Voor tweedehands boeken | Ook met citaten |
Raban Internet Antiquariaat | Klik hier ! |
A - Citaten - A
En vliegend vormden zij een sterrenbeeld.
Cassiopeia. Het bleef onverdeeld
tesamen, tot het boven Dordt verdween.
(Ida Gerhardt, Moerdijk, in: Kees Fens, Doorluchtig glas, blz. 68)
'Met Busken Huet wens ik geen andere aanraking te hebben
dan door middel van de punt van mijn laars.'
(Willem Frederik Hermans, De raadselachtige Multatuli, blz. 138, brief aan Vosmaer, 4 april 1886)
(VN, Terzijde, 1-3-97)
Wanneer de wilde aardbeien rijp zijn
in het dichte bos achter het huis
waar 's nachts de uilen patrouilleren,
verzamel ik al mijn moed bijeen
om het donker bospad op te gaan,
maar nooit zal ik de aardbeien plukken
onder de boom waaraan mijn vader zich verhing.
(Theo van Baaren, De leegte tussen twee lampen, bl. 27)
Een schijf, bewoond door rapalje en botteriken.
Het is affreus.'
(Marten Toonder, Tom Poes en de grootdoener,
in "Als u begrijpt wat ik bedoel", de taal van Marten Toonder, blz. 71)
en elke ster gewoon een gat
in 't blauw gewelf.
Ze zeggen dat de aarde draait,
Ja... misschien als het heel hard waait,
maar niet vanzelf!
(Willem Wilmink, Mijn wetenschap, in: Ernstig genoeg, blz. 7)
door mijn vader en moeder,
en al had ik haar geleend, dan nog was ik niet van plan haar terug te geven,
en zeker niet aan een stel kinderen:
die ruimen hun kamer niet eens op, laat staan mijn aarde.
(Midas Dekkers, De koe en de kanarie, blz. 58, De baarmoeder)
Doch vaak is het zand of laagveen;
Zo blijkt de volledige waarheid
Nog ernstiger dan zij al scheen.
(Simon Knepper, Aarde, Heer, bewaar de kattemepper, blz. 63)
Aarzelen is een vorm van verlegenheid tegenover je
zelf.
(Kees Fens, voorwoord
'Dichters die nog maar namen lijken', blz. 12)
sinds het plaatsmaakte voor een Hollands dialect waarin de uitgangsenne worde weggelate,
ook in plaatsname als Leide, Asse, Breme en Muunsje.
(Kees Stip, Geen punt, blz. 30)
Zo zegt mijn moeder altijd dat ze mij volledig 'tolereert',
ook bijvoorbeeld het feit dat ik een vriendin heb.
Nou, dan weet je wel hoe laat het is.
(Nicolien Mizee, De porseleinkast, blz. 101)
(W.A.C. Whitlau en H. van Praag, Het argument van Solimon, blz. 34)
(Multatuli, Ideeën, eerste bundel, idee 59, blz. 20)
Hij gaf ooit adviezen aan het internationale bedrijfsleven
en het gerucht ging dat hij tienduizend dollar per vraag kreeg.
Een journalist vroeg hem of dat waar was, waarop Kissinger zei:
'Yes, that's true. Next question please!'
(Youp van 't Hek, Fax, blz. 40, Fax aan de voetbalbobo's)
heb ik er achteraf altijd spijt van gekregen.
Had ik het maar niet gedaan, denk ik dan, had ik maar mijn eigen intuïtie gevolgd.
(Alsof het niet dezelfde intuïtie was die me de vreemde adviezen liet volgen).
(Renate Rubinstein, Nee heb je (budget-boek), blz. 43)
hij vroeg zich bij zijn adviezen niet af 'wat zou ik doen?'
maar 'wat ligt in haar aard?'
Iemans die hij liefhad, op die had hij niet tevens ook kritiek, zoals de gewoonte is.
(Renate Rubinstein, Mijn beter ik, blz. 142/143)
Afgunst: stampvoeten omdat de zon niet schijnt
(Theo Kars, Aantekeningen, Maatstaf,
Febr./maart 1974, blz. 28)
Tegen jaloezie is geen kruid gewassen.
Afgunst is de Geheime Motor
waarop bijna alle Kwaad draait.
(Hans Dorrestijn, Finale kwijting, blz. 106)
Afgunst is een vrij betrouwbare graadmeter voor ambitie
(Koos van Zomeren, Rondom Staal, blz. 112/113)
(Raymond Herreman,, Boekuil, Vooruit, 22-12-1960,
aangehaald in Gerd de Ley, Aforistisch bestek 1944-1974, blz. 35)
(Dries Janssen, Het belang van Limburg, 23-1-1974,
aangehaald in Gerd de Ley, Aforistisch bestek 1944-1974, blz. 35)
(Karel Jonckheere, Filter uw dag, blz. 88)
Het zijn krenten zonder brood.
Help! Dat was er een.
(Kees Stip, Geen punt, blz. 49)
Dat is altijd een princiep van me geweest. Geen nutteloze woorden.
(Richard Minne in: H.U. Jesserun d'Oliveira, Scheppen riep hij gaat van Au!, blz. 97)
zij die menen dat elke uitspraak over anderen gaat:
de auteur heeft hun buren en kennissen door (vrienden hebben zij niet).
Ze lezen met leedvermaak en sluiten tevreden met zichzelf het boek.
(Kees Fens, Volkskrant, 03-07-1987)
die men lang in de zak gedragen heeft tot hij glimmend is geworden.
(J. Greshoff, 444 aforismen, blz. 93)
begin ik aforisme-achtige uitspraken te doen
die heel verstandig klinken maar nergens op slaan.
(Bob den Uyl, Sommigen niet, Een zachte fluittoon, blz. 104)
Ik ken twee soorten aforismen.
De beminnelijke zijn uitsluitend op scheurkalenders en bij ulevellen
geschikt.
(J. Greshoff, Nachtschade,
blz. 29)
Aforismen,
zoals wijsneuzigheden op latere leeftijd gaan heten.
(Gerrit Komrij, Eendagsvliegen, blz. 5)
dat hij onmiddellijk na zijn verkiezing tot Kamerlid afscheid nam met de woorden:
Partir, c'est mourir un peu - en dat is precies wat ik u allen toewens.
(Koos van Zomeren, De hangende man, blz 24)
We'll meet again, don't know
where, laat staan when.
(Youp van 't Hek, Fax, blz. 49,
Fax aan de Lady Di)
Lang blijft zij aan het hek staan wuiven.
Dan voelt zij, hoe, met vochtse snoet,
de herder in haar rok komt schuiven.
Nadagen blinken in de ruit;
de wingerd aan den voormuur bloeit;
de witte tuinbank staat nog buiten
(Ed. Hoornik, Afscheid, Steenen, blz. 40)
beide partijen bevestigen in een opwelling van wederzijdse genegenheid
dat zij op een tijdstip in de toekomst iets moois gaan doen,
maar ze beseffen tegelijkertijd de betrekkelijkheid van die overeenkomst.
(Marcel Kurpershoek, De laatste bedoeïnen)
dan vind ik dat geen schande maar een deugd,
want ik ben iemand van een vroeg wijnjaar
die opgegroeid is in een betere maatschappij dan die van tegenwoordig.
Als ik bijvoorbeeld zeg zo en zo laat ben ik daar of daar,
dan ben ik op de afgesproken tijd present,
tenzij ik mij op overmacht kan beroepen.
(Gerard Reve, Het boek van violet en dood, blz. 56)
(Erasmus, Geciteerd door A. v.d. Glind, Erasmus, Europeaan, humanist, christen, blz. 11)
dan door het aantal kilometers bepaald worden.
(Bertus Aafjes, In de schone Helena, blz. 100, Dubo-dubon-dubonnet)
Er is maar één afterparty.
Dat is het hiernamaals.
En daar kom je met lege handen.
(Rudy Dek, Vrijdagmoorden, blz. 34)
van de man (?) die op de brommer af en aan rijdt
en misschien de zoon is van de oude man bij wie hij woont,
staat zich geloof ik in de verte stiekem af te trekken,
al wiegend van de ene voet op de andere.
Als er maar Gods zegen op rust.
(Gerard Reve, Brieven aan Matroos Vosch 1975 - 1992, 5 augustus 1977, blz. 108)
Agenda
Wanneer al mijn bezittingen in as zouden opgaan,
zou ik eerder het verlies van mijn agenda's betreuren
dan het verlies van mijn fotoabums of de dagboeken uit mijn puberteit.
Foto's en dagboeken kunnen liegen, agenda's niet.
Daar staat het, dag voor dag, jaar voor jaar, waar je was,
met wie je die avond at, in welke stad, in welk restaurant,
de onontkoombare feiten.
(Connie Palmen, Geheel de uwe, blz. 25)
Maar ik haal wel eens wat bij V&D of Shell of zo,
ik ben medeplichtig aan de airmiles van anderen.
Tenminste, zo zie ik dat als ze vragen of ik airmiles spaar.
(Koos van Zomeren, De bewoonde wereld, blz. 261, Een vorm van verwoesting)
toen wij haaien in alcohol moesten conserveren,
het onsterfelijke biologenrijmpje leerde:
Hetgeen gij op uw dieren giet,
onthoudt dat ook uzelven niet.
(Maarten 't Hart, in: Ik herinner mij, blz. 6)
Er priemen keien in zijn rug. Hij moppert en rolt verder. Nu priemen er keien in zijn schouder.
Gisterenavond heeft hij geen keien gevoeld. Logisch.
Keien worden week in de wasem van alcohol. Een natuurwet.
Wie ze voelt opstijven, weet dat hij weer nuchter is.
(Hélène Nolthenius, Moord in Toscane, blz. 13)
Natuurlijk, ik drink meer dan goed voor mij is,
maar als de keuze gaat tussen alcohol of de psychiater,
geef mij dan maar een borrel.
(Kees Klok, DijkbewakingL Literair dagboek 1980-1983, 22-12-1980, blz. 38)
Soms denk ik weleens: alles overwegende,
ben ik tijdens mijn leven al een legende.
(Wim Meyles, Stof genoeg, blz. 91, ongerijmd)
daar
helpt
ten slotte
zelfs
drank
niet meer
tegen
dichtte De Dikke Man.
'Ja. Tragisch,' zei hij zacht.
(Ischa Meijer, De Dikke Man voor altijd, blz. 54/55, Drinken)
Onder de schijn van een volmaakte orde verbergt zij het minst samenhangende,
het meest chaotische.
(Belcampo, Al zijn fantasieën, blz. 422, De kogel)
aangezien er voor algemeenheden geen bewijs gevorderd kan worden.
(Menno ter Braak, Ons volkskarakter, in Voor de bijl, blz. 55)
Ik bedoel - als Adam tegen Eva had gezegd: 'Nee, geen appel, liever een banaan,'
zat jij nu ook hele andere boeken te schrijven, geloof je niet?
(Simon Carmiggelt, in een brief aan Gerard Reve, in Met de neus in de boeken, blz. 65)
ze begeven zich allemaal op het immense podium waar de wet van het alsof regeert.
Ze doen dit omdat alleen het alsof hun de mogelijkheid biedt om de waarheid te zeggen.
Op het podium van de fictie is de onthulling van de waarheid niet bedreigend of teleurstellend,
want de fictie maakt de schrijver en de speler onaantastbaar,
juist omdat ze de pretentie van de waarheid hebben laten varen.
(Connie Palmen, I.M., blz. 30)
'Ik ben maar een amateur.'
Chaplin antwoordt:
'We are all amateurs, life is too short for us to be anything else.'
(Renate Rubinstein, Mijn beter ik, blz. 111)
En dat bezig zijn maakt een nobele indruk op al wie het ziet of hoort
of (bij een boer die aan het gieren is) ruikt.
(Willem Wilmink, In de keuken van de muze, blz. 54/55)
(Koos van Zomeren, Een jaar in scherven, blz 216, 21-08-1987)
Misschien heb je gelijk, dat ik te veel ambitie heb,
en alles absoluut volmaakt wil afleveren,
en dat ik te weinig opga in het werken zelf,
en de lol daarvan, en in het leven.
(Gerard Reve,
Brieven aan Matroos Vosch 1975 - 1992, 17 oktober 1977, blz. 114)
Hij had wel ambitie,
maar net niet genoeg hersens
en al helemaal geen doorzettingsvermogen.
Hij bleef in zijn plannen steken.
(Hans Dorrestijn,Finale kwijting, blz. 104)
die naar de ambtelijke molen voerde.
(Bewogen aanhalingen, een onthullende lijst citaten uit de verhalen van Marten Toonder, blz. 43)
(Bewogen aanhalingen, een onthullende lijst citaten uit de verhalen van Marten Toonder, blz. 43)
die anders door ambtenaren en andere computers gedaan werden.
(Bewogen aanhalingen, een onthullende lijst citaten uit de verhalen van Marten Toonder, blz. 44)
die middag beleefdheden uit een ambtelijk schrijven te verwijderen,
toen de burgemeester haastig binnenkwam.
(Bewogen aanhalingen, een onthullende lijst citaten uit de verhalen van Marten Toonder, blz. 44)
maar wanneer we de nodige formaliteiten in acht nemen, is het niet onmogelijk.
Kijk; u moet deze formulieren invullen in drievoud.
En na voldoening van de verschuldigde leges en zegelkosten kunnen we aan het werk gaan.
Wij, ambtenaren, zijn werkelijk de kwaadsten niet.
Met het een en ander zal een korte tijd gemoeid zijn.
een maandje of drie, schat ik.'
(Ambtenaar eerste klasse Dorknoper in De andere wereld van Marten Toonder, blz. 31, uit Ook dat nog, blz. 109)
'achter loket 3 zit een ambtenaar die alleen maar moeilijkheden maakt.'
'Ja, en wat wou u dàn?' vroeg de hoogste ambtenaar verbaasd.
'Wel,' zei tante Pollewop, 'ik dacht dat hij er was om het de mensen gemakkelijker te maken.'
Tegen zóveel onwetendheid was de man niet bestand;
hij wierp zich achterover in zijn stoel, en barstte in een onhoudbare schaterlach uit.
(Godfried Bomans, Werken III, blz. 101, De avonturen van Pa Pinkelman)
het was meestal machtsdrift zonder macht,
of lulpraat inplaats van verstand.
(Gerard Reve, Het hijgend hert, blz. 100)
(J. Greshoff, Nachtschade, blz. 132)
voor alles wat zich niet in een van hun krampachtig geformuleerde voorschriften liet vangen.
(Tessa de Loo, Meander, blz. 236)
Als particulier stel je
in de optiek van de doorsnee-ambtenaar niets voor.
Hoogstens ben je een geval, met een dossier en een nummer.
Dat je emoties hebt, angsten kent, dat je een verleden hebt,
ergens uit voortkomt - daar gaat ie aan voorbij.
Je bestaat alleen als je geregistreerd bent,
wanneer het de maatschappij schikt,
wanneer je in een kastje te plaatsen bent met een etiketje erop,
dan ben je manipuleerbaar.
(Yvonne Keuls, De arrogantie
van de macht, blz. 23)
Een burger die denkt dat hij rechten heeft,
wordt door het contact met de ambtenarij
soms bruut wakker geschud uit zijn onnozelheid.
(J. Rentes de Carvalho, Tussenjaar, blz. 226)
Am-me-hoel-a: aan-me-hol-ja.
In latere beschavingen vervangen door: je kunt m'n rug op.
(Willem Hietbrink / Ronald Lagendijk, Kwispelen met taal, blz. 48)
alsof achter elk woord een punt stond, of zelfs een lang rustteken,
en ik kan de ruimte tussen zijn woorden niet beter vergelijken dan bij de stilte die er volgt op een 'amen'
na een lang gebed in de kerk,
hetwelk zoals ieder weet,
een sein is dat men den tijd heeft tot verzitten, hoesten of neussnuiten.
(Multatuli, Max Havelaar, blz. 75)
`Yes, we've got a lot of shit here.
But it's American shit, the best shit there is.'
(Koos van Zomeren, Een jaar in scherven, 22 februari 1987, blz. 55)
was het nu niet zo'n puinhoop geweest in Amerika.
(Koot & Bie, Bescheurkalender)
- ze stichtten New York wat dan ook nog altijd de grootste stad is van de U.S.A.-
en volgens mijn bescheiden mening stammen de Yankees af van twee Nederlandse stamvaders,
de een Jan geheten, de ander Kees.
(Bertus Aafjes, ik ga naar amerika, blz. 91)
ligt vooral hierin,
dat zij alles weten van Homeruns en niets van Homerus.
(Eric van der Steen, Alfabêtises, blz. 5)
want bij ons bestaat óók het streven om alle vreemde woorden te schrijven zoals men die uitspreekt.
Het heeft me last bezorgd met de direktie van de krant,
want United States schreef ik zekere dag als 'je naait het steeds'.
(Louis Paul Boon, 16 van Louis Paul Boon, blz. 26, Suderans)
en dat met Engels wordt aangeduid, maakt me nerveus,
omdat de moedertaal toch zo veel eenvoudiger is
en ook stoort het me, dat onze mooie postzegels
met de beeltenis van onze geëerbiedigde vorstin daar blijkbaar omgeldig zijn,
terwijl ze uitstekend plakken. Kinderachtig, nietwaar?
(Godfried Bomans, Gedachten achter een bord spaghetti, blz. 14, Pokkenvrij de lucht in)
dan is het aan de schurft welke Amerikanisme heet;
aan een wereldbeschouwing, uitsluitend gebouwd op de begrippen nut en winst.
(J. Greshoff, Nachtschade, blz. 169)
Mijdt grote steden als de pokken
Ik weet de lichtstroom trekt ons aan
Ofschoon w'erin ten onder gaan
Hoevelen zijn niet door dat leven
Vernietigd, in het slijk gebleven
't Gevaar ligt oov'ral op de loer
Nee jongenlief, blijf jij maar boer
(Louis Davids, Brief van een landbouwer aan zijn zoon (ged.),
Jacques Klöters, Omdat ik zoveel van je hou, blz.
113/114)
De verplichting ongedwongen te zijn,
die zal ik aan Amsterdam in elk geval niet missen.
(Arthur Japin, Zoals dat gaat met wonderen, blz. 43)
'Soms amuseer je jezelf zo goed, dat de anderen het niet meer doen.'
(C. Buddingh', Dagboeknotities 1977-1985, blz. 270, 19-06-1978)
(Albert Helman in: Ik herinner mij, blz. 74)
mensen die hebben leren lezen, maar het nooit meer doen.
(Herman de Coninck, De flaptekstlezer, blz. 116)
Snijdt een Noordafrikaan open en je komt een verdoolde Andalusiër tegen,
had een Tunesische vriend me ooit gezegd.
El-Andalûs, het Verloren Paradijs,
ligt stevig verankerd in het Noordafrikaanse collectieve bewustzijn,
steviger dan veel Noordafrikanen willen toegeven.
(Harm Botje, Het Duivelshuis, blz. 112)
(Tim Krabbé, De grot, blz. 5)
(J. Greshoff, Nachtschade, blz. 48)
Angst is een blijvende staat, die slechts zo nu en
dan tot ons bewustzijn doordingt.
(J. Greshoff, Nachtschade,
blz. 48)
De angst ligt rondom je als een muur, het lukt niet eroverheen te kijken.
(P.F. Thomése, Schaduwkind, blz. 11)
Angst is een veel geconsulteerde raadgever.
(Hendrik Groen, Pogingen om iets van het leven te maken, blz. 23)
er komt een man in een antiekzaak en vraagt aan de eigenaar: 'What's new?'
(Rogi Wieg, Liefde is een zwaar beroep, blz. 27)
net zoals die boekhouder die tegen zijn baas zeide
geld misschien wel maar een antwoord zal ik U nooit schuldig blijven.
(Gerard Reve, Het boek van violet en dood, blz. 80)
Want ik alléén '
'Juist sir', viel Hassan in.
'Je kunt niet klappen met één hand, zoals mijn moeder pleegt te zeggen.'
(Bertus Aafjes, Morgen bloeien de abrikozen,
Men kan niet klappen met één hand, blz. 67)
Normaal was er met applaus toch iets van verdienste gemoeid, althans lang geleden.
Dat is nu afgeschaft door de televisie.
Applaus: frequent televisiegeluid, meestal vooraf opgenomen.
(Herman de Coninck, De flaptekstlezer, blz. 159)
met bui op bui, nu zonneschijn, dan regen:
lijn voor mij uit standvastige wegen,
en dat ik gansch het leven leven wil.
(Reimond Herreman, Gebed om ingekeerdheid,
Meulenhoffs Dagkalender Nederlandse poëzie 1993, 18 april)
Ik droomde wel zo'n treurige paskwil:
je zei: 'Ik hou zo van je. Eén april!!'
(Lévi
Weemoedt, Van harte beterschap, blz. 47)
Midden april heeft een mens recht op een mild zonnetje,
zodat hij in het gras kan gaan zitten en de wereld aan zich laten
voorbijtrekken.
(Koos van Zomeren,
Een jaar in scherven, blz. 97, 12-04-1987)
April is de wreedste maand van het jaar.
Hij geeft met de rechterhand wat hij met de linker terugneemt.
Of is het omgekeerd?
(Paul de Wispelaere, Het verkoolde alfabet, blz. 153)
voorzag 't aquarium van matglas
(John O'Mill, Popsy Poems, blz. 32)
dat arbeid iets met de Paradijsvloek te maken heeft.
(Simon Carmiggelt, Allemaal onzin, blz. 33)
Hoe ouder ze wordt, hoe meer hij zich voor haar gaat interesseren.
(Agatha Christie, geciteerd door Frands de Clercq in 'Vlinders vangen', blz. 94)
Archeologen, mensen die wanhopig aan de kraan van het extreme verleden draaien
om te zien wat er uitkomt.
Alleen de voorwerpen zijn er, de wereld die er omheen bestaan heeft lijkt onwezenlijk, ver weg
en tegelijkertijd is drieduizend jaar nu ook weer niet zo lang geleden.
Het kan niet uitblijven - over drieduizend jaar zijn we totaal onherkenbaar.
(Cees Nooteboom, De omweg naar Santiago, blz. 37)
Hoe anoniemer de architectuur wordt,
hoe vaker ook de naam van de kunstenaar verborgen blijft.
Een hedendaags architect verhoudt zich doorgaans tot een bouwmeester
als een schrijver van kasteelromannetjes tot Simon Vestdijk.
(Benno Barnard,
Mijn papieren huis, in Op reis met.., blz. 14)
Komende geslachten zullen over de stedenbouwkundigen onzer dagen
meewarig het hoofd schudden.
(Jean Pierre Rawie, Verstrooid van schoot, blz. 99)
Wist u dat er daar gezinnen zijn die, als ze honger hebben, hun afwasmachine schoonlikken?
(Koot & Bie, Bescheurkalender)
"Hier heb je een zak,"
en die zak is meestal gevuld met goud en zilver.
En tegen de armen zegt hij:
"Hier heb je een kleine duivel."
En die heeft meestal een mond die nooit genoeg heeft.
(Reis om de wereld in 80 verhalen, blz. 91, Alfa Al-Idlibi, Een hopeloze zaak)
en revoluties brengen het volk weer tot armoede.
(Victor Hugo, Zelf gezien, blz. 129, 19 februari 1848)
Hoe komt het dat alle arme vissershutjes aan de Noordzee mooi waren,
en alle daarvoor in de plaats gekomen dure apart-hotels lelijk?
(Herman de Coninck, De flaptekstlezer, blz. 10)
(Jacob Israël de Haan, Besliste volzinnen, blz. 14)
De meeste mensen ontdekken hun ware aard pas als ze begraven zijn.
(Gerrit Komrij, De buitenkant, blz. 12)
alleen ongemerkt (meestal) voor de toeschouwers
en steeds meer 'uitgediept' en daar gaat het om!
(Wim Kan, Brieven van Wim Kan, Brief aan Paul van Vliet, 25 september 1973)
Omdat gezondheid de grootste schat is.
Daarom benijd ik artsen wel eens,
omdat ze nooit ziek zijn,
en als ze ziek zijn kunnen ze zichzelf beter maken zonder dat het iets kost.
(Gerard Reve, Zondagmorgen zonder zorgen, blz. 97, Koop een papegaai)
Blijkbaar betekent 'uitzetten' bij zeearenden dat ze er in mogen
en bij asielzoekers dat ze er uit moeten.
(G. Wiegerink, ingezonden brief in De Volkskrant, 21-09-1996)
Ik heb opgemerkt dat het in verband staat met ergernis
en daaraan heb ik geen gebrek.
(Willem Frederik Hermans, De raadselachtige Multatuli,
blz. 182, brief aan Haspels, 18 juni 1883 )
'Je bestaat niet en ik haat je!'
(Hannah Green, Ik heb je nooit een rozentuin beloofd, blz. 36)
om de voor de hand liggende conclusie te trekken
uit een onbevooroordeelde observatie der werkelijkheid.
(Louis Hoyack, Gedachten en aphorismen, blz. 74)
Hij herinnerde zich zeer goed wat een aubade was:
vroeger had hij zelf tussen de andere kinderen met een vlaggetje op en neer gelopen voor het stadhuis,
en op het eind kreeg men òf limonade òf koek, maar meestal niets.
(Godfried Bomans, Werken I, blz. 496, wonderlijke nachten)
Vreselijke maand. Die saaie blauwe luchten, die moedeloos
makende hitte, die overkill aan groen.
Niets te beleven op de Hollandse Kade en dat eenendertig dagen
lang.
Wat is het eigenlijk het nut van deze kwelling, waarom schaffen
we Augustus niet af?
(Koos van Zomeren,
Een vederlichte wanhoop, blz. 50)
Augustus is veruit de beste maand om in Nederland te leven.
Beter dan augustus wordt het niet.
De bouwnijverheid is vrijwel tot staan gekomen,
het fanatieke aantal verplaatsingen meer dan gehalveerd;
een uitgelezen moment om de grenzen te sluiten,
met de achterblijvers gaan we verder,
hier heerst voortaan de weldadige rust van het Hongaarse platteland.
(Tommy Wieringa, Totdat het voorbij is, blz. 7)
alsof iemand het in de leiding gulzig opzuigt.
Dan zie ik dat het niet waar is wat me altijd over Australië is verteld:
ook hier kolkt het water met de wijzers van de klok mee.
(Kristien Hemmerechts, Achttien korte stukjes over Australië, in: Amsterdam retour, blz. 29)
Duivelse, mensenmoordende bezetenheid van een wild geworden mensdom.
Eens was het veilig op straat.
Vanmorgen toonde onze koetsier ons een van deze machines,
die onlangs een oude vrouw overreden en gedood heeft en nu voor nieuwe slachtingen toegerust klaarstaat.
Straf natuurlijk bijna nihil.
De 'verkeerszondaar', een echte 'amokmaker',
moest een paar ellendige daalders op tafel leggen en de zaak was afgedaan.
(Léon Bloy, 19 augustus 1901, Meulenhoffs dagkalender 1988, 19-8)
(VN, Terzijde, blz. 17, 15-02-97)
Zolang het milieu zich onze auto's kan veroorloven.
(Koos van Zomeren, De bewoonde wereld, blz. 225, uit: De lof der platheid)
Een auto heeft net als een echt
nest net voldoende ruimte voor het mannetje en het vrouwtje om
te paren
en de jonkies passen met z'n allen op de achterbank
tot ze groot genoeg zijn om zelf wat in een eigen auto te gaan
liggen rommelen.
(Midas Dekkers, De koe en
de kanarie, blz. 96)
Mijn ervaring is dat vrouwen geweldig kunnen autorijden,
maar ik heb liever niet dat ze het in mijn auto doen.
Mijn auto, het bezittelijk voornaamwoord zegt het al,
is namelijk van mij.
(Martin Bril, Wat een man nodig heeft, blz. 77)
als wel een beeld van het beeld, dat hij van zijn leven heeft tijdens het schrijven.
Door nieuwe gebeurtenissen kan dat beeld korte tijd later alweer anders zijn.
(Harry Mulisch, Mijn getijdenboek, blz. 7)
wanhopige en toch altijd weer vergeefse poging om zichzelf te leren kennen.
(J. Greshoff, Nachtschade, blz. 76)
Men moet dan òf het belangrijkste weglaten òf indecent (en hoe!) zijn over zichzelf.
En dit wensch ik niet eens tegenover het nageslacht te zijn, ook al ben ik er dan niet meer.
(J.C. Bloem, Aphorismen, XVII)
en daardoor is elke autobiografie fictie.
(Luuk Gruwez, Het land van de handen, blz. 7)
dan zie ik hem meteen in een tijgervelletje, met een knots, luidkeels 'Oehoe' roepend.
(Gerrit Komrij, De buitenkant, blz. 13)
dat ze zich nooit bewust lijken van hun eigen sterfelijkheid.
Terwijl iedereen vanzelf weet dat het Echte Gezag doorgaat als zij hun houten jas aantrekken.
Ik ben me er voortdurend en grondig van bewust dat de dood als eerste violist meespeelt.
Dus heb ik de neiging alles erg onbelangrijk te vinden.
(Gerrit Komrij, De buitenkant, blz. 13)
Ik heb het weliswaar al eens vaker gedaan,
maar Nescio kan niet stuk en daarom doe ik het nog eens.
Het is een noot bij het verhaal Kortenhoef dat omstreeks 1911 geschreven is.
De noot is van 1942.
Dit aardige wipbruggetje bestaat ook al niet meer.
De weg is over het water heen geplempt.
God zegene de verantwoordelijke autoriteiten.
Als 't kan een beetje hardhandig.
(A.L. Snijders, INRI, Gelders Dagblad, 11-10-1997)
Dat was geen eenvoudige kwestie.
'Dat moet hè, een beroep?'
'Moet je luisteren,' begon ik. 'Je moet een beroep hebben.
Als je geen beroep hebt, vestig je de aandacht van de autoriteiten op je.
Je zou juist denken van niet,
maar het ligt altijd heel anders dan je op het eerste gezicht denkt.
Je kan natuurlijk zeggen, als ze je vragen wat doet u:
"Ademhalen, dat ik niet stik."
Maar met autoriteiten trek je altijd aan het kortste eind.
Je bereikt niks, jongen,
behalve dat het raampje van het loket met een klap naar beneden gaat,
en je mag nog blij zijn dat je poot er niet onder zit.
Ze zijn over ons gesteld. Je bereikt alleen wat met list.'
(G.K. van het Reve, Nader tot u, blz. 114, Brief uit het huis genaamd 'Het Gras')
ik stond onder een al te schelle zon
en zag hoe ik als kind was voorgelogen -
geen mens danst op de brug van Avignon.
(B.L. Notenboom, Avignon (ged.), in: Meulenhoffs dagkalender Nederlandse poëzie 1993, 19 juli)
maar nog net indirect een beetje tegen het wolkendek schijnt.
De valavond noemen ze dat in het Vlaams.
Dat is tussen dood en leven, tussen licht en donker.
(Stef Bos, Gelders Dagblad, 04-10-97, Hoe Stef Bos het gevoel ontdekte)
en dat het moeizame gedoe
dat wij bedrijven met ons allen
zou doorgaan tot oneindig toe
(Jean Pierre Rawie, Troost (fragm.), Bzzlletin dec93/jan94, blz. 29)
is vol van hun rustgeluk, overal
beeft het onhoorbaar geruis
van hun bloedklop en ademval.
(Gabriël Smit, Omschrijving van de liefste (fragm.),
in: Hand in hand in hand, samenst. Ernst van Altena, blz. 117)
heelal. Nu met de rug naar de toekomst beseffen dat
al wat ik zie niet meer is doch slechts is voor zover
ik het zien zal. Het onweert dof in het volgende dal.
(Anna Enquist, Herinneringsplicht (fragm.), Een nieuw afscheid, blz.38)
Alleen de lichten der lantarens leven
- Eenzame toortsen in de vale straat -
Voel ik mij vaak in raadselen verweven:
(L. Ali Cohen, De vreemde (framg.), Reflexen, blz. 70)
De wolken zo klein en verdwijnend,
Licht is de lucht en doorschijnend,
Hoe zien dan de bomen zo zwart?
(Jacqueline E. van der Waals, Avondimpressie (fragm.), Iris, blz. 19)
U kunt op vier manieren zoeken naar citaten: