Jacobus Bellamy
Profiel
Achternaam: Bellamy
Voornaam: Jacobus
Geboren: 12-11-1757
Te: Vlissingen
Overleden: 11-03-1786
Te: Utrecht
Pseudoniem(en): Jacobus Bellamy gebruikte
het pseudoniem Zelandus. Eigenlijk
heette hij Bellami. In 1785 heeft hij de 'i' in een 'y' veranderd.
Voor tweedehands boeken | Ook van Jacobus Bellamy |
Raban Internet Antiquariaat | Klik hier ! |
Werk
Poëzie
- Gezangen mijner jeugd (1782)
- Vaderlandsche gezangen van Zelandus (2 delen) (1782/1783)
- Zelandus, by den dood van Johan Derk, Baron van der Capellen tot den Pol; gestorven den 6 Juny 1784 (1784)
- Roosje (1784)
- De poëtische spectator (met anderen) (1784-1786)
- Proeven voor het verstand, den smaak en het hart (door Bellamij, en eenigen zijner kunstvrienden) (1784-1794)
- Gezangen van J. Bellamy (1785)
- Jeugdige en nagelaten gedichten (heruitgave van 'Gezangen mijner jeugd') (1807)
- Gedichten (1816)
- Uit de verzen en het proza van Jacobus Bellamy (samengesteld door J.Aleida Nijland) (1919)
- Gedichten (inleiding en aantekeningen van P.J. Buijnsters) (1994)
Proza
- Eenige reisfragmenten en anecdotes (met Willem Anthonie Ockerse) (1795)
Brieven
- Uit Bellamy's nagelaten brieven en papieren (door J. van Vloten) (1878)
- 1 brief van Bellamy aan juffrouw De Bruin (d.d. 16-11-1784) in 'Het hart op de tong', samengesteld door Dr. W.Gs. Hellinga (1941)
Overige non-fictie
- Leerrede voor het volk van Nederland, naar Nehemia IV. vs. 14-17 (1784)
- Twee nagelaaten leerredenen (1790)
Vertaald
- J. Bellamy, Gedichte (Duitse vertaling toegeschreven aan Theobald Wilhelm Broxtermann, bevat ook grafgedichten van Willem Hendrik Sels en Abraham Vereul) (1790-1791)
- Röschen, eine poetische Erzählung (door L.J.F. Janssen) (1834)
Bloemlezingen
Tijdschriften
- Jacobus Bellamy debuteerde onder het speudoniem Zelandus in 'De Post van den Nederrhijn', een patrottisch tijdschrift.
- Jacobus Bellamy gaf de tijdschriften 'Proeven voor het verstand, den smaak en het hart' (1784/1785) en 'De poëtische spectator' (1784/1786) uit.
Over Jacobus Bellamy
- Genootschap: Vlijt is de Voedster der Weetenschappen, 'Ter gedachtenisse van J. Bellamy' (1786)
- Agatha Deken, 'Traanen gestort by het overlyden van den uitmuntendsten dichter Jacobus Bellamy, in den bloei zyns levens gestorven; elf Maart MDCCLXXXVI binnen Utrecht' (1786)
- W. H. Sels, 'Over het graf van Bellamy' (1786)
- Bernardus Bosch, 'Bij den dood van Jacobus Bellamij, Zelandus, gestorven den 11. Maart 1786' (1786)
- J. Hazeu Corn: zoon, 'Lijk-zang, op den heer Jacobus Bellamij, (à Zelandus) ... overleden binnen Utrecht 11 maart 1786' (1786)
- Abraham Vereul, 'Bij het graf van J. Bellamy' (1789)
- Abraham Vereul, 'Lofrede op Jacobus Bellamy' in 'Redenvoeringen' (1790)
- 'Kunstöffer aan de Nederlandsche vrijheid, bij het grav van J. Bellamy, overleeden binnen Utrecht, den 11. maart 1786' (1790)
- J.P. van Cappelle, 'Bellamy en Hölty, behelzende vergelijkende aanmerkingen over het wegslepende in beider dichttrant' (1821)
- W.A. Ockerse en A. KLeijn, 'Gedenkzuil op het graf van Jakobus Bellamij' (1822)
- Johs. Dyserinck, 'Ter nagedachtenis van Jacobus Bellamy' (1881)
- Utrechtschen Kunstkring, 'Catalogus: tentoonstelling der werken van en over J. Bellamy, op den 11en Maart 1886' (1886)
- J.W. Leeflang (toegeschreven aan), 'Jacobus Bellamy : 12 November 1757-11 Maart 1786' (1886)
- J.P. Hasebroek, 'Een dichter-album van vóór honderd jaren : de gedachtenis aan Bellamy en zijne kunstvrienden nog eens vernieuwd' (1890)
- Jan Hoeksma, 'Jacobus Bellamy' (1903)
- J. Aleida Nijland, 'Leven en werken van Jacobus Bellamy' (2 delen, 1917)
- Een hoofdstuk over Jacobus Bellamy in Hans Heesen & Harry Jansen, 'Pen in ruste. Schrijversgraven in Midden-Nederland' (2001)
Diversen: (Zonder een schijn van volledigheid)
- 'Marsch: voor de burger-compagnie: De zwarte knegten, te Utrecht', gecomponeerd door F. Nieuwenhuysen (z.j.)
- 'Rosette: légende hollandaise (d'après Bellamy): suite dramatique pour piano à 4 mains' (J. Burgmein; poésies de Paul Solanges) (1898)
- Hans Schouwman, 'Drie danswijzen: voor hooge stem en piano of klein orkest' (ca. 1900)
- De Stichting Literaire Activiteiten Utrecht presenteerde in maart 2008 de Utrechtse Literaire Canon. Jacobus Bellamy stond op plaats 5.
- De Koninklijke Bibliotheek bezit enkele brieven van Jacobus Bellamy.
Opmerkingen
- Jacobus Bellamy werd geboren in Vlissingen, in een arm gezin. Zijn vader (Zwitser van afkomst) overleed toen Jacobus vier jaar was. Jacobus werd opgevoed door zijn grootvader. Al heel jong moest Jacobus Bellamy aan het werk als bakkersknecht.
- Hij schreef gedichten en deze gedichten trokken de aandacht van de Vlissingse predikant Jona Willem te Water. Deze predikant zorgde ervoor dat Jacobus Bellamy op zijn vierentwintigste in Utrecht theologie kon gaan studeren.
- In Utrecht werd hij actief lid van het dichtgenootschap 'Dulcis ante omnia Musa'.
- Met zijn 'Vaderlandsche gezangen' koos Jacobus Bellamy de kant van de patriotten.
- Jacobus Bellamy koos bewust voor een eenvoudig woordgebruik. Hij schreef vaak rijmloze verzen.
- Jacobus Bellamy probeerde het gebruik van de ballade in ere te herstellen. Zijn Ballade 'Roosje' is bekend gebleven.
- Jacobus Bellamy was zijn hele leven ziekelijk.
- Bellamy stierf op zijn studentenkamer aan de Lange Nieuwstraat 18 in Utrecht in het bijzijn van twee vrienden. Op het pand is een gevelsteen aangebracht ter herinnering aan Jacobus Bellamy en later nog een bordje ter herinnering aan Bellamy en zijn huisgenoot Pieter Quint Ondaatje.
- Jacobus Bellamy werd op 17-03-1786 (bij fakellicht) begraven in de St.-Nicolaaskerk in Utrecht. De zerk en de gedenkplaat zijn nog in de kerk te zien, maar niet meer op de oorspronkelijke plaats, bij het koor tegenover de preekstoel (bij de aanleg van een verwarmingssysteem moesten ze daar verdwijnen). Elders in de kerk bevindt zicht nog een grafsteen met daarop 'Hier rust J. Bellamy'.
Anderen over Jacobus Bellamy
- Neen ze schamen zich niet. En als bewys haal ik hier de volgende vertelling aan, die in myn jeugd zeer en vogue was. Ze zal wel te vinden zyn in deze of gene levensbeschryving van Bellamy, waarin trouwens niet veel te beschryven valt, want aan heel veel anders dan 't maken van een paar onnozele versjes heeft hy zich niet schuldig gemaakt. (Multatuli, Idee 886)
- Vooral de persoon van Bellamy moet op de tijdgenoot indruk gemaakt hebben. Hij zag er robuust uit, gedroeg zich onconventioneel, was zeer enthousiasmerend. Wilde desnoods met geweld de stijfgeworden klassicistische genootschapspoëzie in een nieuwe richting stuwen. Maar achter zijn luidruchtig activisme school een fond van gevoeligheid en twijfel, dat deze zogenaamde bestrijder van het sentimentalisme toch dicht in de buurt van Feith bracht. (P.J. Buijnsters, 't Is vol van schatten hier)
- In weerwil van zijn voortdurende gekwakkel was Bellamy een beer van een vent, 'breed van borst en schouders, hoog van gestalte en buitengewoon sterk van spieren' - de sterkste dichter van Nederland. Hij liep met twee studiegenoten onder de armen door de kamer, zette schuingezakte hooiwagens recht, enzovoort. Het is één van die krachttoeren die mogelijkerwijs heeft bijgedragen aan zijn vroege dood. Om de sterke van zijn gebit te demonstreren zou hij wel eens even een pennemes doorbijten. Dat lukte, maar mij slikte het afgebeten stuk per ongeluk ook in. (Hans Heesen & Harry Jansen, Pen in ruste. Schrijversgraven in Midden-Nederland, blz. 32)
- Studeerde theologie in Utrecht, en woonde er maar vijf jaar, tot aan zijn ontijdige dood op 28-jarige leeftijd. Maar in die korte periode is wel zijn hele productie samengebald. Zijn eerste dichtbundel Gezangen mijner jeugd verscheen hier. Ook werd hij in Utrecht hoofdredacteur van het vriendentijdschrift Proeven voor het verstand, den smaak en het hart,richtte hij De Poëtische Spectator op, schreef hij zijn bundel Vaderlandsche gezangen van Zelandus en de bekende romanze Roosje. Hij was zeer actief in de patriottenbeweging. (Omschrijving Bellamy in Utrechts Literaire Canon)
Uit mijn weblog: 18-10-2005
In Vlissingen wordt de laatste jaren flink gebouwd. Er zijn aan de boulevard een paar hoge nieuwe gebouwen verrezen en in het centrum ligt een enorm diepe bouwput. Voor de internetbladzijde over Jacobus Bellamy (1757-1786) heb ik foto's gemaakt van het Bellamypark en van de plaquette aan zijn geboortehuis, die daar sinds 1850 hangt. Onverlaten hebben zijn ogen op die plaquette een blauwe kleur gegeven.
In het Bellamypark staat een gietijzeren fontein ter nagedachtenis aan Betje Wolff en Aagje Deken. Deze fontein stamt uit 1884. Betje Wolff werd in 1738 in Vlissingen geboren. In 1755 veroorzaakte zij in Vlissingen een schandaal, omdat ze zich liet schaken door de oud-vaandrig Matthijs Gargon. Na enkele dagen kwam ze ontgoocheld naar Vlissingen terug. In 1759 trouwde ze met dominee Adrianus Wolff. Ze verliet toen Vlissingen.
Uit mijn weblog: 10-05-2014
We wandelden door Vlissingen over het Bellamyplein. Daar blijkt in het geboortehuis van Bellamy nu een café te zitten dat zich profileert met het dichterschap van Bellamy. Naast de deur staat een klein borstbeelde van hem. Heel goed, want de tussen zonneschermen verstopte gevelsteen was in de afgelopen jaren wel een heel klein eerbewijs aan de dichter.
Mijn favoriete citaat
In een kring van jongelingen,
Bij den warme haard gezeten,
Drinken wij den purpren nektar.
Gulheid lacht in aller oogen,
Ieder vult den glazen beker
Op het welzijn van zijn meisje.
En dan vullen wij de glazen
Op het welzijn aller schoonen.
(Jacobus Bellamy, De jongelingen, fragment)
Links
- Raban Internet Antiquariaat - voor tweedehands boeken van Jacobus Bellamy
- DBNL - Jacobus Bellamy
- Gedicht: Roosje
- Gedicht: Klagt
- DBNL - Gezangen mijner jeugd - volledige tekst
Bronnen o.a.
- C. Buddingh', Encyclopedie voor de wereldliteratuur (1954)
- Querido's letterkundige reisgids
- Spectrum Nederlandstalige auteurs (1985)
- De Nederlandse en Vlaamse auteurs van middeleeuwen tot heden (1985)
- Oosthoek lexicon Nederlandse & Vlaamse literatuur (1996)
- Hans Heesen e.a., Waar ligt Poot? (1997)
- Website van de Koninklijke Bibliotheek (maart 2019)