles toch niet het werk van een dichter is. (DBNL, zie 'links')
- Wie zo vaak en snel zijn jas verwisselt, kan niet bogen op diepe gevoelens ten aanzien van welke ideologie dan ook. Beversluis kreeg bij elke groepering waar hij zich bij aansloot volop werk. Geen van de politieke stromingen waarbinnen hij zich nestelde, liet in het openbaar blijken problemen te hebben met de publikaties van Beversluis uit vroegere perioden. (Adriaan Venema, Schrijvers, uitgevers & hun collaboratie, blz. 183)
- Beversluis had meer ambitie dan talent, waardoor hij uiteindelijk op ideologische dwaalwegen belandde. Een groot technisch dichterlijk kunnen werd niet gevoed door een zuivere bezieling; de pose leek de waarachtigheid te domineren. Hij was gemakkelijk onder de indruk. Volgzaamheid en aansluiting bij verschillende personen, partijen, stijlen en levensbeschouwingen kenmerken zijn leven, en de gedachte aan opportunisme en een zwakke ruggegraat is daarbij niet altijd te vermijden. (M. Kooijmans, 'Beversluis, Martinus (1894-1966)', in Biografisch Woordenboek van Nederland. )
- Nederlandse dichters die op de harp tokkelden die in een bodem van bloed stond, zoals Martien Beversluis (1894-1966) en George Kettmann [jr.] (1880-1970), prozaïsten als Gerard(us) Wijdeveld (1905-1997), Jan Hendrik Eekhout (1900-1978) - zelfs de meest objectieve beoorelaar zal moeten toegeven dat zij letterkundig allemaal niets voorstelden. (Boudewijn Büch, Steeds verder weg, blz. 1577/158)
Mijn favoriete citaat
Soms lig ik 's nachts en kan niet slapen,
te luist'ren aan het open raam
en vind het vreemd te zijn geschapen
en zoek mij zelf en noem mijn naam.
(Martien Beversluis, Het huis op den berg II (fragm.), Canzonen, blz. 42)
Links
- Raban Internet Antiquariaat - voor tweedehands boeken van Martien Beversluis
- DBNL - Martien Beversluis
- BWSA - Martien Beversluis
- Gedicht: De oorlogsidioot
Bronnen o.a.
- P. van Renssen, Nieuwe Nederlandsche lyriek (1927)
- Kent uw dichters. gedichten van 100 dichters (1932)
- Het zaad (1944)
- Het lectuur repertorium (1946)
- C. Buddingh', Encyclopedie voor de wereldliteratuur (1954)
- Lexicon van de moderne Nederlandse literatuur (1978)
- Spectrum Nederlandstalige auteurs (1985)
- De Nederlandse en Vlaamse auteurs van middeleeuwen tot heden (1985)
- Nederlandse literaire prijzen 1880-1985 (1986)
- Winkler Prins lexicon van de Nederlandse letterkunde (1986)
- Adriaan Venema, Schrijvers, uitgevers & hun collaboratie. deel 2 (1989)
- Oosthoek Lexicon Nederlandse & Vlaamse literatuur (1996)
- Hans Heesen e.a., Waar ligt Poot? (1997)
- Website van de Koninklijke Bibliotheek (september 2019)